Berlijn door waterogen 9
tot 13 oktober 2013
Toen ons kleinzoontje, twee weken geleden, hoestend,
proestend en snotterend, kwam logeren, hadden wij al een sterk vermoeden, dat
dit zich voor ons wel eens zou kunnen wreken.Onze vluchttickets waren nog niet uitgeprint,
of manlief voelde de virusjes al in zijn neus kriebelen ! ’t was allemaal snot,
begot ! En solidair als hij was, gaf hij zijn microben onmiddellijk aan zijn
reismaatje door.
De koffer werd stante pede verzwaard met een grote
hoeveelheid papieren zakdoeken, hoestsiroop en een neusspray.
Berlijn werd dan ook voor het eerst met waterige oogjes
bekeken.
Voor de Brandeburger Tor lagen een twintigtal asielzoekers
honger te lijden. Zij duwden een pamflet in onze handen, met een gebrekkige Duitse
tekst : dat deze hongerstaking onze schuld was, dat het onze schuld was dat zij
hier(in Berlijn, maar dus nu ondertussen ook overal) illegaal waren, dat het
onze schuld was, dat zij hun thuisland ontvlucht waren, dat het onze schuld
was.enfin het was een uiterst warme welkom.
Toen wij ons omdraaiden richting centrum, zagen wij, dat
alles één grote bouwwerf was , van de Brandeburger Tor tot aan de
Alexanderplatz ! Op de zo gezegde romantische en gezellige Unter den Linden
werd een nieuw stuk metro aangelegd en in plaats van er lekker te kunnen flaneren,
kon men nu onder het lawaai van de graafmachines, ter compensatie naar foto’s
kijken die aangebracht waren op de hoge afsluitmuren. Foto’s van Berlijn kort na het einde van de
oorlog, na het vallen van de muur en afbeeldingen hoe alles er nu anno 2013 “zou
moeten” uitgezien hebben. Wel, we hebben in een reality versie, een goed beeld
van het naoorlogse Berlijn gekregen.
Naast de Dom, de opera , het Rathaus en alle in renovatie
getooide bezienswaardigheden, torende telkens
een bos torenkranen, de hemel in.
Snotterend zochten wij naar onaangeroerde gezellige
hoekjes…tevergeefs het leek wel of Berlijn op het reisduo Vercauteren-Cornelis
gewacht had, om ineens in alle straten putten te graven, stukken uit te breken
of stenen te herleggen. Als er dan al een onaangeroerde straat bewandeld werd,
dan stonden er minstens drie mooie gevels in de stelling of waren ganse
gebouwen ingepakt met doeken. Het leek
wel of Cristo hier een snelcursus gegeven had.
Historisch is Berlijn natuurlijk wel belangrijk. Zo was ons logeeradres in een
appartementscomplex, opgetrokken op de ondergrondse, maar na de oorlog vernietigde Hitler bunker. Door ons raam zagen wij het monument voor
alle in de oorlog vermoorde joden. Een grote vlakte vol met stenen
rechthoeken. Een bewaker moest
regelmatig een hoop lachende,
poserende toeristen en schoolkinderen,
van de stenen halen, die waarschijnlijk de werkelijke betekenis van dit
gedenkteken niet ten volle meer begrepen.
Als ze durfden, en de zon had geschenen, zouden ze er zelfs hun picknick
op uitgestald hebben.
Als we onze straat
uitgingen kwamen wij onmiddellijk aan de resten van de Muur. Dit gedeelte was wel heel indrukwekkend en
vol verwachting stapten wij, de regen trotserend door de plassen, richting Checkpoint Charlie.
Toen alle fotograferende Japanners uiteengeweken waren,
konden wij deze “Disneyland”- toestand bekijken. Drie nep Amerikaanse soldaten, onder paraplu,
stonden voor het wachthuisje. Als je tussen hen in ging staan, kreeg je een grote
Russische pet op je kop gedrukt, en mocht
je jezelf, weliswaar met je eigen camera voor 10 Euro voor de rest van je leven
belachelijk op de foto laten vereeuwigen.
Na deze attractie, bezochten wij het Checkpoint Charly
museum. 12,5 Euro ingang per persoon en
als je een ecouteur wilde, dan kon je nog eens extra 3 Euro dokken. Het museum
bestaat uit allemaal kleine kamertjes. Wat wij niet wisten, was dat er na
ons, twee volle busladingen toeristen en
een volledige ongeïnteresseerde groep Nederlandse pubers in diezelfde kamertjes geduwd werden. Als haringen in een
ton, claustrofobisch warm probeerden wij de kilometers tekst te verwerken, maar
er was geen beginnen aan. Aan de helft van de tentoonstelde attributen kon je niet aan of omtrent. Met
een teleurgestelde rode kop vol snot en vijfentwintig euro lichter zakten wij
parapluend af naar de Potsdammerplatz.
Hier was het nieuwe Berlijn.
Wolkenkrabbers en een speciale met glas, overkoepelde winkelgalerij,
waar het leek of je onder een gigantische paraplu liep.
Van hieruit plensden we verder richting Reichstag, die maar
“ half” in de steigers stond. Binnen zijn we niet geraakt, want er stond een
rij verkleumde toeristen aan te schuiven, die de lengte van de Meir* benaderde.
Even verder liepen er een twintigtal Roma zigeuners, die
plotsklaps allemaal doofstom geworden waren .Hoeveel pech kan een mens hebben ? Allemaal hadden ze hetzelfde papiertje in hun
hand en loerden ze naar achteloze slachtoffers. Met kinderwagens vol mini
doofstommen, liepen ze op toeristen af, mimeden honger en wezen naar hun arme
bloeikes.
Maar wat we met onze eigen ogen zagen, waren twee”
doofstomme” zigeuner-haantjes, die twee lieve dikke dametjes aanspraken (enfin
hier een misplaatste uitdrukking natuurlijk)
Van zodra deze door schuldgevoel overmande volslanke
dametjes hun geldbeugel bovenhaalden, gritsten de twee dieven deze uit hun
handen en liepen als een weerlicht elk een kant uit, de twee goedgevulde toeristes
geshockeerd achterlatend… En natuurlijk geen Polizei in de buurt te bekennen,
want die stonden allemaal op wacht bij een ambassade en rond de slapende asielzoekers
voor de Brandenburger Tor.
Proestend en niezend,
bezochten wij ook Potsdam. Eventjes werd Berlijn dan toch nog spannend. Toen we op onze trein stonden te wachten,
hoorden wij in de verte sirenes dichter en dichter komen. Een aantal politieagenten stormden ons perron
op; Er was een verdacht pakket gevonden op de stilstaande trein op het andere spoor.
Wij werden met zijn allen zo ver mogelijk bij de trein weg gemaand. Zes agenten sleepten de koffer uit het
treincoupé en bleven er in een cirkeltje rond staan. Moest het ding op dat moment boem hebben gezegd…
Enfin even later kwam de verstrooide eigenaresse haar bagage
opeisen. Ze kon vertrekken met haar
koffer, een proces-verbaal en waarschijnlijk een flinke boete.
Aan het Sanssouci kasteel aangekomen, zagen wij dat de helft
van het gebouw omringd was door een stelling, een gedeelte ingepakt en in de
tuin stonden overal gravers en kranen . Eén derde van het kasteel was dan ook ter
renovatie voor het publiek gesloten.
Potsdam zelf, was heel gezellig. Nog eventjes meegeven, dat
men van bijna in het
stadscentrum tot aan het station, speciaal een
voetgangersgedeelte had aangelegd. Alle gemotoriseerd verkeer werd omgeleid,
omdat de weg volledig….. ja zeker …. Open geploegd was.
Manlief had zijn microben overwonnen, en ik zou ziek of niet
ziek, de laatste dag naar het overweldigend
mooie Pergamon museum gaan. Prachtig opgevat,
leek het wel of je in de Tentoongestelde tempels zelf rondliep. We
begonnen het stilaan gewoon te worden en waren dan ook niet verwonderd dat een
aantal zalen voor de geïnteresseerde toerist gesloten waren.
Maar met mijn gebruikelijke niessalvo’s, met tranende
oogjes, een kop waar het snot van links naar rechts leek te beuken en twee
hoogrode koortswangen was voor mij de lol er al vlug af.
Ik deed voor de rest van de dag en de nacht, wat ik thuis
ook zou doen. Ik kroop in mijn Berliner bed, nam twee paracetamols, en een hete
thee. Onder het donsdeken zou ik gewoon de rest van de namiddag en de nacht
uitzieken !
Hopelijk heb ik alle doofstomme zigeuners lekker met mijn
bacillen aangestoken !
Sim