zaterdag 15 november 2014

BELGIE - HOLLAND


 

Mijn eerste boekje ‘Het scharnierend schuurtje’ wordt door een Nederlandse uitgeverij uitgegeven. Op zich is daar totaal niets mis mee, ware het niet dat ik van hen de opdracht kreeg om mijn Vlaamse zinnen en uitdrukkingen wat te vernederlandsen.   De Vlaamse lezers lezen ‘plezante’ verhalen. Hollanders moeten ze ‘leuk’ vinden. Vermits de uitgeverij niet alleen op mijn Vlaamse achterban mikt, maar tevens mijn schrijfsels in Nederland gaat promoten, zal ik een Hollands tandje moeten bijsteken.  Uit statistieken blijkt dat Nederlanders nog steeds fervente boekenkopers zijn. De Vlamingen echter hinkelen ergens krenterig (kijk, nu al komen er Nederlandse woorden uit mijn pc ) achterop. Tijdens al mijn uitgeversopdrachten liep hier, in Antwerpen, inmiddels de  jaarlijkse Boekenbeurs.
In Vlaanderen werden nog nooit zoveel afhaalmaaltijden, afhaalchinees of thuis geleverde pizza’s besteld en gegeten. Duizend voorbereide schotels werden ’s avonds snel in de microgolfoven geschoven, want half  België zat tijdens het kookuurtje voor de buis. In plaats van in de keuken in de potten te staan roeren, zapten zij van het ene kookprogramma naar het andere.  Wat de Vlaamse boekenbeursbezoeker dan ook hoofdzakelijk maar interesseerde op deze beurs waren de BV’s en de BK’s. De ‘Bekende Vlamingen’, de ‘Bekende Voetballers’ en de ‘Bekende Koks’.

‘Leesminnend’ Vlaanderen verdrong zich in rijen van 10 voor de signeerstanden van de televisiekoks. Als er een uitgeverij aankondigde dat er een televisienitwit zijn opwachting zou maken en weeral een nieuw kookboek  zou komen handtekenen, ontstond er gegarandeerd een lezersfile voor deze stand. Er was ook massale belangstelling aan de stand waar een gesigneerde biografie over een Belgisch miljonairsvoetballertje van 23 jaar te koop was. U leest het goed! De aanvallende middenvelder van 23 is amper de tienerjaren voorbij en er werd al een levensloop over hem geschreven.

De fans stonden reeds anderhalf uur op voorhand aan de boekenstanden te wachten om hun ‘vedettes’ te zien. Het boek was bijzaak, het werd gekocht en vermoedelijk nooit gelezen noch in de keuken gebruikt. Het enige wat deze ‘boekenbeursgangers’ uiteindelijk wilden, was gewoon allemaal met de tv-koks, de soapsterren en/of hun Rode Duivel op de foto gaan. De echte auteurs, met de pen in aanslag, achter het bureau van de lege uitgeversstand, keken dit met lede ogen aan…

Ik dwaal af. Ik had het dus over de Vlaamse- en Nederlandse taal en mijn columns, die met het oog op de promotie bij onze noorderburen, eventjes onder handen genomen moesten worden.

Zo liet ik manlief, in mijn boekje, met ‘peper in zijn holleke’ naar het sanitair spurten. Geef nu toe, dit klinkt toch veel liefelijker dan ‘peper in zijn reet’. Het ‘anusgebeuren’ klinkt in het Nederlands toch een pak heftiger. Zo komt er bij de Vlamingen ‘verdunde speculoospasta’ uit hun achterste terwijl ze in Holland ‘zeven kleuren bagger schijten’. Hun grote boodschap noemen ze ook ‘poepen’. Bij de Vlamingen komt er met het woord ‘poepen’ niets uit, maar gaat er daarentegen iets in. Zo hebben wij, hier in het zuiden, ‘goesting’ in muizenstrontjes en zwarte jappen en hebben ze daarboven zin in hagelslag en zoute drop.  Echte zwarte en bruine muizenstrontjes lijken volgens mij dus veel meer op die chocoladelekkernij. Hebben jullie al eens bruine hagel gezien? Zwarte sneeuw, figuurlijk, dat kan, maar zwarte hagel?? Ze zijn daarboven volledig in de war. Zo geven ze beschuit met muisjes. Dit zijn witte en roze anijsbolletjes op een beschuit. Geef  nu toe dat dit totaal niets met muizen te maken heeft maar dat dit eerder op hagel lijkt. In Nederland speelt men verstoppertje en in Vlaanderen noemt men dit kinderspelletje ‘bedot’. Onze grootouders, de bomma’s en bompa’s worden meer noordelijker oma’s en opa’s en onze nonkel is een oom.  Hollanders nemen een kiekje, maar Vlamingen trekken nog steeds een foto.  Wij zijn met onze taal blijkbaar nog in het tijdperk van de beginnende fotografie blijven steken. Toen ‘trok’ men nog een glazen plaat uit het fototoestel omhoog.

Onze koffer is de belaadbare ruimte in onze auto, boven de noordelijke grens is dit de kofferbak. Een koffer is dan bij hen weer een stuk bagage en bij ons een valies.  Wij Vlamingen hebben een ‘curieuzeneuzemosterdpot’ en Nederland heeft een nieuwsgierig Aagje! Wij ‘verschieten’ ons een ongeluk en in Nederland schrikt men zich ‘het apelazarus’?? Terwijl de Nederlanders iets te vrezen hebben, zitten wij in Vlaanderen ‘met de poepers’. Wat een Babylonische spraakverwarring! Nochtans spreken wij dezelfde taal, of niet?

Zo had ik een jaar geleden een misverstand met mijn Amsterdamse vriendin. Zij vertelde mij dat ze bij het overlijden van haar 90 jarige tante, bij het opruimen van de kleerkasten, een kleedje voor mij achtergehouden had. Ik begreep er helemaal niets van. Wat moest ik mogelijkerwijs met een oubollig kleed van een antieke suikertante aanvangen? Ik reageerde lauwtjes want ik wou geen ‘ambras’… sorry ruzie,  met mijn vrienden.  Bij het eerstvolgende bezoek in Almere kreeg ik ongevraagd toch een plastiekzak in de hand geduwd met daarin het bewuste ‘kleed’. Het bleek een mooi tafelkleedje! Wat wij hier kleedje noemen, is bij de noorderburen een jurk. Een kleed is een tafelkleed of een vloerkleed. Bij ons is een vloerkleed een tapijt. Bij hen is een tapijt, een vast tapijt, iets wat over het ganse oppervlakte van de kamervloer gelegd wordt. Dit noemen wij dan weer ‘tapis plein’,voltapijt.
Om zot van te worden niet? Ho, ho nee hoor..om gek van te worden! Ook de klemtoon wordt bij sommige woorden door onze Nederlandse vrienden totaal anders gelegd. Neem nu bijvoorbeeld het woordje PIJAMA. We schrijven het beiden op identieke wijze. Als wij het uitspreken, wordt het op één of andere manier een totaal ander woord. Wat bij ons met de franse slag als ‘PIsjamma’ met een p dan een korte ‘i’, gevolgd wordt door een ‘ssjj’-klank, daarna een ‘a’, een goed hoorbare dubbele ‘mm’ om dan te eindigen met een korte ‘a’... uitgesproken wordt, roept bij de Nederlanders twee grote vraagtekens op: “Wat wil die Vlaming ons nu weer vertellen?” Bij hen moet pijama als ‘PIE- JAA- MAA’ klinken.
Onderweg naar het zuiden, stoppen wij op een camping in ‘Langres’. Fonetisch uitgesproken Langre. Onze noorderburen kamperen in Langrès…Wij rijden over de brug van Millau, die op zijn Frans klinkt als Mijo, maar Nederlanders blijven het viaduct van Milllaauu   nemen. 
Hierna schrijf ik dus een verhaaltje over een ‘Vlaams weekeindje weg en daarna volgt de vernederlandste versie! 

Vlaams weekeindje weg :

Wij werden door onze Amsterdamse vrienden uitgenodigd om het weekeinde bij hen door te brengen. Ik trok dus mijn schoonste kleedje aan en mijn nieuwe botten. Mijn pelsjas legde ik achterin de auto. Manlief draagt sinds zijn pensionering al lang geen kostuums en plastrons meer, maar blazers. Voor we de deur van onze bel-etage woning  in het slot trokken, zette manlief nog rap de vuilbak buiten. Hij keek in de brievenbus of de facteur er de gazet al ingestoken had.  Ik opende de koffer van de wagen en legde hier de valiezen in. In de appartementen rondom ons stonden de buren ons vertrek in de mot te houden.  Ik had voor onderweg alleen een fles plat water en wat appelsienen ingepakt. Wij zouden op weg naar Almere, de autostrade nemen tot de afrit Breda. Hier in het centrum wilden we nog geld uit de muur halen. Wij wilden bij de beenhouwer eventueel een broodje met hesp kopen. Misschien was er wel een leuk cafeetje waar we een croque-monsieur met een tas koffie konden bestellen. In de viswinkel konden wij dan wat maatjes, met ajuin en stukjes zoetzure augurk, aanschaffen. Dat vonden onze vrienden lekker als aperitiefhapje. We kwamen niet in de verleiding om nog bij een frietkot te stoppen en een pak frieten met stoofvleessaus te bestellen. Mijn vriendin had ons verzekerd dat het geen afhaalchinees in de microgolfoven zou worden maar dat zij voor ons weer die lekkere ‘pekesstoemp’ met stoofvlees zou klaarmaken. Daar had ik nu al zo’n goesting in! Toen we Breda uitreden, zou ik mijn vriendin met onze GSM opbellen en haar verwittigen dat we eraan kwamen.

Op weg naar Nederland.

Wij werden door Amsterdamse vrienden uitgenodigd om bij hen te komen logeren. Ik trok dus mijn mooiste jurk aan en mijn nieuwe laarzen. Mijn bontjas legde ik achterin de auto. Manlief draagt sinds hij  in de AOW is, al lang geen maatpakken en dassen meer, maar colbertjes. Voor we de deur van onze aanleunwoning in het slot trokken, zette manlief nog snel de vuilnisbak buiten. Hij keek in de brievenbus of de postbode de krant er al ingestoken had. Ik opende de kofferbak van de wagen en legde hier de koffers in. In de flats rondom ons stonden de buren ons vertrek in het oog te houden. Ik had voor onderweg alleen een flesje Spa blauw en een paar sinaasappels ingepakt. Wij zouden op weg naar Almere, de snelweg nemen tot de uit naar Breda. Hier in het centrum wilden wij nog ergens wat geld pinnen. (Ja het enige wat een Nederlander uit de muur haalt, zijn kroketten) We wilden, bij de slager eventueel een kadetje met ham kopen.  Misschien was er wel een leuk kroegje waar we een tosti en een kopje koffie konden bestellen. Bij de visboer konden wij dan wat jonge haringen, met ui en gesnipperde zure bom kopen. Onze vrienden vonden dit lekker bij de borrel. We kwamen niet in de verleiding om nog bij een patatzaak te stoppen en een bakje patat met stoverijsaus te bestellen. Mijn vriendin had ons verzekerd, dat het geen afhaalchinees in de magnetron zou worden, maar dat zij weer die lekkere wortelstamppot met draadjesvlees zou klaarmaken.  Daar had ik nu al zo’n zin in! Toen we Breda uitreden, zou ik mijn vriendin nog eventjes met het mobieltje bellen en haar verwittigen dat we eraan kwamen.
Vermoeiend hé.

Beste uitgever, ik zal mijn best doen. Nu geef ik de pijp aan Maarten...Aan wie? Juist, ik stop ermee, het is hartstikke leuk geweest. Doei!


 

 

 

zaterdag 8 november 2014

FAMILIEBIJEENKOMST MET KAFKAIAANSE TOESTANDEN


Vorig weekeinde trakteerde ik mijn neven en nichten op een etentje. Toen de wijn al wat gevloeid had en de tongen wat losser werden, kwamen de meest uiteenlopende Kafka-verhalen los. Iedereen had sinds het computertijdperk al eens een aanvaring gehad  met de digitale televisie - en telefoon providers, met arrogante medewerkers van allerlei overheidsinstanties en het systeem paraplu. De beste ‘Kafka- verhalen’ wil ik jullie echt niet onthouden.
 
Mevrouw Kafka werkt bij de posterijen:
Mijn neef, Guido had een tandartspraktijk met de naam G.Britolli BVBA. Guido stopte zijn activiteit en de firma werd, na een onoverzichtelijk kluwen van administratieve documenten, ontbonden. Na een paar maanden kreeg hij een briefje van de post in de brievenbus, waarop stond dat de BVBA G. Britolli een aangetekend schrijven moest afhalen. Guido ging naar het desbetreffende postkantoor. Vermits de firma niet meer bestond, nam hij de acte van stopzetting van de firma G.Britolli BVBA en zijn paspoort met zich mee.
De postbediende bezag het briefje, keek naar de papieren en verklaarde: ”de G. Britolli BVBA is weliswaar op hetzelfde adres gevestigd, maar is volgens mij niet hetzelfde als de BVBA G. Britolli. U krijgt de aangetekende zending niet.” Toen Guido wat aandrong werd de postbediende  arrogant en zei ze met een zekere minachting: “Meneer wilt U alstublieft voor mijn loket weggaan. Ik blijf erbij G.Britolli BVBA is niet hetzelfde als BVBA G.Britolli!”
Mijn neef probeerde met hand en tand uit te leggen dat de firma stopgezet was, maar dat hij de vroegere bestuurder was. Hij duwde zijn identiteitskaart onder de neus van de postbediende. Hij vroeg of ze hem dan eventueel kon vertellen wie de afzender van de brief was. Dit schrijven was vermoedelijk heel belangrijk anders had men dit niet aangetekend opgestuurd. Als hij de naam van de afzender wist, zou hij deze kunnen bellen om de juiste aanspreektitel te veranderen. De rood aangelopen, kortzichtige bediende weigerde de informatie te geven en zei alleen:“Meneer ik wens U niet verder te woord te staan. Ik blijf erbij G.Britolli BVBA is niet hetzelfde als BVBA G.Britolli, U houdt de achter U wachtende mensen op, verdwijn voor mijn loket!”  Gelukkig voor de postdame is Guido de zachtheid in persoon. Manlief had mevrouw Kafka waarschijnlijk door het doorgeefluikje van het loket naar buiten getrokken!

Kafka betaalt je rekeningen:
 
Toen we na een maand vakantie terug thuis kwamen, lag een onbetaalde rekening te wachten van Water-Link, de vroegere Waterwerken. Deze factuur werd binnen de week na factuurdatum gevolgd door een aanmaning met bijbehorende interesten en administratiekosten. Vermits wij regelmatig uithuizig zijn, laten wij alle doorlopende rekeningen met een domiciliëring bij de bank betalen. We contacteerden onmiddellijk Water-Link. De medewerkster verzekerde ons dat de bank de rekening geweigerd had. Zelf kon ze op de computer zien, dat onze domiciliëring al van 2003 dateerde en er voordien  nooit betalingsproblemen geweest waren. Zij was dan ook zo vriendelijk als we de rekening nog diezelfde dag betaalden, om de extra aangerekende kosten te annuleren. Wij namen contact op met de bank. De bankbediende hield vol dat Water-Link zelf de betalingsopdracht geannuleerd had, dat de bank nooit of te nimmer zelf een domiciliëring annuleerde. Een geïrriteerde bediende bij Water-link beweerde dan weer, dat zij ervan overtuigd was dat het hier om een fout van de bank ging. Om een lang verhaal wat korter te maken, na een maand gefrustreerd over en weer mailen en bellen met arrogante betweterige medewerkers, bleven zowel de bank als Water-link de bal naar elkaar doorspelen. Water-link bezorgde ons een status waarop men kon zien, dat bij hen de domiciliëring nog steeds lopende was. De bank mailde een computerfile waarop duidelijk de domiciliëring uitgevinkt was. Toen er na een maand weer een niet betaalde rekening in de bus viel, ontplofte manlief. Hij dreigde ermee van bank te veranderen als de boel niet binnen de 24 uur opgelost was. Wonder boven wonder ging er plots, ergens in het bankwezen, een licht branden. De volgende dag liet onze bankbediende weten, dat op het hoofdhuis, computer veranderingen doorgevoerd waren. Daar waren gedurende de vakantiemaanden ‘vermoedelijk’ verschillende fouten ingeslopen… Moraal van dit verhaal. Als je als klant niet op je strepen staat en van je afbijt, gaat het systeem ‘paraplu’ in werking en word je oeverloos van het kastje naar de muur gestuurd. 

Kafka is Franstalig:

Ook het voormalige Belgacom, nu Proximus ontsnapt niet aan de onafgebroken ergernis en frustratie van de doorsnee klant. Toen de moeder van  nichtje Laurie overleed, bracht zij de acte van overlijden naar de klantendienst. Hier werd door een vriendelijke dame verteld, dat zij al het nodige zouden doen om het telefoon- en digitaal kijken- abonnement met onmiddellijke ingang te annuleren. De eerstvolgende factuur zou de allerlaatste zijn. Groot was de verwondering van Laurie, toen er nog zeker een viertal facturen in de brievenbus van het moederlijk huis bleven vallen. Alle rekeningen werden netjes teruggestuurd, maar steeds opnieuw kwamen ze als een boemerang terug naar het inmiddels verkochte appartement. Niet alleen moesten Laurie en haar man het rouwproces verwerken, het appartement leeghalen maar ook nog eens tegen een ‘Kafkaiaanse’ bureaucratie opboksen.  Dus wat doet een brave cliënt, hij of zij belt Belgacom/Proximus om uitleg : Indien U nieuwe klant wilt worden, druk 1:  om een verhuis te melden, druk 2:  om informatie over Uw facturen, druk 3 en zo voort”. Dus oké, 3 werd ingedrukt. “Al onze medewerkers zijn in gesprek, gelieve aan Uw toestel te blijven.” Nadat Laurie een volle tien minuten met een irriterend muziekje en de telefoon tegen het oor gedrukt wachtte, kwam de dame in kwestie nog eens zeggen:” Al onze medewerkers zijn nog steeds in gesprek, daarvoor onze excuses, gelieve aan Uw toestel te blijven”. Nog eens tien minuten verder, viel het muziekje weg en kreeg ons nichtje een bezettoon. Nadat Laurie op verschillende dagen en tijdstippen deze tijdrovende  handelingen steeds opnieuw zonder resultaat herhaalde, drukte zij op nummer 1. “Indien U een nieuwe klant wilt worden, druk 1”.  Binnen de 5 seconden had zij een medewerkster aan de lijn. Deze mevrouw was heel verwonderd maar nadat zij de gefrustreerde uitleg gehoord had, wilde zij onmiddellijk meewerken. “Ik zie hier, dat Uw moeder destijds het abonnement onderschreef in het Franstalige gedeelte van Brussel en zij verhuisde nadien naar Antwerpen, ja? Ik zal U doorverbinden met de desbetreffende klantendienst” Onmiddellijk kwam er een bediende aan de lijn. Madame Kafka verstond geen jota van de Nederlandstalige uitleg. Laurie, zelf half Franstalig opgevoed, legde het probleem in het Frans uit. “Ha, oui, je comprend, ik begrijp het.  Je consulte l’ordinateur, ik zal eventjes in de computer kijken. Eh bien, bij het abonnement van Uw moeder ik zie staan une notation, maar je ne comprend pas le Néerlandais, ik versta keen Nederlangs.  Alors, voulez- vous, wilt U dit voor mij traduire, vertalen? Ik et miskien zeggen, mot par mot, ou bien vous le préférez  phonétiquement?”  De bediende hakkelt op zijn Di Rupo’s Nederlands “Ecoutez, er staat ‘on middel li jeke stop zet tinggg van l’abonnement oewegens over lijeiijden’.. et ça veut dire quoi???” ‘Onmiddellijke stopzetting van het abonnement wegens overlijden’, zo simple was het! De omgekeerde wereld, een medewerkster van een gigantisch bedrijf als Belgacom/Proximus die een vertaling aan een klant vraagt??! Geen haar op het hoofd van deze Belgische Franstalige medewerkster had eraan gedacht om ook maar iemand om een vertaling te vragen van wat er voor haar neus stond. “Oewat ikke niet verstaan, moet ik niet veroewerken n’est-ce pas!” Bedankt Belgacom/Proximus voor Uw competente medewerkers!
 
Als kers op de taart, wil ik jullie zeker ‘The amazing story of the American Kafka’ niet onthouden.

Mijn neef en nicht, Glendon en Marie-Louise kwamen samen met hun kinderen, na een vermoeiende vlucht heel laat op de avond, in Amerika aan. Het was elf uur ’s avonds. Het restaurant van het hotel was al gesloten en de room service niet meer voorhanden. Zij hadden nog geen huurauto en alle eetgelegenheden in de directe omgeving hadden hun rolluiken al geruime tijd neergelaten. Zelfs de fastfoodketen aan de overkant van de straat had alle lichten uitgedaan en zat niet meer te wachten op de legen magen van deze Belgische toeristen. Geen nood, de fastfoodketen bezat een drive in restaurant, open 24h/24h. Glendon en zijn zoon gingen te voet tussen de wachtende auto’s aanschuiven. Aan het kastje plaatsten ze hun order. So far so good! Toen ze aan het doorgeefluik van de drive in kwamen, hadden ze pech. Mister American Kafka, was juist aan zijn nachttaak begonnen. “Sorry Sir, where is your car? Waar is jullie auto?” “We just arrived en wij hebben nog geen huurauto, what’is the problem?”
“The problem is Sir, dat ik, volgens our insurance policy geen maels mag afleveren aan mensen zonder auto!”  Alle mogelijke argumenten van het naar eten snakkende duo, werden van het menu gevaagd. Glendon babbelde zich blauw maar de afhaalidioot was niet te vermurwen: “No car, no food!”. Met een gebaar van ‘please leave the area Sir’ zagen de twee Belgen, de voor hun ingepakte fastfood zak  in het hokje van de kassa verdwijnen. Ondertussen had er zich al een hele file auto’s gevormd met hongerige en op vettig eten verlekkerde mensen. De eerstvolgende wagen reed tot voor het loket. De bestuurder draaide de raampjes aan beide zijden van de auto open en riep mijn neef en zijn zoon terug. Zij moesten zich naast de auto, langs de kant van de medepassagier opstellen. Vervolgens vroeg de Amerikaan de bestelling van Glendon  aan de halfgare nachthulp. Deze schoof, zonder mopperen, het ingepakte nachtelijk diner door het raampje van de auto. De bestuurder gaf de zak aan zijn medepassagier, die vervolgens de waarschijnlijk ondertussen koud geworden hap aan Glendon en zijn zoon gaf. Op dezelfde manier werden de dollars ter betaling, door de beide autoraampjes, van Glendon opnieuw aan de medereiziger, vervolgens aan de bestuurder en dan aan de fastfood medewerker gegeven. Het wisselgeld legde hetzelfde traject in omgekeerde richting af. “Sorry Sir, rules are rules!”   
 
 

 

.