Het was kerstvakantie en
kleinzoontje kwam bij ons logeren. Nu is voor die kleine snoeper geen etentje
volledig als er geen nagerechtje achteraan komt. Hij bedoelt dan niet een
doordeweeks ijsje, maar een echt dessert. Griekse yoghurt met honing en fruit
(maar dan niet met teveel fruit want dat is te gezond), chocolademousse of
pudding, rijstpap met bruine suiker, crème brulée of een taartje gaan er zonder
veel problemen in. Die kleine zevenjarige smulpaap kan zijn Nana als geen ander
rond zijn vingertje winden en dus zou er voor het afronden van het kerstdiner
liefst iets heel speciaals uit de lekkernijhoek moeten komen. Ik pijnigde mijn
hersens en dacht onmiddellijk aan de profiterolles die ik zo’n 35 jaar geleden
eens zelf gebakken had. Ik vergeet nooit die allereerste keer dat ik de echte
profiterolles, gevuld met vanille ijs en overgoten met smeuïge chocoladesaus
geproefd had. Wij kampeerden in Zuid-Frankrijk, in de omgeving van Agde en
gingen op uitstap naar Pèzenas, de stad van Molière. Het was juli en een hete zonovergoten dag. We
hadden voor de lunch een tafeltje in de schaduw gevonden op een terras van een
klein restaurantje. Voor dit eethuisje prezen allerlei menuborden de
plaatselijke streekgerechten aan. Mijn vader zei altijd: “Probeer zoveel
mogelijk van de wereld te zien. Waar je ook bent, ga niet voor de Belgische ‘biefstuk-friet’
maar tracht steeds het locale inwonersmenu te proeven.” Terwijl mijn twee mannen voor een veilige
pizza kozen, ging mijn vaderlijk gen in overdrive en wees mijn vinger
onmiddellijk het plaatselijk aangeprezen lunchmenu aan. Er stonden twee
gerechtjes op die ik helemaal niet kende. De ongekende keuzes lieten het water
alvast in mijn mond lopen: Brochette
d’abats en als dessert profiterolles. Ik
geef toe dat niet alle streekgebonden gerechten overgrote successen waren.
Vooral in landen waarvan we de taal niet machtig waren en we de vreemde tekens
niet konden lezen, konden we nogal eens voor verrassingen komen te staan. Het
was zoiets als Russische roulette spelen. Vier keer ging het goed en de vijfde
keer kreeg je soms een met look en peterselie opgesmukte stront op een bordje
voorgeschoteld. Dit risico moest je er dan maar bijnemen als je nieuwsgierig en
avontuurlijk was. Zo aten manlief en ik, in Thailand gefrituurde krekels en
blauwglanzende torren, die lekker knisperend waren en net als onze chips
proefden. In Ecuador smulden wij op de
markt van cuy, de op de barbecue geroosterde cavia’s, die net als konijn
smaakten. In Vietnam sliepen wij bij de plaatselijke bevolking in een
‘homestay’. Hier kregen wij een uiterst
lekker stoofpotje voorgeschoteld. Nadat wij onze buiken goed rond gegeten
hadden en wij de laatste restjes met brood bij elkaar schraapten, vertelde onze
gids ons, dat dit een ‘hondjesstoverij’ was. So what..het was verdomd lekker! Nabij de Victoria Falls in Zimbabwe kregen
wij, als inheemse delicatesse, zwarte wormen geserveerd. Onze medereizigers
keken kokhalzend toe, toen wij in de wormen beten en er een wit puddingachtig
slijm over onze lippen liep. Het liet alleen een afgrijselijke ongedefinieerde
verdufte grondsmaak na. Dit was dus de
vijfde kogel van de Russische roulette.
In Pèzenas, in de schaduw van
de acaciabomen zat ik dus verlekkerd te wachten op mijn nieuwe
ontdekkingen. Terwijl mijn ex-man en
mijn zoontje hun tanden in de geurige pizza’s zetten, kwam er voor mij een
spies met gegrild vleesafval. Abats, abattoir…slachthuis…had ik eventjes
doorgedacht dan had ik het kunnen weten! De brochette met stukken tripes, tong,
niertjes en lever was versierd met een blaadje sla, een sneetje tomaat en drie
stukjes aardappel. Mijn smaakpapillen kwamen in opstand. Als er nu één ding ter wereld was, wat ik
absoluut niet binnenkreeg…juist. Het hoofdgerecht was voor mij dus een Franse
slag in het water. De Pèzenassenaars mochten hun lokale lekkernij zelf
oppeuzelen. Ik was( en trouwens nu nog steeds niet) totaal geen fervente
dessertmadam, maar nu zat ik toch hongerig en vol ongeduld op de profiterolles
te wachten. Daar kwamen ze dan, vijf luchtige soesjes, gevuld met romige
vanille ijs en overgoten met glanzende pure chocoladesaus. En engeltje dat op
je tong pieste.
Terug in Antwerpen ging ik op
zoek naar diezelfde lekkernij. Het enige wat ik vond waren kartonachtige fabriekssoezen
gevuld met slagroom die in de verste verte niet op het hemelse toetje geleken.
Ik besloot voor kerstavond de profiterolles dan maar zelf te maken. We bevonden
ons nog in het voorhistorische computertijdperk en het woord “google” was een
nog niet uitgevonden begrip. Met een recept van soezendeeg, uit het ‘Grote
Kookboek van de Boerinnenbond” toog ik aan de slag. Ik mengde, ik roerde en ik
kliederde. Ik spoot met een zelfgemaakte spuitzak bolletjes soezendeeg ‘als
eieren zo groot’ op het bakpapier. Vol ongeduld keek ik door het raampje van de
oven. De krengen bleven groeien en zwellen. Na 25 minuten had ik aan elkaar
gekoekte sinaasappelgrote soezen. Het rook heerlijk in de keuken, naar
wafelenbak en het smoutebollenkraam. Ik kreeg het niet over mijn hart, mijn
eigengemaakte halve tennisbalgrootte ‘profiterolletjes’ in de vuilnisbak te
kieperen. Ik sneed ze open, vulde ze met een grote bol vanille ijs en overgoot
ze met warme chocoladesaus. Er konden er juist twee naast elkaar op het
dessertbordje en toen ik ze opdiende, was het net of ik aan iedereen een paar negerinnenborsten
cadeau deed. De mannen likten suggestief de chocolade van de soezen terwijl de
dames, een beetje lacherig en maten vergelijkend, de lepel in het nagerechtje
duwden. Het gelach en het commentaar over mijn ‘tietendessert’ heeft me nog
geruime tijd achtervolgd.
Na 35 jaar zou ik het
goddelijke dessert voor mijn kleinzoontje nog eens opnieuw uitproberen. Ik
googlede en kreeg onmiddellijk een honderdtal recepten. Dus als een volleerde ‘profiterolkenner’ ging
ik opnieuw aan de slag. Ditmaal waren ze perfect van grootte en structuur, ze smolten
op je tong. Mijn eigen ‘komen eten’-familie gaf me na het kerstdiner een
welverdiende 9/10 voor sfeer en gezelligheid. Mijn zevenjarig kleinzoontje
glunderde. De chocoladesaus zat overal, van zijn mondje over zijn neusje tot
achter zijn oren. Hij stak zijn bruine duim
omhoog en zei dat hij voor dit dessert een overduidelijke 10/10 gaf.
Dus tv koks, Jeroen Meus,
Piet Huysentruyt en Sofie Dumont jullie zijn verwittigd. Als het aan mij ligt,
komt er dit najaar een nieuw erotisch kookprogramma à la Nigella Lawson “Chez
Nana” op de buis. Ik zal kookzappend Vlaanderen overspoelen met mijn chocolade ‘tietendessert’
en leg er dan voor de dames nog een aanschouwelijke banaan bij!
Om de verkoop van mijn
eventuele tweede boek, als kookboek, wat aan te zwengelen, volgt hierna het
recept van overheerlijke profiterolles!
De ingrediënten in dit
recept zijn voor 4 tot 6
personen.
de soesjes:
5 eieren
100 g boter
180 g bloem , 2 grote soeplepels
zelfrijzende bloem en de rest patisseriebloem
25 cl water = 1 bierglas
1 vanillestokje of een half zakje
vanillesuiker.
1 snuifje zout
de chocoladesaus:
200 g donkere chocolade
100 g suiker
1 klontje boter
1 dl water
de afwerking:
1⁄2 l vanille-ijs
bereiding
de soesjes:
Weeg alle ingrediënten zorgvuldig
Zet een kookpot op een laag vuur en
giet het water in de pot. Voeg er de boter bij het halve zakje vanillesuiker of
de zaadjes uit de vanillestok . Snij de
vanillestok overlangs door en schraap met een mespuntje de zaadjes uit de beide
helften van de peul.
Laat de boter smelten en giet dan de
bloem in de pot. Zet het vuur op een laag pitje en meng alle ingrediënten met
een houten lepel, tot ze samenklitten tot een deeg.
Haal de pot van het vuur en voeg nu de
eieren één voor één toe. Meng tussendoor krachtig tot elk ei in het beslag
verwerkt is. Dit vraagt een beetje inspanning! Om je een idee te geven: het beslag
moet de dikte hebben van egale stopverf.
Voeg een snuifje zout toe, meng goed
en vul de spuitzak met het soezenbeslag. Indien je geen spuitzak hebt, neem dan
een plastiek diepvrieszakje er snij er aan één hoek een punt af
Verwarm de oven voor op 180°C. Hou de
ovenplaat er uit.
Bedek de ovenplaat met een vel
bakpapier.
Neem de spuitzak en spuit egale
toefjes beslag op de bakplaat. Laat voldoende ruimte tussen de porties beslag,
want het volume zal tijdens het bakken verdubbelen.(denk aan mijn eerste baksel
35 jaar geleden!) Kies voor porties die half het volume hebben van de inhoud
van je ijsschepper. Zet de ovenplaat in het midden van de voorverwarmde oven.
Bak de soesjes gedurende 25 minuten in
een oven van 180°C, en laat ze nadien even afkoelen.
Je kan de soesjes ruim op voorhand
bakken, ze vullen en ze in de diepvriezer bewaren. Laat ze daarna +- 15 tot 30
minuten ontdooien.
de chocoladesaus:
Zet een steelpannetje op het vuur en
doe het water en de suiker erin. Breng het mengsel aan de kook zodat er een
bleke suikersiroop ontstaat.
Breek de chocolade in stukken en smelt
ze in de siroop. Roer voortdurend met een garde, tot je een glanzende saus
krijgt.
Meng ten slotte een klontje koude
boter door de saus.
de afwerking:
Snij de gebakken soesjes middendoor.
Gebruik hiervoor een scherp mes (bv een steak- of broodmes).
Leg op elk half soesje een bolletje
vanilleijs. Plaats er de hoedjes op, en serveer de profiteroles met een flinke
lepel warme chocoladesaus.