Het begon al zo’n 55 jaar
geleden. Ik had spierwitte haren en een bleke glazige groene huidteint. Als ik
al een blos op mijn wangen kreeg dan had ik gegarandeerd koorts. Ik had dus als
lagere schoolleerling geen al te gezonde uitstraling. Er werd bij mij dan ook
anemie vastgesteld, een milde vorm van bloedarmoede. Dit werd destijds verholpen
door bovenop de extra groenten, fruit, ijzerpillen, en een poging tot het
slikken van levertraan, mij een jaar lang dagelijks, ofwel een bord sla, een
bord spinazie, een stuk gebakken kalfslever, gebakken hartvlees of
paardenbiefstuk te laten eten. Ik kan jullie verzekeren dat, van zodra ik het
ouderlijk huis verliet, al deze ingrediënten nog nauwelijks op mijn
aankooplijstje voorkwamen. Ik werd al groen als ik ze ergens in een rek zag
liggen.
Tot mijn zoontje geboren
werd. Toen baby/peuter Tom aan de gemixte aardappel- en groentepapjes begon,
had hij voor zichzelf uitgemaakt dat alle hapjes groen moesten zijn. Niet een beetje heel lichtgroen, niet wit,
niet rozig, niet geel of worteltjesoranje, maar groen-groen! Op allerlei
slinkse manieren probeerden wij de lepeltjes gepureerde voeding naar binnen te
krijgen. “Toet, toet, sjoek, sjoek, daar komt de trein…mondje open, allemaal
uitstappen!” Met het lepeltje worteltjespuree heel hoog in de lucht: “Zoef,
zoef, vroemmm, het vliegtuigje is daar, vlug mondje open, allemaal uitstappen.”
Zijn oogjes volgden de oranje aardappelpuree, maar geen passagier geraakte in
de luchthaven. “Broem, broem, hier komt de auto, tuut, tuut, garage open.”
Zoonlief bleef zijn lipjes op elkaar
persen en bekeek ons met een zekere intensiteit alsof we hem cyaankali wilden
voederen.
Aan deze machtstrijd moest
dringend een einde komen. Ik kocht een diepvrieszak vol met kleine porties
spinazie. Dagelijks roerde ik hiervan een blokje door het aardappelprakje.
Zonder het “trein- tram- busdag” toneeltje ging de peutergarage open en
verdween het ene lepeltje groene prut na het andere in het opengesperde mondje.
Zo fopt men Frederik, maar ook kleine Tommekes. Of het aan zijn Noorse Viking- genen langs
vaderskant lag of aan de dagelijkse consumptie van spinazie, zoonlief groeide
op als een beer van een vent, een Schwarzenegger met de kracht van een Jerommeke.
Mijn tweede echtgenoot stond
bij het uitdelen van de lengtes, duidelijk niet op de eerste rij. Hij werd
geboren juist voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog en werd als baby onmiddellijk
door zijn ouders meegenomen op de vlucht naar Frankrijk. Door het ontbreken van
groenten, fruit en allerlei hoognodige voedingsmiddelen tijdens de oorlog is
volgens manlief zijn ganse generatie kleiner van stuk uitgevallen. Zijn lengte
kan ook genetisch bepaald zijn omdat zijn moeder en vader beiden amper boven de
1.60 m uitkwamen. Manlief eet het liefst dubbele porties groentes, propt zich
vol met allerhande sla’s en is verzot op paling in ‘t groen. Misschien hoopt
hij nog steeds op een verlate groeistuip of wil hij gewoon het vitaminetekort
van zijn jeugd inhalen. Manlief eet het
liefst alle groentes die niet bepaald op mijn hitparade staan. Ik bereid dus
als een liefhebbend vrouwtje, spruitjes, savooiekool, groene kool,witte kool en
bladspinazie. Ik ben nog van de generatie dat je alles, lusten of niet, moet
proberen te eten. Ik laat deze naar schetenruikende bereidingen en groene
slijmgroentes dan ook met een licht onbehagen door mijn slokdarm schuiven.
Nu we hier op Tenerife
overwinteren, leek het wel of manlief een spinaziebacterie had opgedaan. Ook bleek TV- kokend Vlaanderen volledig tegen mij
samen te spannen.
De eerste week van ons verlof,
bereidde Jeroen Meus in zijn programma “Dagelijkse Kost”, een gebakken
boerenworst met een berg ‘spinaziestoemp’. Boven in deze groene aardappelberg
werd er een kratertje gemaakt, gevuld met een lepel vettige, glanzende
vleessaus. Nog voordat Jeroen kon zeggen: “Dit is nu een echt gerechtje van ons
moemoe, laat het jullie smaken!” Zei manlief al: “mmmm spinazie, lekker, kunnen
we dat morgen eten?”. De week daarna kwam Piet Huysentruyt op de televisie met
een stukje kabeljauwfilet op een bedje van spinazie. Het geheel werd versierd
met quinoa, met uren in de oven gebakken pelletjes van tomaten, een zalfje van
knolselderpuree en rozemarijnbloemetjes. Nog voor ik Piet’s prutserig menuutje kon
afbreken, was daar al de vraag van manlief of er nog spinazie in de diepvries zat…grr.
En wat dachten jullie dat wij ’s anderdaags aten, juist weer die groene
smurrie. Een paar dagen later hoorden we op de radio een interview met een tv-
kok. Hierin werd de mythe van Popeye,
die door het eten van spinazie, sterker en sterker zou zijn geworden, volledig
ontkracht. Er zit inderdaad ijzer in spinazie, maar niet in die mate zoals het
tekenfilmwereldje ons wil doen geloven. Manlief hoorde het woord spinazie en
toen ik zag dat hij opnieuw het spinazieoffensief wilde inzetten, spurtte ik de
badkamer in. Ik heb ondertussen al SM- dromen van vijftig tinten groene
mannetjes die mij met lepels slijmerige bladspinazie achtervolgen. Het woord
spinazie komt stilaan mijn oren uit en niet alleen uit mijn oren. Het groene
goedje komt er bij mij langs achter even groen uit, dan dat het er langs boven
ingegaan is! Nu moeten jullie niet denken dat het dagelijkse menu voor mij
alleen kommer en kwel is hoor. Op spinazieloze dagen, dat is onze afspraak,
bereid ik alles wat ik lekker vind! Inktvis, kippetje, steak met frietjes en
een ijsje toe, voor mij chocolade-ijs en hoe kan het ook anders: voor manlief
groene pistache…
In de supermarkt leid ik sinds
een paar dagen de aandacht van manlief af en loop ik met een grote boog om de
vrieskasten heen, waar de zakken diepvries “espinaca” opgestapeld liggen. Er
ligt nu nog één portie van het gifgroene goedje in onze eigen Canarische diepvrieskist.
Dus nog één keer op de barbecue gegrilde baars op een bedje van groene spinaziepuree
en de zaak is rond. Nog één keer een groene ijzer opstoot en wij kunnen meedoen
aan de Iron Man..Deze lunch moet ik zeker niet in laatste twee weken van onze vakantie
klaarmaken. Stel je voor dat wij anders voor onze terugvlucht, door ons hoog
ijzergehalte, niet door de metaaldetector geraken.
Groenige Sim, Costa del
Silencio 15/2/2015