Het is de allereerste keer
dat wij, door omstandigheden, eind mei, begin juni op Tenerife beland zijn. Al
de bomen die tussen de witte huisjes en langs de promenades in Los Cristianos,
in de winter bijna op sterven na dood leken, hebben plots een explosie van
flamboyante rode bloemen. Als de bloemen naar beneden vallen, lijkt het net of
de rode loper met rozenblaadjes speciaal voor ons uitgerold werd. Dikke trossen
roze rode oleanderbloesems steken fel af tegen de knalblauwe hemel en purpere bougainvillia
klimt overdadig tegen alle muren omhoog. Op de wandeldijken kuieren echter
behoorlijk minder toeristen dan in de winter. Eind mei en begin juni is duidelijk
voor Tenerife het dode seizoen. Verschillende restaurantjes zijn voor de
jaarlijkse vakantie gesloten. Overal zijn diegenen die achtergebleven zijn aan
het renoveren geslagen en herstelt men de zwembaden die er nu wat droog en
verlaten bijliggen. Ook ziet men nu amper seniorenoverwinteraars, die
gehandicapt of niet, met tandemrolstoelen als F1 kamikazepiloten tussen de
wandelende vakantiegangers, de dijk afzoeven. De meeste toeristen zijn nu jongelui
en jonge gezinnen met kleutertjes. Begin juni werd er echter een nest Britse toeristen, van
het slag dat de toegang tot Mallorca en Ibiza verboden werd, op de Tenerifse
wandeldijken losgelaten. Mannen, vrouwen, jong of oud, allemaal hebben ze de
meest idiote tekeningen en krabbels op hun huid gezet. Volledige armen, benen,
ruggen, buiken en zelfs hoofden zijn met Chinese inktpatronen vol geklad. Grote
christelijke kruizen, Maria afbeeldingen,de Engel Gabriël, diverse bloemen en
Chinese lettertekens zijn het meest
geliefde onderwerp. Als er één voorbij slentert zonder zwart blauw geklieder
ergens op zijn lichaam, wordt hij als een unicum aangestaard. Maar deze
volledig blanke spierwitte Brit is dan ook meestal na één dagje zonnen kreeftrood.
Volgetekende voetballertjes look a likes, met gebleekte kuiven, lopen trots hand
in hand met hun sexy partners, die met een string aan en twee vol getatoeëerde
kadetten, als in hun blote kont over de wandeldijk paraderen. Daarachter
waggelen de horizontaal uitgezakte tattoo-Jerommekes die met hun armen alleen
in grote accolades rond hun lijf kunnen zwieren met hun Britse volgekrabbelde
Rubensvrouwen. Zij vonden elkaar duidelijk niet op Tinder maar op de “More
drawings and fat” app. Met hun blote bovenlijven en vet kwabberende bikinilijven
laten dit plat en onontwikkeld zootje zich respectloos op de
restaurantterrassen neerzakken. Nu ben ik zelf niet meer van de jongste en de
magerste, maar wat je hier op de promenade aan tonnen vol getatoeëerde lijven
ziet voorbij waggelen, grenst aan het ongeloofbare. Ook grote groepen ordinaire
Engelse verhitte vrijgezellen zwalpen in verschillende stadia van dronkenschap
en ontbinding luidruchtig voorbij. Als dit het niveau is van de doorsnee stemgerechtigde
Brit, dan begrijpen wij hoe de Brexit tot stand is gekomen. Manlief merkt op
dat het alleen de blanken zijn die zich als stripleesboeken laten
volkliederen. Gat in de markt voor de
tattooshop die alleen met witte verf de zwarte Afrikanen gaat tatoeëren! De
tattoe- bacterie is nu zelfs al op de Spanjaarden overgeslagen. Geen enkel jong
lichaam is nog ongesigneerd.
Ook in de meeste souvenirwinkeltjes is het
veel stiller. Pakistaanse of Indische verkopers trachten je met “hello my
friend” de hand te schudden en je op die manier hun shop in te sleuren.
Zoals trouwens in heel
Europa, is het Canarische wagenpark echter de laatste 5 jaar behoorlijk
toegenomen. Enkele jaren geleden reden wij nog praktisch alleen over de
snelweg, maar zelfs nu, terwijl er een pak minder junitoerisme is, staat men
soms behoorlijk in de file. Een parkeerplaatjes vinden,waar we vorig jaar nog
blindelings naartoe reden, is nu al een huzarenstukje geworden. Zij aan zij
staan de kleine autootjes, als mini crematoriumoventjes, in de felle zon te
schitteren. Nog een jaar of twee, drie en men kan ook hier al voor
woon-werk-verkeer de elektrische fiets gaan promoten.
De oorspronkelijke naam van
de Canarische eilanden, was Canariae insulae , wat “hondeneilanden” betekent.
De Spaanse locals krijgen het
klaarblijkelijk beter en beter. Dat zie je ook aan het aantal honden, die als
een echte plaag jaarlijks aangroeien. Eén hond is geen, minimum één voor madame
en één voor mijnheer.Nu hebben ze eindelijk de zieke en zwerfkatten aangepakt,
maar nu zie je een hondenepidemie ontstaan. Niet in de toeristische centra,
maar daar waar de Canaries zelf wonen is een hond hebben een gegeerd
statussymbool geworden. Zo zagen we al een paar dagen een man met aan elke hand
twee honden door het Chayofita-complex wandelen. Je denkt dan spontaan aan een hondenwandelaar,
die voor een kleine bijdrage de blaffende hartendiefjes bij hun respectievelijk
minder mobiele baasjes gaat ophalen en ze dan na het obligate kakje en pisje terug bij ze afgeleverd. Niets is minder waar.
Het is zijn eigen roedel! Ach zijn eerste hondje had zo’n verlatingsangst en
blafte de buurt bij elkaar toen baasje eens iets zonder hem wou ondernemen. Hoe
zielig, vlug een tweede hond bijgekocht. Maar in plaats dat ze elkaar
bezighielden, jankten ze nu allebei zo hartverscheurend hard, dat er klachten
van de omwonenden kwamen. Misschien dat een derde lieverd soulaas zou brengen.
Nu werd er in een driekoppige canon jankend, keffend en blaffend tekeergegaan.
Eens proberen met een vierde joekel? Als deze man een derde arm gehad had, dan
liep hij vermoedelijk met een kudde van zes rond.
En overal kakken en pissen. Het
zand rond de palmbomen, de lantaarn- en wegwijzerpalen zijn ondertussen
onderaan echte wegrottende en weggeroeste pispalen geworden. Als je al een
hondenbezitter met een vol kakplasticzakje ziet rondlopen, dan is dit meestal
een inwijkeling die deze norm en gewoonte vanuit zijn thuisland meegebracht
heeft. Verschillende muurtjes worden duchtig afgesnuffeld. Pootjes gaan om
beurten omhoog en tegen de afscheiding ontstaat er een urinekleurige
driehoekige opgedroogde waterval, die vettig en naar ammoniak stinkend op het voetpad doorloopt. De
meeste Spanjaarden hebben er letterlijk schijt aan dat hun honden overal een
drol leggen. Liefst een grote stinkende hoop op de witte tegeltjes vlak voor je
deur. Gelukkig worden de viervoeters op de stranden verboden, want
hier aan de Costa del Sol, aan de gele rots, waar het in de winter zo zalig
rustig kan zijn, is het inmiddels in de weekeindes een hondenzwemparadijs geworden.
Je wordt er horendol van de blaffende honden die hun zwemmende baasjes niet
achterna durven springen of die elkaar naar de strot vliegen. Als de Canaries
uit werken gaan worden die arme dieren jankend een ganse dag in de kleine
appartementjes of op terrasjes achtergelaten.
Wij hebben een totaal ander begrip van dierenliefde.
Wie voor een paar weken aan de Costa del Sol op Tenerife
verblijft, wordt zonder probleem een notoire hondenhater! Neen een hondenbaasjeshater....
Sim, Waf waf Costa del Silencio Tenerife, 11 juni 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik hoor heel graag van jullie wat jullie van mijn verhaaltjes vinden ?