Om drie uur schalde de wekker
door de stilte van de nacht. Slaapdronken wankelden wij richting badkamer en
wurmden ons in onze kleren. Het licht werd in de living aangestoken, zodat de
luchthaventaxi zonder problemen in de donkere nacht, het juiste afhaaladres kon
vinden. Tien minuten later schenen twee
zaklampgrootte lichtbundels de donkere straat in tot juist voor onze deur. In
de taxi zaten nog twee lijkbleke vermoeide, nog vroeger opgestane en afgehaalde
vakantiegangers. In de ruimte schalde, op dit onchristelijk vroege uur, op de
autoradio, een hypervrolijke Christof het
“Onze Vaderlied”, gevolgd door Hoziers’“Take me to the Church”. Man, man, was het misschien het nachtelijk
verzoekuurtje “vragen staat vrij” radioprogramma van de geloofsgemeenschappen. Er ontbrak nog
juist een islamitisch deuntje aan. Maar die geloofstak zou zich waarschijnlijk na
de terreuraanslag van gisteren op het Parijse Charlie Hebdo tijdschrift, wel
wat gedeinsd houden.
In de luchthaven was het op
dit vroege uur nog behoorlijk rustig. Nadat wij onze koffers aan de
incheckbalie afgegeven hadden, konden wij aan de eerste flinke wandeling naar
de ‘boardinggate’ beginnen. We moesten enkele roltrappen naar beneden nemen,
dan een tochtje langs de nog gesloten taxfree winkels maken, om dan vervolgens
opnieuw met een paar roltrappen een paar verdiepingen omhoog te moeten gaan.
Hier bevonden zich de ‘antiterreur controletroepen’. Hier scande men de
handbagages en keek men met argusogen naar de vertrekkende passagiers. Onze
computer moest uit de zak, de jassen en broeksriemen uitgedaan en sleutels en munten
uit de broekzakken gezocht. De rugzak waarin onze e-readers en allerlei
oplaadsnoeren zaten, moest apart in een bakje gelegd worden. Alles werd gescanned,
alsof wij mogelijk ergens een Kalashnikov , granaten of een volautomatisch
afweergeschut verstopt konden hebben. Flesjes vloeistof moesten in de laatste
afvalbak gedropt worden, met het gevolg dat een waterflesje dat je in Lidl of
Aldi voor 25 eurocent gekocht had, na de terreurgrens plots 2,5 Euro kostte. De
prijs van de vrijheid moest ergens betaald worden. Ik stapte onder de metaaldetector
door en er weerklonk een onverwacht alarm. Onmiddellijk stormde een vrouwelijke
agent mijn richting uit. Ze bekeek mij alsof ik een ‘semtexbom’ in mijn
wandelschoenen of ergens anders, waar de zon niet schijnt, zou gestoken hebben.
De agente beval mij om mijn extra trui uit te doen, de armen opzij te houden en
begon mij af te tasten. Ik werd als mogelijke terrorist terug naar de
onbeveiligde zone gestuurd. Bij de
tweede poging knipperde de boog nog steeds felrood en het alarmsignaal blèrde,
dat ik nog steeds een mogelijke gevaarlijke terreurverdachte was. Toen zag de
agente plots het horloge dat ik nog steeds rond mijn pols had. Mijn schandalig, peperduur, op een markt in Zuid-Frankrijk
aangekocht uurwerk dat wel een volle 5 Euro gekost had, bracht de luchthaven van
Zaventem in rep en roer en in onmiddellijke staat van paraatheid. Nadat ik bij
de derde poging, lawaailoos door het controlepoortje gegaan was, volgde
manlief. Struikelend over zijn broekspijpen, hield hij angstvallig zijn broek
omhoog, want zonder broeksband zakte die al snel onder zijn door hem “niet
erkende” buik omlaag.
Eindelijk zaten wij in het
vliegtuig richting Tenerife. Het ‘boarding’
had een behoorlijke tijd in beslag genomen, want het merendeel van de
passagiers, op een paar uitzonderingen na, hadden grijze permanentjes en kale
hoofden. Senioren die de Belgische winter ontvluchtten en die met een slow
motion tempo van een naaldslak, die in de processie van Echternacht mee stapte
(twee passen vooruit en één achteruit) hun plaatsen in het toestel innamen.
Zoals hondjes, die viermaal ronddraaiden alvorens zich in hun mand neer te
vleien.
Ik ergerde mij al een beetje
aan die blinde cijferanalfabeten die wel tot drie keer toe, met hun ‘boardingcard’
in de hand, aan de hostess vroegen, of
dit wel de juiste rij en de juiste stoel was. Ze staken hun handbagage in de bak
boven hun hoofden alvorens twijfelend uit de midden rij te verdwijnen. De wachtende passagiers drumden voorbij. Nog
geen seconde later veerden de met Alzheimer-light geactiveerde reizigers terug
op om hun handbagage opnieuw uit de bagageruimte te sleuren, de rij wachtende
aanschuivende passagiers negerend, om de stewardessen te vragen of dit wel
degelijk de juiste plek was.. De bacillenstoet schuifelde langzaam het
vliegtuig in. Overal hoorde men kuchen, hoesten, niezen en snuiten. Het
griepvirus had besloten met deze vlucht mee te reizen .Dit toestel leek wel een
Pam Vermeulen autobus, die een groep bejaarden voor zondags namiddagvermaak
naar het dans/baancafé De Veertien Billekes reed. Terwijl het vliegtuig naar de
startbaan taxiede, stelde de gezagsvoerder zichzelf en de copiloot voor. De
drie air- hostesses deden een poging om het toneelstukje over de veiligheidsvoorschriften
uit te beelden, maar links en rechts hoorde men al ongeïnteresseerd gesnurk. Terwijl
wij van de winterse 2 naar de Spaanse 22 graden vlogen, verhoogde België, na
een verijdelde terreuraanslag, de alarmgraad van een gematigde 2 naar het
gevaarlijke 3 niveau. Na vier uur klonk het ‘fasten seatbell’ geluid en de
piloot vroeg de passagiers zich klaar te maken voordat hij de daling naar
Tenerife zou inzetten. Dit was het sein,
waarop nog enkele senioren onmiddellijk rechtsprongen om alsnog gebruik te
maken van het claustrofobisch toiletje. Zij hadden vier uur de tijd gehad maar
op de valreep en tegen alle aanwijzingen van de stewardessen in, moesten ze nog eventjes hun plas in het
luchtruim achterlaten. Misschien hadden diezelfden, vier uur en vijftien
minuten lang, angstig hun anus dichtgeknepen. Toen de wielen van het vliegtuig de
Tenerifse bodem raakten, konden zij eindelijk een zucht van verlichting slaken
en hun strak gespannen sluitspier ontspannen. Enkelen begonnen van danige opluchting
te applaudisseren. In de cockpit stak de gezagsvoerder zijn hand uit naar de copiloot:
“Yes, weddingschap weer gewonnen! Wie was er zeker van, dat er dit keer geen paar
idioten een debiel applaus zouden inzetten? Je zit niet op een Trans
Atlantische vlucht vol yuppies en zakenmensen, maar op de seniorenoptocht naar
de zon! Dat kost je vijftig euro, man!
Roger en out.”
Terwijl we het vliegtuig
verlieten, borrelde een lach in mij op. Toen manlief vroeg wat ik zo grappig
vond, zei ik hem, dat hij zich eens moest inbeelden hoe de wereld eruit zou
zien, als iedereen die zijn job goed deed op applaus zou onthaald worden. De
postbode steekt per uitzondering de juiste brief in de juiste brievenbus. Hoera,
hoera, handgeklap! De busbestuurder stopt aan de aangevraagde bushalte.
Gejuich en geklap van de medepassagiers!
De slager weegt exact de
gevraagde 100 gram vlees af en niet de steeds terugkerende: “mag het iets meer
zijn?” Hoera, hoera, groot applaus. Ik vroeg manlief, die vroeger mijn baas
was, waarom hij niet steeds mijn d-t-, Franse en Engelse foutloze brieven, ter
ondertekening, op een staande ovatie onthaald had.
Waarom onze vrienden mij niet
met overweldigend handgeklap beloonden nadat ik een viergangen menu op tafel
gezet had..was dit iets om in de toekomst te bespreken?
We wachtten aan de bagageband
en zoals gewoonlijk lieten onze koffers weer op zich wachten. Al onze
medepassagiers waren al met hun bagage richting aankomsthal vertrokken. Wij vonden
het al lang niet meer ongewoon dat onze valiezen in een ander werelddeel
terechtkwamen waar ze vruchteloos op een voor ons niet gekozen reisdoel op de band
bleven ronddraaien. Terwijl wij ondertussen, op onze vakantiebestemming aan de
andere kant van de wereld, wachtend aan de
bagageband, wortel schoten. Met een zucht van opluchting wees
ik op de twee allerlaatste valiezen, die uit de bagagemond naar boven gestuwd
werden.
In de aankomsthal stond de
autoverhuurder ons met een groot bord op te wachten, hierop stond met de
Spaanse slag RAMON ipv Raymond op. Manlief glunderde toen hij in de auto stapte
en was uiterst tevreden met de, in zijn gedachten, glanzende spiksplinternieuwe
witte Clio… die overnacht ineens in een Opel Corsa veranderd was…maar er zijn
ergere dingen om over te discussiëren!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik hoor heel graag van jullie wat jullie van mijn verhaaltjes vinden ?