Wij hadden nog geen week de
zonnige warmte van Tenerife vervangen door het regenachtige koude België, toen
de snotbacterie- militanten in mijn hoofd al verzamelen bliezen. Zij bezetten
alle voorhoofdsholtes en stuurden hun spionnen richting neusgaten. Enkele dagen
waren er enkel troepenverschuivingen in de sinusholtes waar te nemen. Het leek wel of ze massaal hun aanvalslinies van voor naar achteren in mijn hersenen aan
het verschuiven waren. Ze hadden barricades opgetrokken aan alle hoofdopeningen.
Ik praatte door mijn neus en ademde door mijn mond. In slaaptoestand leek dit
op een knorrend zeehondengesprek.
Ik hoorde de wereld rondom
mij alsof ik in het zeeaquarium van de dierentuin logeerde. Vannacht echter
trok één lid van de bacterie-infanterie de stop uit mijn waterhoofd. Met een
niesbui stroomde de snot zonder ophouden uit mijn neus.
De ganse dag bleef ik lekker
warm ingestopt, niezend, snuitend en met waterige ogen op de sofa uitzieken. De
berg wegwerpzakdoekjes verdween als sneeuw voor de zon. Lezen was geen optie,
want de lettertjes dansten op en neer als door een verregende voorruit waarachter
zich nog een mistig landschap schuilhield.
Als ik mij dan zo’n beetje lig
te vervelen, bedenk ik, hoe graag ik een heks zou willen zijn. Alle mensen, die
je onterecht behandelden en waarbij je machteloos moest toezien en aanhoren, passeren dan mijn verstopte brein. Hoe meer ik
aan ze denk, hoe meer mijn snot door adrenaline vervangen wordt. Ik wil ze
betaald zetten om de leugenachtige manier waarop ze mij en andere medemensen
behandeld hebben. Ik wil het zaakje niet afhandelen na een mogelijke reïncarnatie
of een spelletje voodoo, maar wil terstond respons zien. Ik wil in dit leven nog
kunnen genieten van mijn represaille-wensen. Ik wil me wentelen in een trage
maar efficiënte afwikkeling van mijn wraak.
Zo reden wij in een overvolle
bus van Antwerpen naar Edegem. De buschauffeur kwekte zonder ophouden in zijn
smartphone. Een medereizigster, die zich vooraan bevond, merkte op dat hij wel
verantwoordelijk was voor een 50-tal passagiers en dat hij daarom maar moest
stoppen met mobiel bellen.
Een waterval van verwensingen
bulderde door de bus. “Dat madam er zich niet mee moest bemoeien en als ze niet
ophield met hem agressief te behandelen, hij de politie zou opbellen!”. Hij
tikte opnieuw een nummer in en met een machtswellustige grijns vervolgde hij
zijn telefoongesprek.
Wel op zo’n moment zou ik
willen ingrijpen. Niet verbaal, want op mensen zonder verantwoordelijkheidsgevoel
en een overgrote dosis machtsvertoon in hun lichaam, ketsen normale woorden af.
Op dat moment bedenk ik een vloek. Ik zou hem bijna luidop uitspreken, met mijn
handen wapperend richting onderwerp, alleen maar om het voorplezier van de
komende wraak. Ik daag alle mobiele telefoon providers uit om met onmiddellijke
ingang alle contacten met de buschauffeur te verbreken. Ik zou het fantastisch
vinden, moest ik hem nog tijdens onze busrit: “Halo, halo?” tegen een geluidloze
mobiel horen roepen.
Hopelijk heeft hij samen met
zijn telefoon- ook een internetabonnement, dat bij thuiskomst afgesloten blijkt
te zijn.
Ik wens hem een oeverloze zoektocht
naar een nieuwe provider, nadat hij door mijn tussenkomst, op de zwarte lijst
van de wanbetalers terecht gekomen is.
Enkele weken geleden,
ontvingen wij, via een deurwaarder nog wel, een onterechte niet betaalde BTW-aanslag.
De wanbetaler was een restaurant in het Mechelse. Hoe onze namen als mede
zaakvoerders van dit restaurant in de mallemolen terecht gekomen waren is tot
op heden nog steeds een vraagteken.
Vorig jaar kregen wij ook al
van de RSZ-afdeling een monsterboete in de bus en een vonnis waarbij wij mee
als zaakvoerders veroordeeld werden. Na een telefoontje naar de juridische
dienst van de RSZ, bleken deze een fout in de administratie gemaakt te hebben.
Wel duizend maal heeft de RSZ zich verontschuldigd voor de nachtmerrie die zij
ons aangedaan hadden. Dus nu deed de BTW afdeling Mechelen opnieuw dezelfde
fout. Wij legden per mail alle bewijzen voor dat wij hoegenaamd niets met het
desbetreffende restaurant te maken hadden.
Je zou dan veronderstellen,
dat als de RSZ dit allemaal correct kan uitpluizen, de BTW afdeling dit ook zou
moeten kunnen. Maar blijkbaar zit daar zo’n pitbull-ambtenaartje, dat nooit kan
toegeven dat hij een fout maakte. In een mail schreef hij ons: “Dat voor onze
namen de te betalen btw- som zou opgeschort worden!” Met het woordje “opgeschort”
waren wij dus helemaal niet akkoord. Op al onze mails kwam geen enkele reactie
meer. Toen we telefonisch contact met hem opnamen en hem vroegen om, zoals van
de RSZ, een schriftelijke bevestiging te krijgen, dat er door hun dienst een
fout gemaakt werd riep hij: “Ik heb veel te veel werk, ik ben er mee bezig en
ik laat mij niet afdreigen!” Vervolgens gooide hij de hoorn op de haak. Omdat
dit werkelijk de deur dichtdeed, zijn wij naar een advocaat gestapt. Die heeft
op zijn beurt, net zoals de juridische dienst van de RSZ , alles uitgezocht en
een brief naar de desbetreffende persoon bij de BTW-Mechelen gestuurd, die tot
op dit moment (na 2 weken) zonder reactie bleef. Wij moeten een advocaat
betalen om de arrogante domheid van de onbekwame ambtenaar in kwestie te
bewijzen. Hij zal het niet gezien hebben, maar de telefoon stond roodgloeiend
van al mijn bezweringstekens. Ze werden draadloos naar de onbeschofte pennenlikker
in Mechelen gestuurd. Mijn revanche zal zoet zijn. Ik hoop dat deze Mechelse beambte
eerstdaags een aanslag in zijn brievenbus krijgt, waarop belastingen betaald
dienen te worden voor bedragen die hij, zogezegd, voor de fiscus in Luxemburg,
te Monaco of op de Kaaiman eilanden weggestopt had. Ik wens hem een Kafkaiaanse
veldslag met allerlei federale overheden toe.
Ik reken erop dat hij nooit op enige mail of aangetekende brief antwoord
krijgt. Ik kijk reikhalzend uit naar zijn telefoongesprekken, waarop hij zijn onschuld tracht uit te
schreeuwen. met de ambtenaren van de afdeling federale financiën. Met een
beetje geluk treft hij een ambtenaar, die door mijn wraakwensen beïnvloed,
tegen hem brult: “Ik heb teveel werk, ik ben ermee bezig en ik laat me niet
bedreigen!” Ik hoop dat hij voor de rest
van zijn dagen thuis zit met een milde vorm van burn-out en een torenhoge berg af te betalen
belastingen.
Ach was ik maar een heks, één
woord over onbillijk, onrechtmatig en
ontoelaatbaar gedrag en mijn vloektoverstokje zou, ook voor jullie wensen, rondzwieren.
Eén ding kan ik vooralsnog nog
altijd niet bezweren, dat zijn de verkoudheidsbacteriën die stilaan weeral slijmerig
uit mijn neus druipen en mijn oogholtes met tranen doen vollopen. Ik zal nog snel een dutje doen, misschien
komen er in mijn dromen nog andere sujetten voor die dringend een wraakactie
kunnen verwachten.