donderdag 30 juni 2016

ZOEKEN JULLIE EEN REISBIJSTAND IN HET BUITENLAND?

Regelmatig zie je nu, juist voor de zomervakantie, reclame op de televisie voor Reisbijstand en assistentie bij pech in het buitenland. Voor jullie eventueel zulke polis afsluiten, lees ons onderstaand verhaal en hoe wij geholpen werden door de firma waaraan we al decennia lang voor zulke bijstand in het buitenland  betalen. Ik zal de volledige naam niet noemen, want ik ga deze mail aan alle familie, vrienden en kennissen doorzenden met de vraag om hem op hun beurt als” reclame”aan alle familie, vrienden en kennissen door te mailen. Tevens ga ik dit op Facebook zetten. Maar de naam begint met T van teringlijders en eindigt met de G van geschifte telefoondames, daarachter komt nog Family Full en voertuig bijstand.
Op één van onze laatste vakantiedagen vertrokken wij met auto en caravan vanuit ons Zuid Franse vakantieoord richting noorden. We waren nog geen 15 km voorbij de oprit in Cavaillon op de autosnelweg A7 richting Avignon, toen het leek of onze caravan een geweldige wind liet. De caravan slingerde niet maar achteropkomende auto’s toeterden. Klapband. We reden de auto op de pechstrook. Gelukkig was het een lekke band aan de kant van de reling en was er verder niets beschadigd. Terwijl de vrachtwagens voorbij denderden, kwamen wij dus uit de auto en trokken onze fluo- vestjes aan. De gevarendriehoek werd achter de caravan gezet. De autokoffer werd uitgeladen om de krik op te duikelen en het reservewiel van de caravan werd uit de disselbak gehaald. Manlief begon onder de reeds brandende zon aan de job, krikte de caravan op, draaide voor alle zekerheid twee pootjes tot op de ondergrond en probeerde uit alle macht de wielbouten los te draaien. De krengen weigerden los te komen! Oké, vermits er geen beweging in kwam, besloot ik de pechstrook noordwaarts af te wandelen tot aan een praatpaal. Mijn schoenen waren al bijna versleten van op het hete beton lopen en in de verte zag ik manlief met caravan al helemaal niet meer staan, maar nog steeds had ik geen aanduiding noch een praatpaal gezien. Ik herinnerde mij opeens dat wij wel degelijk een T….g Assistance, hulp in buitenland hadden. Yes, eventjes bellen en het zou voor ons opgelost worden… dacht ik. Terwijl ik terug richting auto en caravan stapte, toetste ik mobiel het nummer van onze reisbijstand in. Terwijl de camions mij luid dreunend voorbijreden, waren de meerkeuzevragen, jullie kennen ze wel, druk 1, druk 2 enz voor de taal die we verkozen bijna niet te verstaan. Vervolgens meerkeuzevragen voor alle mogelijkheden, met als nummer één, wenst U een nieuwe polis af te sluiten…ik dacht het niet! Toen ik eindelijk het juiste nummer ingetikt had om technische bijstand te krijgen, bleek de persoon die mij kon helpen in gesprek. Blijf aan de lijn hangen, wij helpen U zo dadelijk voort…Nog voor ik contact had, hoorde  ik een opgenomen bandje, dat zei : Dit telefoongesprek wordt opgenomen, zodat wij later kunnen nagaan, hoe wij onze service kunnen verbeteren. Eindelijk nam er een hulpdesk- dame met een Hollands accent op en vroeg of ze ons kon helpen.  Ik begon mijn verhaal, dat wij, op juist zo’n 15 km na de oprit van Cavaillon op de autosnelweg A7 richting Avignon een klapband aan de caravan gekregen hebben, maar dat manlief de wielbouten niet loskreeg en of zij iemand met wat meer kracht onze richting konden uitsturen. Dat leek toch een min of meer simpele vraag niet? Maar de telefoniste van de firma met de T van trut en de laatste letter een G van geestelijk gehandicapt begon mij op een trage slepende toon allerlei ergerlijke vragen te stellen. Ik ben er van overtuigd dat de allereerste vraag, ‘wat is de nummerplaat van Uw caravan’ wel degelijk heel belangrijk is, maar wat er volgt is volgens mij alleen handig voor hun eigen statistieken en niet voor twee gestresseerde senioren die langs de kant van de weg op hulp wachten. Het gaat als volgt en voor alle duidelijkheid ik overdrijf niet! Ik ben uiterst kalm en beleefd gebleven, maar in mijn hoofd ketsten de verwensingen als bliksems tegen elkaar!
Nou Mevrouw, nu heb ik de nummerplaat van de caravan, kan U ons ook zeggen hoe lang deze is? Welke kleur heeft Uw caravan en welke merknaam staat erop te lezen? Hoe oud is Uw caravan en hoe breed is Uw caravan en hoe hoog? Weet U dit niet, wat zal ik dan invullen Mevrou?Hoeveel weegt Uw caravan leeg en  hoeveel weegt hij nu denkt U , Hé dame van de firma met de T van Toedeloe…en de G van gaan we er nog iets aan doen,  wij vragen U toch niet om onze caravan te slepen of te repatriëren, wij vragen gewoon om iemand te sturen die de wielbouten er af kan draaien!
Nou Mevrou, ik weet dat dit niet leuk is, maar ik moet U nu eenmaal al deze vragen stellen om ons dossier in orde te maken, dus nog eventjes geduld hoor! Welk merk is Uw auto? Heeft hij nog steeds dezelfde nummerplaat, die U destijds aan ons doorgegeven heeft? Ja zeker, staan al deze gegevens niet  allemaal in Uw dossier opgeslagen, sinds het moment dat wij een nieuwe auto aangekocht hebben en ik Uw diensten van al deze veranderingen op de hoogte bracht? De helpdesk- bediende leutert doodleuk ongestoord verder.
Welke kleur heeft Uw auto? Hoe oud is Uw auto? Hoeveel kilometer hebt U reeds op de kilometerteller staan? Bent U met zijn tweeën of hebt U ook nog een huisdier bij U?
Luister eens mevrouw, ik begrijp niet goed waarom U mij nu reeds meer dan 10 minuten aan de telefoon houdt, terwijl wij gewoon iemand nodig hebben die kracht op de wielbouten kan zetten?
Nou Mevrou, nog eventjes hoor, nog een paar vraagjes gaat ze op dat Hollandse bekakte toontje verder. Zijn jullie met vakantie? Ja..Wanneer zijn jullie met vakantie vertrokken? Hé, of wij nu op 1 mei, 15 mei of 10 juni met vakantie vertrokken zijn, wat heeft dit allemaal te maken met onze vraag, we staan op de A7 en hebben hulp nodig om die wielbouten er af te halen!!
Ik veronderstel dat de call center juffrouwtjes nog nooit met een lekke band langs een heel drukke snelweg gestaan hebben, noch een klapband vervangen hebben, terwijl de helft van het Europese vakantiewagenpark en camionbestand met een snelheid van 130 km per uur voorbij zoeft.
Het schuim staat me bijna op de lippen, als ze doodgemoederd voortgaat, leuk! Vakantie. Bent U nu op de terugweg? Ja..Ho, Mevrouw bent U onderweg of staat U reeds op Uw tussenstop overnachtingadres?  Godverdomme, ik heb U nu reeds driemaal verteld dat wij op de A7, juist na de oprit Cavaillon, richting Avignon staan, we een klapband aan de caravan hebben, niet gerepatrieerd, noch gesleept dienen te worden, alleen wat hulp…De stoom komt nu langzaam uit mijn oren.
Nou Mevrou, heeft U een reserveband voor de caravan bij U?
Miljaarde Teletubbie van de Pech-verhelping in het buitenland, met de T van truttebees en eindigt met de G van geen kloten waard, dat is nu juist wat wij proberen te doen, die reserveband op de caravan krijgen!
Jullie houden het niet voor mogelijk, maar dan zegt die stomme telefoniste, die mij ondertussen een half uur heeft beziggehouden, Ik hoor het voorbijrijdende verkeer, staat U nu soms op de autosnelweg?
Als ik op dat moment aan die Hollandse truttemie had gekund, dan had ik haar met plezier door onze mobiel gesleurd. Ik wil nog begrijpen dat haast en spoed zelden goed zijn, maar wij zijn ondertussen een half uur verder en manlief had mij al gevraagd of ik soms, op onze telefoonkosten, mijn levensverhaal aan het vertellen was en of er nu nog iets ging gebeuren. Eventjes verwachtte ik dat er plots een Candid camera filmploeg uit de struiken zou springen en ons lachend zou vertellen dat het allemaal om een grap ging. Dijenkletsen en jolijt alom. Maar niets is minder waar, want daar gaat de telefoonjuffrouw zeurend verder.
Nou Mevrou, eventjes mijn dossier overlopen en kijken of ik alle vraagjes heb ingevuld, misschien nog één vraagje. Ze taterde verder alsof we gemamenlijk aan een theekransje zaten. Ik kon het niet laten, mijn tenen krulden van verontwaardiging en ik vroeg of ze godverdomme mijn gewicht en de maat van mijn schoenen ook nog nodig had. Ik hoorde een oorverdovende stilte aan de andere kant, haar adem stokte eventjes in haar Hollandse keel. Nou Mevrou, wij gaan U helpen hoor, ik verbreek dadelijk onze verbinding en dan moet U 17 bellen, die mensen gaan U onmiddellijk helpen. Als die garagist U geholpen heeft, wilt U onze diensten dan hierover eventjes van op de hoogte brengen aub. We hadden blijkbaar ineens tot volle voldoening van onze reisbijstand- dame haar computer- enquêtelijstje vervolledigd. Met deze vragenlijst kon je doctoreren en afstuderen.
Halleluja er kwam schot in de zaak, dacht ik…
Dus, vol goede moed draaide ik 17. Bonjour, en dan in het Frans, kan ik U helpen..Nu betalen wij al jaren onze reisbijstand, omdat het altijd handig is om je probleem in je eigen taal uit te leggen en nu wordt ineens van ons verondersteld om het verhaal helemaal opnieuw, in het Frans,  aan die nieuwe dame uit te gaan leggen. Bon soit, het lukte!
Zei die dame, kan U eens op de pechstrook wandelen totdat U ergens op het beton een cijfer ziet staan?  Dus ik begin nu een wandeling op de pechstrook richting zuiden. Ergens na 5 minuten wandelen met nog steeds de mobiel tegen het oor, zie ik het cijfer 6 op het beton staan met een pijl die nog verder van de auto wegwijst. Eh bien Madame, gelieve nu nog 600 meter te stappen en daar staat een praatpaal! We waren op dat moment  in het totaal reeds drie kwart uur verder!
Wat is er nu simpeler:  Hallo, reisbijstand in het buitenland? Wij zijn bij U verzekerd, dit is onze polisnummer, wij staan op de A7, na de oprit Cavaillon, richting noorden Avignon, wij hebben een klapband aan de caravan met nummerplaat…, wij moeten niet gesleept en moeten niet gerepatrieerd worden, er is geen ongeval, stuur ons iemand om de wielbouten er af te draaien..
Zij beantwoorden onze telefoon en regelen een interventie.
Desnoods sturen zij hun vragenlijst per mail of per post aan ons op en vragen deze in te vullen, maar hou in godsnaam de mensen, die zich reeds in een stresssituatie bevinden, geen half uur onnodig bezig.
Ondertussen had manlief de wielbouten van de caravan losgekregen en riep mij om te assisteren, want telkens er een vrachtwagen voorbij denderde, werd de caravan de ene kant aangezogen en werd hij met de windverplaatsing richting vangrail geduwd. Samen kregen we het reservewiel erop. Wij reden naar het eerstvolgende tankstation en pompen het reservewiel tot de juiste luchtinhoud op.
Terwijl wij verder richting Avignon reden, belde ik onze hulpverlening met de T van toeternietmeertoe en de G van geen chique waard, terug op. Ik krijg een hele vriendelijke mijnheer aan de lijn. Ik verwittig hem, dat wij geen interventie meer nodig hebben, dat er niemand komen opdagen is en dat wij zelf de reserveband vervangen hebben. Prima Mevrouw Vercauteren, antwoordt deze man, we annuleren deze interventie, goede reis verder. Eventjes later opnieuw telefoon. Diezelfde mijnheer, alles nog steeds oké Mevrouw Vercauteren?Geen problemen meer op de snelweg? Dat kan tellen als klantvriendelijkheid nietwaar, een overbezorgde hulpdesk- bediende!
We reden een vijftal minuten richting noorden, als de telefoon opnieuw rinkelde. Nou Mevrou Vercauteren, U heeft blijkbaar geen interventie meer nodig?Wilt U nu eventjes opnieuw 17 bellen en daar vertellen dat U afziet van de …...
Ik luister verstomd naar dat Hollandse accent. Nou Keesje, Treineke, Bep of hoe je ook mag heten,  je bekijkt het maar, bel zelf die 17 en vertel hun in je mooiste Frans dat wij Uw hulp niet meer nodig hebben! Ik hoop alleen, dat iemand zijn euro valt, als men later het telefoongesprek op het bandje beluistert, dat dit niet de manier van handelen is, die twee opgefokte caravanbezitters met een lekke band op een razend drukke snelweg nodig hebben! Hoe noemen jullie dit klantenservice?
Dit was nu die spreekwoordelijke druppel, die ons heeft laten besluiten dat de Pechverhelping- Reisbijstandpolis van de firma met de eerste letter T van Trek zelf jullie plan en die eindigt met de letter G van gesjareld, nooit meer verlengd zal worden.

Sim,   Nog steeds stomend van verontwaardiging!       Edegem 28/6/2016



donderdag 16 juni 2016

WILLEM CAMPERTELL

We staan nu al meer dan een week op een camping in Saint Rémy de Provence. Over bijna heel Frankrijk dondert,bliksemt en regent het. Aan de Middellandse zeekust worden de wolken met hevige windstoten door de mistral  uiteengedreven, maar hier, in dit zalig stukje van de Provence worden de meest grijze wolken door de warme zon tot witte Vincent Van Gogh wolkjes herleid.
Twee Nederlandse en twee Vlaamse caravanechtparen bivakkeren al een tijdje in hetzelfde campingstraatje met 6 beschikbare staanplaatsen. De camping was volledig volzet behalve nog twee heel smalle plaatsjes achter aan ons laantje. Eergisteren kwam er nieuw Zwitsers camperkoppel ons laantje ingedraaid. Ze wilden de mobilhome met zijn voorkant in het smalle plaatsje plaatsen. Er in, er terug uit, terug erin, dichter tegen de haag, verder van de haag. De campingeigenaar zelf begeleidde het moeizame parkeren van de Gruyèrechauffeur, maar tevergeefs. Het knoeigemanoeuvreer bleef echter maar duren en de campermotor blies de ganse tijd zijn diesellucht de Provençaalse dampkring in. Zijn echtgenote stond achteraan met haar armen te zwaaien, klopte nu en dan met de vlakke hand op de camper en riep allerlei onhandige aanduidingen. De campingbeheerder hield het voor bekeken want de eigenzinnige Zwitser was blijkbaar ‘oostzwitsersdoof’. Eén van onze kamperende noorderburen kreeg het zo danig op zijn heupen, dat die op de camperruit tikte en riep:” Nu gaat die motor uit, nu onmiddellijk!” Een norse redelijk volslanke Zwitser kwam uit de camper gekropen en brulde wat naar zijn koekoeksvrouw. En kijk, ik verzin dit echt niet! Hij droeg een camouflage kakikleurige mouwloos T-shirt op een rood glanzend satijnen onderbroekshortje, met witte Kerstmannetjes erop. Het was voor de man misschien zo’n ontgoocheling geweest toen hij met kerst zijn geschenkje uitpakte en daarin de desbetreffende satijnen onderbroek vond, dat hij nu zijn frustratie op zijn echtgenote uitwerkte door niet alleen in het gesatineerde geval te slapen, maar er vrolijk in rond te rijden en over de camping te stappen.  Zijn echtgenote, met conventionele lange beige broek en een witte klassieke bloes stond er wat beteuterd bij en leek niet alles meer te begrijpen. Misschien was het wel terecht dat mijnheer slecht gezind was op zijn klunzige vrouw, want de eerste keer dat mevrouw Gruyère richting camping afwasplaats trok, balanceerde haar wasteiltje vooraan op het fietsstuur en nog voor ze met haar voet de eerste pedaal kon raken, flikkerde de ganse afwasboel de grond op. Een paar uur later ging ze met een plastiekzakje vol lege flessen richting afvalcontainer en scheurde na twee stappen de bodem uit de zak. Tja..je mag zo’n mensen natuurlijk niet op grond van hun uiterlijk beoordelen, maar in dit geval ben ik bijna zeker dat die twee geen onverdeelde vrolijke vakantie tegemoet gingen. Als je een oudere dikke misnoegde ‘grumpy old’ man, met een kerstmisonderbroek over de camping ziet fietsen, dan hoop ik voor hem en zijn klokkenspel, dat hij hier onderaan nog minstens een ander broekje aanheeft. De man leek ongelukkig en had duidelijk zijn eerste camperreis helemaal anders voorgesteld. Misschien had hij wel degelijk, buiten zijn onhandige vrouw, ook nog een goede reden om slecht gezind te zijn. Misschien was zijn firma wel failliet gegaan? Misschien werd hij tegen zijn pensioenleeftijd wel met een gewone, in plaats van een gouden handdruk op straat gezet? Misschien had hij thuis nog twee inwonende onhandelbare kinderen achtergelaten, die vroeger eender verbeteringsgestichtje of drugdealertje speelden als alternatief voor vadertje en moedertje of doktertje? Misschien werd hij, vanaf nu, verplicht de vakanties door te brengen met moeder de vrouw in plaats van te genieten van snoepreisjes met zijn mooie blonde sexy secretaresse? Dus waarom die man zo nors voor zich uit bleef staren had wel duizend redenen kunnen hebben, alleen welke weten wij niet.
Al enkele dagen, werd er op het internet gewaarschuwd dat het ook hier zou kunnen gaan regenen of onweren. Terwijl wij ’s morgens buiten aan het ontbijt zaten en de hoeveboter uit zichzelf veroliede van de warmte, kwamen Willem Tell en zijn vrouw voorbij gefietst. Hij droeg een dikke fleecetrui en was volledig in fluo ingepakt, zodat hij eender op een straatarbeider leek, die op gevaarlijke plaatsen op de autosnelweg de gaten moest gaan opvullen. Zij droeg een anorak en op haar hoofd bungelde een gebreide muts met oorflappen. Het was een winteroutfit waar je minstens mee naar het Noorderlicht of naar Antartica zou kunnen fietsen, maar waarmee je hier in de Provence bij 28 graden in de schaduw heel wat bekijks zou kunnen hebben.
Al na enkele minuten kwam Madame terug ons campinglaantje in gefietst. Blijkbaar vergeten haar sneeuwkettingen op te leggen! Maar ze was alleen vergeten haar fluo- hesje over haar seizoensuitdossing te dragen. Wij hebben er het raden naar hoeveel liter zweet ze weg gepeddeld hebben.
De ganse dag bleef de zon schijnen en de temperatuur ging zelfs nog een beetje de hoogte in. Het werd een beetje onweerachtig en toen er ’s avonds enkele druppeltjes vielen, begonnen de Zwitsers opnieuw met hun campertje te manoeuvreren.  Wij, de Nederlands- Vlaamse bezetting,  stonden er bij en keken er naar, benieuwd wat er nu weer aan de gang was.  Dit maal zat mevrouw achter stuur. Ze reed de auto in tien, vijftien bewegingen, onder luid geroep van mijnheer Kerstmanbroek, achteruit het laantje uit. Eerst vergaten ze hun elektriciteitskabel uit te trekken, dan leek het alsof ze in de Vlamingen hun voortent zouden belanden en na de tiende poging ramden ze bijna het watertappunt. Hun uitleg was, dat ze schrik hadden dat ze de volgende ochtend, moest het hard gaan regenen, niet achterwaarts meer uit hun staanplaats zouden geraken. Dit was de eerste rechtstreekse taal die ze tot ons richtten. Er was tot op dat moment, geen goede morgen, geen goede avond of smakelijk over hun Zwitserse lippen gekomen. De camper werd ergens ver op de camping gedraaid en kwam vervolgens, nu met mijnheer aan het stuur, in zijn achteruit terug ons laantje ingereden. Het zweet stond in hun schoenen maar geen van beiden kreeg de camper terug in de campingplaats gedraaid. Het was overduidelijk deze Willem Tell kon niet mikken noch rijden. Wij zijn met zijn allen met een giechelkramp in onze caravans gedoken..we konden het gesukkel niet meer aanzien. Ze bekeken het maar!

Sim, Saint Rémy- de-Provence   16 juni 2016




zondag 12 juni 2016

STOELENDANS


Vorig jaar september zag ik op een Zuid Frans strand twee Engelse senioren godjeugdig liggen soezen in een relaxzetel. Manlief en ik hadden er juist een lange strandwandeling opzitten en zo met de beentjes omhoog de vermoeidheid uit je lichaam verdrijven, leek mij op dat moment zo’n zalig idee. Ik besloot ter plaatse om ook bezitster van zo’n camping relaxzetel te worden. Nog maar dit idee opperen, bleek bij manlief als een rode lap op een stier te werken. Onmiddellijk kwam de opsomming van alle tuinstoelen, tuintafels, verstelbare campingtafels, ligbedden en campingstoelen, die in ons tuinhuis stonden. We hadden al een gewoon knalgroen strandbed, dat nog best mee op reis kon. Mijn opmerking dat het voetengedeelte niet meer naar boven bleef staan maar triestig tot in het zand naar beneden hing, veegde hij met een wuivend handje weg. En dat ligbed, dat donkerblauwe met dat luifeltje, waarmee je gezicht in de schaduw blijft, datgene dat ik hem ergens onderweg in Frankrijk uit een Lidl opgedrongen had, was dat dan niet goed meer? Ja dat bed was best goed, maar telkens manlief dit mee naar het strand moest sleuren, ging dit gepaard met een gezucht en een gesteun dat het helemaal niet praktisch was om te dragen en dat het onderweg reeds uit elkaar viel. En al die andere, gewone campingstoelen dan?? Wil je die ineengezakte, met touwtjes aan elkaar gebonden exemplaren zeggen? Die rampstoelen die jij nog steeds niet wil weggooien, maar waar een normale mens doorzakt? Of die knalgele kampeerstoel, waar vooraan, onderaan een stang mankeert? En die nieuwe dan, waarom hebben wij die dan gekocht? Die is voor als onze kleinzoon met ons met vakantie gaat. Dat kind blijft geen 20 kg wegen en moet toch niet steeds op zo’n reparatiezeteltje zitten. Wat moeten de andere kampeerders dan van ons denken, dat wij zigeuners zijn, die campingstoelen van de vuilnisbelt oprapen?  Eventjes was het stil maar de litanie werd al na een paar minuten voortgezet. We hebben rommel genoeg, dus zet die relaxzetel maar uit je hoofd. Mijn idee fixe werd die vakantie wat verdrongen tot we, terug thuis, voor een andere aankoop in de Makro kwamen. Daar stonden ze broederlijk kleurig naast elkaar, allemaal relaxzetels. De discussie laaide weer in alle hevigheid op. Neen, er werd geen relaxzetel gekocht! Maar manlief moest mij nu na al die jaren toch al veel beter kennen dan dat. Hij wist ondertussen dat als ik iets in mijn hoofd heb... Haha en daar was dus internet! Nederlandse kampeerbenodigdheden winkels vol met alle mogelijke kleuren, maten en prijzen opplooibare relaxzetels en een doorzetter met een creditkaart in aanslag. Twee dagen later stopte er een Nederlandse koerierdienst voor onze woning. Hij sleurde een gigantisch grote doos uit het vrachtwagentje. In die doos zaten een afwasteiltje met twee handvaten, twee nieuwe wandelstokken en een lichtblauwe Lafuma relaxzetel. Een gelukkig vrouwtje dat eindelijk in het bezit was van dat lang gewenste dolce fare niente bed. Max de relax werd door een binnensmonds zanikende manlief bij de rest van de bedden en stoelen in het tuinhuis gezet in afwachting van de volgende caravanreis. Het verhaal over het fluo groene afwasteiltje is van een totaal ander kaliber. Weten jullie hoe dik zo’n plastieklaag is? Wel na drie maal een afwasje kwam manlief terug van het campingsanitair met de mededeling: “Ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws. Het goede nieuws is, dat de afwas helemaal gedaan is en het slecht nieuws is dat er een gat in de afwasteil zit. Hoe dit mogelijk is, weet ik totaal niet.”  Onderaan in mijn nieuwe handige afwasbakje zat een gat ter grote van een twee eurocent. Begrijpen, wie begrijpen kan…
In mei was het dan zo ver en ik kan jullie meteen vertellen dat ik het wedstrijdje ‘welk-ligbed-mag-er-mee-op-reis’ gewonnen heb. De blauwe relaxzetel kreeg een transferplaatsje tussen onze twee campingstoelen op ons caravanbed en mocht mee richting Frankrijk. Max zou mijn overbelaste wandelbeentjes laten recupereren en mij elke dag weer ontstressen.
Telkens, de stoelen van het caravanbed verwijderd moesten worden, hoorde ik weer datzelfde gesakker. Wist ik wel hoe zwaar dat ding was? In plaats van relaxatie bracht Max de relax de nodige stress. Tot we ergens een paar dagen ter plaatse bleven. Plots had manlief mijn Max de relax ontdekt. Na wat gemopper, dat je dat blauwe ding amper open kreeg werd de stoel, na elke wandeling,  zo snel mogelijk stiekem uitgeplooid en legde manlief zich met de beentjes omhoog te ruste.  Als ik hierover later een opmerking maakte, bediende hij zich met de uitspraak: “Eerst omeke, en dan omekes kinderen!”. Na het slaapje kwam dan het geleuter opnieuw, dat de stoel op niets trok, want dat hij er niet op een normale manier kon uit opstaan. Ik keek dan die stoelgymnastiek een beetje smalend aan en liet manlief gewoon wat bengelen; Het was anders poepsimpel hoor! Je moest gewoon met je ganse bovenlichaam vooroverbuigen en dan plooide Max vanzelf in opstaanmodus. Maar manlief zwiepte steeds met zijn benen over en weer en die bleken te kort te zijn om aan de grond te geraken. Zodra hij zich uit de zetel bevrijd had, begon het geëmmer opnieuw. De stoel was te zwaar, te onhandig en moest dringend gesmeerd worden…enz. Enfin, aan mijn lichtblauw relaxzeteltje was niets goeds tot we ‘s anderdaags weer van een vrij lange wandeling terug in de camping kwamen. Ik moest nog niet naar de zetel wijzen, of met de commentaar: Eer is een spreekwoord dat zegt: “Age before beauty” werd mijn pareltje onder mij neus weggetrokken.  Manlief installeerde zich in de schaduw, met de rugzijde van de stoel lichtelijk bergaf. Onmiddellijk snurkte hij lichtjes en blies slaap- speekselbelletjes. Maar na dit dutje heeft Max Lafuma blue eindelijk wraak genomen. Toen manlief weer met zijn benenwerk in actie kwam, sloeg de relaxzetel achterover en klapte tegen een boom dicht. Daar lag manlief dan als een spartelende opgerolde loze vink tussen twee blauwe pistolethelften. Als zijn rode wijnbuik niet in de weg had gezeten, dan hadden zijn knieën tot in zijn neusgaten gestoken. Een been zwiepte nog steeds, een beetje hulpeloos, heen en weer in de hoop de knelboel nog uit elkaar te krijgen. Maar relaxje nam revange. Ik zag het gebeuren maar lag onmiddellijk in een deuk. Het tweetal lag als in een ingewikkelde judogreep ineengestrengeld. Ik kwam niet meer bij. Gierend van het lachen werd ik nu als redder in zetelnood opgetrommeld. Hoe meer manlief zich aan de armleuningen wou omhoogtrekken, hoe meer Max blijkbaar wou bewijzen dat hij in dit gevecht de sterkste was. Hoe meer manlief de foetushouding aannam, hoe meer ik de slappe lach kreeg. Manlief vond het hoogst ongepast dat ik nu als een debiel stond te schateren terwijl hij in een kramp lag. Maar er is ook zo’n spreuk: “Wie laatst lacht, best lacht” , niet waar?Om een lang verhaal kort te maken, we hebben Max en manlief op hun zijkant moeten omkiepen om hen uit elkaars omarming te kunnen bevrijden. Hij was met zijn hoofd lichtjes tegen de boom geknald. Maar daar is ook een spreekwoord voor :Eigen schuld, dikke bult. Dan had hij mijn Max maar niet moeten beledigen. En toen begon het gemeier opnieuw: “Die stoel kreeg je niet op een normale manier open, je kreeg hem niet zonder je vingers te verpletteren terug ineen geplooid,  je moest er een studie van maken hoe je jezelf er in liet neerzakken en last but not least, je moest een atletisch slangenlijf gymnast zijn om weer uit dat gedrocht omhoog te komen. Max werd naar een plaatsje achter de caravan verbannen en het leek net of hij door manlief als straf in de hoek gezet werd. En als jullie nu denken dat ik na deze klachtenopsomming terug heer en meesteres over mijn blauwe antistress zetel werd…had het vierkant verkeerd begrepen! Toen ik met shampoo en een badhanddoek richting campingdouche slenterde, hadden Max en manlief opnieuw vrede gesloten. Manlief ligt na elke wandeling terug met de beentje omhoog, petje over de ogen, en zonnebrilletje op, snurkgeluidjes te maken en heeft zich kennelijk verzoend met mijn luxe aankoop.
In september gaan we opnieuw richting Middellandse zee. Ik begrijp ten volle dat ik nu reeds de discussie moet aanvatten en opbouwende  gesprekken moet gaan voeren, als ik zowel het donkerblauwe strandbed met luifel en Max de relax wil meenemen.
Het zal hard tegen hard gaan! Er zullen langs beide zijde geen compromissen afgesloten worden. Vermits wij blijkbaar de twee enigste individuen in Frankrijk en België zijn, die niet staken, kan ik altijd nog mijn kookstakingsrecht afroepen! Kijken wie er dan opnieuw zijn slag thuis haalt?


Sim, Saint Rémy-de-Provence 12 juni 2016