Als op zaterdagochtend om 10
uur de telefoon rinkelt en ik manlief vanaf het Universitair Ziekenhuis hoor
zeggen, dat onze auto gestolen is, nijpen mijn darmen bij elkaar en moet ik de voorstuwende
stressdiarree terug naar boven duwen. Er is hoegenaamd geen tijd om eerst die
zenuwbagger te lozen.
Ik sommeer manlief dat hij
moet blijven staan waar hij staat en dat ik onmiddellijk zijn richting uit kom
gelopen. Gelukkig is het hospitaal maar een viertal straten bij ons verwijderd,
dus hinkel ik de trappen af, schiet in mijn sandalen, negeer mijn opborrelende
darmen en ren mij nog half aankledend de straat uit….
Wat vooraf ging!
Nadat we in de helft van
maart van Tenerife terug thuis kwamen, sloeg de vakantiestemming onmiddellijk
om. Niet alleen was er hier nog geen spriet zon te bespeuren, was het nog
winterskoud en klaagde manlief van een knijpende druk in de borstkas als hij in
dit Vlaamse winterklimaat een wandelingetje wou maken. Het zou wel verdwijnen
als de temperaturen wat omhoog gingen …
Zoals alle vrouwen stilaan
weten, komt een man met een handleiding. Alles gaat volgens hen vanzelf wel
over, als je maar lang genoeg wacht! Niet dus..
Ik stuurde manlief dus zonder
pardon richting kliniek en na controle bleek dat hij angina pectoris had, een
toe geslipte ader. ‘Dus, mijnheer
Vercauteren,het is nu woensdag, komt U
vrijdagochtend zo vroeg mogelijk eventjes binnen. Voor ons dokters is dit ondertussen
een routineklusje. Wij dotterden of steken een stent langs de lies of via de
pols. U blijft een nachtje over en zaterdagochtend bent U weer een nieuwe,
piesofkeek.’ Zal wel..
Alle hulp van vrienden of
buren om hem naar het ziekenhuis en terug naar huis te brengen werden door
manlief koppig geweigerd. Hij ging zelf met de eigen wagen naar de UZA en zou
zelf die vier straten terug naar huis rijden. Ook mocht ik van hem, omdat ik al
jaren niet meer gereden had de auto niet terug thuis zetten. Dus die ene nacht
kon onze wagen gerust langs de baan blijven staan.
Donderdag hoorde ik rare
geluiden in de badkamer. Toen ik de deur opende, viel ik midden in een SM
scène. Manlief die met een been op het bad stond en met een tondeuze kreunend in
zijn lies zijn schaamhaar uitroeide. ‘Maar schatteke toch, dat doen ze toch in
de kliniek!’ ‘Nee, de boel moet er op voorhand af, aan mijn lijf geen
polonaise!’. ‘Maar schat, er bestaat zoiets als ontharingscrème, op 3 tot 6
minuutjes kan je alle haar wegschrapen. Kom ga op het bed liggen’. Terwijl ik
de crème overvloedig aanbracht, zei manlief dat het net slagroom leek.
‘Schatteke, nu moet je je niet teveel in een seksscène inleven, je stent zit er
nog niet in hoor!’ Manlief bleef met een brede glimlach op het bed liggen en na
een 6 tal minuten werd zo’n grijze Fellaini krullenbol zonder teveel problemen in
een blinkende kale knikker Kojakcoupe herschapen. (Voor de generatie die Kojak
niet meer kent: Kojak was een kale Mister Proper look -alike politieagent in
een jaren 70 feuilleton.) Fluitje van een cent. En inderdaad wat er na de grote
‘schaamhaarverwijderaarstruuk’ overschoot..fluitje van een….
Dus manlief vrijdagochtend
heel vroeg met de eigen wagen richting ziekenhuis.
In de voormiddag al een
telefoontje: ‘De operatie was al gedaan, de stent steekt er in en moet je nu
eens iets weten, ze hebben het verdorie langs de pols gedaan, lig ik hier nu
met mijn blote kl…!’
Tijdens het namiddag
bezoekuur opperde ik nog om alsnog onze vrienden te contacteren om hem af te
halen, maar steenezelig hield manlief vol, dat hij niets meer wist van de
verdoving en dat hij zelf naar huis ging komen. Ik moest hem op zaterdag zelfs
niet tegemoet komen…hij voelde zich als herboren!
Dus eventjes opnieuw: Op zaterdagochtend
rinkelde om 10 uur de telefoon en hoorde ik manlief vanaf het Universitair
Ziekenhuis zeggen, dat onze auto gestolen was. Mijn darmen borrelden en ik moest de voorstuwende stressdiarree terug
naar boven duwen. Er was hoegenaamd geen tijd om eerst die zenuwbagger te
lozen.
Ik sommeerde manlief dat hij
moet blijven staan waar hij stond, dat ik ofwel een taxi zou bellen of onze
vrienden waarschuwen en dat ik onmiddellijk zijn richting zou komen gelopen.
Gelukkig is het hospitaal maar een viertal straten bij ons verwijderd, dus
hinkelde ik de trappen af, schoot in mijn sandalen en rende, mij nog half
aankledend, de straat uit…Onze vrienden jammerenden samen met mij, dat het de
dag van vandaag toch wel schandalig is! Het moest toch weer eens lukken, nu die
auto voor één nachtje onbemand op straat stond, wat gingen we nu doen, want we
hadden onze wagen nodig om de caravan te trekken. Pech, pech, ze zouden onmiddellijk
in hun auto springen en richting UZA komen.
Ik was nog geen halve straat
uitgesprint of de smartphone ging opnieuw. ‘Schatteke, heumm, heu, sorry, ik
was verkeerd, onze auto staat er nog wel hoor, ik zag hem eerst niet staan, hij
stond in de schaduw onder een boom en ik vond dat dit niet op de kleur van onze
wagen leek …bel de hulpvrienden maar af.’
Ik had waarschijnlijk toen manlief naar het
hospitaal verdween de mannenhandleiding niet goed genoeg bestudeerd en terwijl
ik op de pot de zenuwen uit mijn lijf scheet dacht ik nog:
‘Dus wat rijmt er godverdomme
op stent of op een fluitje van een cent…juist een chaotische, geopereerde, koppige
vent! ‘
Sim, 14 juni 2018, Belgische
kust, slecht weer Bredene aan zee
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik hoor heel graag van jullie wat jullie van mijn verhaaltjes vinden ?