Redelijk vroeg ’s morgen, toen
we vanuit de Costa del Silencio langs het verlaten Ten-Bel richting Las Galletas wandelden, zagen we ze
staan. Zo’n 15 à 20 muffe getuigen van Jehova stonden in een kringetje rond de
hoofdsekteleider. Het leek wel alsof ze van plan waren het spelletje “zakdoekje
leggen” te gaan spelen. “Bijbeltje leggen, niemand zeggen, ‘k heb de hele dag
gewerkt…” Van welk land ze ook kwamen,
zelfs zonder folderstaandertje zagen ze er allemaal vrij identiek uit.
Of ze nu in de volle zon of in de schaduw stonden, de mannen waren altijd netjes
conventioneel in een tweedelig pak gestoken, blinkende schoenen, of in een net
wit soms lichtblauw hemd en altijd en overal een das. De vrouwen met platte
schoenen, een halve tot lange rok, een tuttige bloes met lange mouwen, zedig tot onder de kin toe geknoopt, en
vooral geen sexy of erotische uitstraling. Dat had hun god hen verboden. En
steeds met die idiote glimlachende devote blik, alsof ze juist Jehova himself
gezien hadden. Moeder Theresa zou er jaloers op kunnen zijn. Deze invasie bleek
Frans te zijn. Wie was er op het idee gekomen dat er op Tenerife nog hordes
niet geïndoctrineerde toeristen rondliepen? Beval Dieu, le créateur hen zelf om
vakantie te nemen, een vliegtuigreis te boeken en elk 10 kg aan Bijbelshit in
hun koffer mee te nemen?
Al bij al waren het geen
‘ding dong’ getuigen van Jehova. Al de residenties en de appartementjes in de
vakantiedorpen waren hier volledig met hoge hekken omringd tegen inbrekers,
vandalen en krakers. Soms had je een sleutel nodig om op het domein te komen of
soms stond er een soort van buitenwipper die de huurders controleerde. Dus hier was het werkelijk niet mogelijk om
overal zo maar bellekentrek te gaan doen. Dat was dan voor hun zieltjeswerving
een nadeel, maar ze konden dan ook al geen voordeur tegen hun façade gegooid
krijgen en dat was dan weeral een voordeel.
Dus nu werden op het Ten-Bel
plein de staanplaatsen aangeduid en de orders gegeven. Zat hier een logica of
een puntensysteem achter? Hoe meer bekeerlingen hoe dichter je in het
hiernamaals rond Jehova mocht zweven?
Eventjes later zag je ze twee
aan twee elk langs een kant van een staandertje vol met gedrukte rotzooi staan.
Vijftig stappen verder stonden er nog zo’n twee sjarels als twee boekensteunen wat
wezenloos rond te draaien. Weer 100 passen verder alweer zo’n komisch duo voor
het geraamte van het vroegere Ten-Bel hotel. Achter hen was op een muur een
gigantisch grote penis geschilderd en dat was volgens mij totaal niet
bevorderlijk om de Schepping en de Bijbel te promoten. Zeker 6 Franse Bijbelstaandertjes met telkens
een tweetal inwisselbare getuigen stonden er verspreid op de voormalige Ten-Bel
plaats. Weer wat verder “ Библия
рассказывает о творении” twee Russische predikkers. Deze
laatste getuigen hadden nog steeds niet door dat de hier aanwezige Russen
alleen geïnteresseerd waren in de Tenerife goedkope drank en zeker niet in het
bij elkaar gefantaseerde hiernamaals. Wat verder twee Italianen met “La storia
della vera creazione”. Jehova zond zijn zonen en dochters uit!
Eén ding was zeker, ze vielen
niemand lastig, ze stonden er maar bij als een paar zoutpilaren. Elke dag
opnieuw stonden ze daar onbeweeglijk als standbeelden, uren aan een stuk, zonder
dat wij ze ook maar één keer met iemand aan de praat zagen. Hadden die mensen
nu werkelijk niets zinnigers met hun leven te doen? Wie betaalde hun
indoctrinatiereisje naar Tenerife? Was de reis goedkoper met Bijbelgroepstarief?
Kreeg Jehova een winstpercentage op elke getuigenvliegreis?
Terwijl de toeristen zich
richting dijkje en de terrasjes haastten, droop de verveling van de zendelingen
af. Op deze stoïcijnse, onverstoorbare oncommunicatieve manier zouden ze op het
eind van hun christenfundamentalistische opgave zeker niemand bekeerd hebben, maar
zonder twijfel met een paar aderspatten op de benen van het lange stilstaan
naar hun nirwana mogen gaan. Ik kan me
hun conversatie ’s avonds aan de eettafel al voorstellen. “Wij hebben zeker 4
mensen naar ons Bijbelstaandertje zien kijken!” “Bij ons heeft een koppel de
wenkbrauwen opgetrokken en smalend naar de foldertjes gekeken.””Een man riep
luidkeels : contes de fées!” Wij werden zelfs door iemand aangesproken, maar
dat bleek bij nader inzien de plaatselijke dronken dakloze te zijn, die riep
dat de ruïne van Ten-Bel alleen van hem was en dat we met onze religieuze
rommel maar ergens anders moesten gaan staan zwijgen”!
Nadat wij op een terrasje, in
het zonnetje, lekkere chopitos, calamares en een doradevisje gegeten hadden,
kwamen wij na zo’n drie uur terug aan het Ten-Bel plein. Daar stonden ze nog
steeds, nu een beetje wanhopig naar de voorbij slenterende toeristen te loeren.
Ze hadden hun ‘joie de vivre’ ergens onderweg hun zendelingentijdsduur
verloren! Hadden die sekteleden een plasadresje? Hadden die een lunchdoosje
bij? Waren ze misschien ondertussen afgelost? Ik vond hen soms zo zielig dat ik
weleens de neiging kreeg om naar hen toe te gaan en hun te vragen of ze me misschien
het sprookje van ‘Sneeuwwitje en de twaalf apostelen’ of ‘Roodjezuske en de
wolf’ zouden kunnen vertellen. Maar daar stonden ze misschien op te wachten,
tot er iemand, wie dan ook, hun eindelijk aansprak, zodat ze toch wat Bijbelbrochures
mochten uitdelen. Waar blijft zo’n sekte, keer op keer, zulke nieuwe
naïevelingen vinden alleen met het beloven van een mogelijk paradijs? Drie
dagen hielden ze het vol...
De vierde dag waren ze
plotsklaps verdwenen. Geen getuigen meer op het
Ten-Belplein en geen drukwerk,
in welke taal ook, over de schepping
meer te zien. Vakantie gedaan? Genoeg nieuwe geïndoctrineerde zieltjes
gevonden? Naar een ander Canarisch eiland versast? Teruggeroepen door Jehova?
Weg, allemaal weg.
Sim, Costa del Silencio 9
februari 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik hoor heel graag van jullie wat jullie van mijn verhaaltjes vinden ?