maandag 8 juni 2015

FLIEREFLUITER

Wij kamperen in Barcelonette. We staan met onze caravan aan de rivier, de Ubaye, die zo’n vijf meter dieper wild kolkend met veel geraas voorbij stroomt. Over de stroomversnellingen komen regelmatig rafters en kanovaarders avontuurvaren.
Elke morgen steken de 3000 meter hoge bergen scherp af tegen de knalblauwe hemel. Het is bloedheet, zelfs in de schaduw, en regelmatig vormen zich in de late namiddag onweerswolken. Ze kruipen donkergrijs met het nodige gerommel over de bergflanken en verduisteren nu en dan de zon. Door deze verzengende hitte ontstaan er zwermen vliegen. Ze kriebelen over je armen en benen en zoemen constant rond je oren en ogen Als je een stukje stokbrood op de tafel legt, is het net alsof je rozijnenbrood serveert en het is helemaal niet leuk meer als je deze zwerm van je bordje sla of je barbecue- vlees moet afslaan. Manlief wappert met de knalblauwe vliegenmepper en stuurt ze met vijf tegelijkertijd naar de vliegenhemel. Maar voor elke tot moes gemepte vlieg, komen er tien op de begrafenis. Eerst dachten we, dat er misschien ergens rond onze kampeerplaats  een lijk in ontbinding lag te stinken of dat wijzelf ze met een speciale geur of kleur naar ons toe lokten, maar overal zien wij ook onze campingburen met vliegenmeppers of kranten rondslaan. Deze insecten blijken ook niet bijster slim, ten minste ze lijken zeker niet met elkaar te communiceren. Als ze zich zoemend tussen hun vriendjeslijken neerpoten, is er geen één die tegen de andere zegt: “Goh, wat is er met onze broertjes gebeurd? Kijk dat kleine dikbuikige meneertje is helemaal niet dat gezellige grijze opaatje, maar de vliegenseriemoordenaar van Barcelonette! En daar dat kleine leuke caravannetje, waar we met zijn allen tegen de wand uitrusten en waar we allemaal zo graag naar binnen willen, is eigenlijk een echt vernietigingskamp! Amper vijf seconden binnen en we liggen met onze pootjes de lucht in. Wegwezen hier!” Maar nee, tegen beter weten in blijven ze met honderden rond zoemen en hun vliegenlot tarten. Deze zwoele warmte en de duizend vliegen zijn zo’n ergerlijke cocktail waardoor zelfs de mussen dood uit de hemel vallen. Geen tjielp is meer te horen.
Het is zo warm, dat je alleen op heel grote Alpenhoogte een draagbare wandeltemperatuur kan vinden.
Daarom nemen we de auto en rijden naar de col de Larche. Hier bevindt zich, op meer dan 2000 meter hoogte, het marmottenparadijs. Al na tien minuten stappen, worden wij beloond en zien we de eerste marmotjes op een grote steen zitten. We horen ze elkaar toefluiten: “Fwiet, gevaar, twee onbekende dieren, dekking zoeken!” De diertjes spurten naar hun holletjes maar net als je op hun hoogte komt, komen ze heel nieuwsgierig naar buiten loeren.  Het is nog vroeg in het seizoen, er zijn nog niet veel bergwandelaars en sommige marmotten blijven dan ook midden op de weg zitten en kijken ons heel benieuwd en gedurfd aan. Overal horen we het fwiet, fwiet, de marmottentamtam. Ze graven holletjes, rollebollen en vechten juist voor onze voeten. Raar hoe je sommige diertjes zou doodknuffelen en andere effectief zonder pardon doodmept. Het is een vrij vermoeiende wandeling geweest en mijn haar kleeft als een zweetband tegen mijn tomaatrode hoofd. Ik zie er niet uit als we terug aan de auto komen maar we besluiten toch alvorens we naar het vliegenparadijs rijden, eventjes in het gezellige stadje Barcelonette te stoppen. In de hoofdstraat word ik plots bewonderend nagesloten. Fwiet fwieeet. Manlief is het niet want die slentert even afgepeigerd voor mij uit door het bijna lege winkelstraatje.  Geen superslanke missen in de buurt alleen deze oververmoeide zestigplusser met dikke kont in short, een zweettoeters t-shirtje, rugzakje, wandelstokken, bergbottines, knalrode verbrande neus en een kapsel alsof ik juist onder douche vandaan kom. Ik kijk stiekem rond maar zie niemand die in aanmerking komt om mij zo bewonderend na te fluiten.  Fwiet fwieiet!  Weer weerklink het gefluit vol adoratie. Ik zoek of ik ergens een halfblinde bouwvakker, die zijn hobby nog steeds niet vaarwel heeft kunnen zeggen, uit een raam kan zien hangen. Misschien fluit er een man, met een hoekje af naar elke vrouw of elke hond met een rok aan of staan er ergens een paar jongelui stiekem grinnikend achter een hoekje? Niemand te zien! Fwiet fweet! 
Eventjes voel ik mij weer twintig, sexy, aantrekkelijk en een beetje later vooral blond, heel erg blond. Op het schab voor de souvenirwinkel zitten twee reuze speelgoed marmotten, die iedereen die hen in een straal van 5 meter kruist, lustig toefluiten. Ach eventjes was het een prettige illusie. Ik kan er echter niet aan voorbijgaan en koop een kleinere uitvoering voor mijn kleindochtertje. Niet eentje dat automatisch fluit, maar een flierefluiter waarbij ze op het buikje moeten duwen. Zo kan grote broer straks kleine zus weer laten schateren.
Als we wat later terug op de camping staan breekt de hel los. Purpergrijze wolken tuimelen over de bergpieken en bliksemknallen verlichten de hemel. Grote dikke druppels met hagel plenzen op de caravan.  Omdat de vooruitzichten, meer noordwaarts, in de Alpen niet zo denderend zijn, beslissen wij om terug naar de Zuid Franse kust te rijden. Les Saintes Maries de la Mer ligt in het midden van de Camargues. Al de vliegen die tijdens de storm hun heil in onze auto en onze caravan gezocht hebben, zullen straks nogal schrikken als ze in een totaal andere omgeving losgelaten worden.


Sim,              Barcelonette  6 juni 2015

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik hoor heel graag van jullie wat jullie van mijn verhaaltjes vinden ?