zaterdag 10 december 2016

VORIGE WEEK IN DE KRANTEN

Ermierii belgieni trebuie decât să învețe muncitori străini români sau polonezi dacă angajează!
Wat zegt U? U begrijpt niet wat ik jullie schrijf? Oké ik probeer het nog een keer.
Belgijskie ale rolnicy mają się uczyć zagranicznych pracowników rumuńskich
 i polskich, jeżeli zatrudniają one!
Ja zeg, nog steeds begrijpt U niet wat ik jullie vertel! Dan bent U waarschijnlijk niet
één van die Belgische boeren die recentelijk een taalbad hebben moeten nemen. 
Soms zit ik zo verbijsterd naar de televisie te kijken dat ik het fragment eventjes 
helemaal opnieuw zou willen bekijken om te zien of ik het wel degelijk goed begrepen
heb. Staat daar zo’n mannetje van het Vlaams Infocentrum land- en tuinbouw
heel trots te verkondigen dat Vlaamse boeren nu een cursus Pools of Roemeens 
kunnen volgen als ze straks seizoensarbeiders voor de fruitpluk uit Polen of Roemenië
willen aannemen. 
Onze boeren moeten Roemeens of Pools leren als ze vreemde werkkrachten
van die landen in dienst nemen!
Vindt U dit niet een beetje de wereld op zijn kop? 
Als U straks in Spanje in de horeca aan het werk wilt, zou men het dan daar
niet meer dan normaal vinden, dat U een woordje meer kan zeggen en verstaan dan
„Dos cervezas por favor.” Zouden de Italianen genoegen nemen met het feit dat U,
in hun land als restauranthulpje, alleen in het Italiaans op de romantische toer 
kon gaan? Ik veronderstel dat ze waarschijnlijk ook zouden verwachten dat U buiten 
pronto, prego, domani, puo bacio en ti amo, zich toch ook wat kooktermen 
zou eigen maken. Denkt U dat een Chinees wat Nederlands zou gaan leren, 
als U zich daar op de arbeidsmarkt gooit? Wat is dat toch met onze halfzachte 
watjesboerenbondregelaars? Zou het niet verstandiger zijn om aan die 
Roemeense en Poolse arbeidsmigratie duidelijk te maken dat juist zij de taal 
van hun werkgevers een beetje onder de knie moeten hebben. 
Het zou toch vanzelfsprekend moeten zijn dat juist zij een snelcursus 
landbouwtermen- en inburgeringsboerenbond Vlaams zouden moeten krijgen
alvorens ze hun kop maar in één of andere serre zouden mogen steken! 
Klein examentje afleggen vooraleer ze bij ons ook maar een seizoensgebonden 
vruchtje mogen plukken?  Ik blijf het onthutsend vinden dat onze Vlaamse 
landbouwers les zouden moeten volgen, omdat vreemde werkkrachten hen 
zouden verstaan!  
Nog zo iets absurd zijn de recente krantenkoppen over relatiebreuken 
of echtscheidingen van bekende Vlamingen. De schatten, eigenlijk zijn ze  grappig 
en simpel tegelijkertijd. Wie van de lezers ligt er nu werkelijk wakker van het feit
 dat een acteurtje plots na 8 jaar terug single is. Wie kan het schelen of een
 tv vedette en haar man scheiden omdat ze vinden dat na 10 jaar het liefdesvuur 
geblust is of ze gemerkt hebben dat aan de overkant het gras groener groeit. 
Vinden wij het niet degoutant dat een juist in de steek gelaten BV-vrouw 
 s’ anderdaags in de gazet laat schrijven met wie ze de copulerende nacht doorbracht. 
En wie zit er nog te wachten op het nieuws van een zuurkous journaliste die 
verklaart dat zij en haar man na 40 jaar een eind aan hun huwelijk maken. 
Pluim voor die echtgenoot, ik zou veel sneller van die saaie programma 
makende heilige boon gaan lopen zijn. Miljoenen mensen lezen de papieren 
en internetkranten en de scheidende partijen vragen dan ook ineens bij het
verschijnen van dit ‚hot item’ tussen de lijntjes door, om hun privacy te willen 
respecteren. Ondertussen blokletteren zij eventjes hun privéleven in de kranten. 
Als de splitsende echtelieden de vuile huwelijks was in de mand willen houden, 
dan moeten ze hun klep houden, hun problemen in hun persoonlijke levenssfeer 
oplossen zonder daar heel kranten lezend Vlaanderen mee lastig te vallen. 
Want zeker weten, eens de echtscheiding uitgesproken, gaan we weer met 
zijn allen in de roddelblaadjes kunnen mee genieten van de meest vulgaire uitleg. 
Waar ik wel van gesmuld heb, is het verhaal dat VTM stopt met het programma
Royalty. U weet wel, dat programma over onze koningen, koninginnen, 
prinsen en prinsessen. De kijkcijfers zouden desastreus teruglopen omdat 
de jeugd niet meer geïnteresseerd zou zijn in die ruziemakende, 
door ons onderhouden Plopsalandfamilie. Hebt U er al eens over nagedacht 
waarom zo’n prinses of koningin, nadat ze het glazen muiltje aangestoken 
heeft, plots zo’n kaasbolachtige of vliegende schotelhoed gaat dragen of zich 
gaat behangen met goud, edelstenen en diamantenkroontjes ?  
Zal U het straks spijtig vinden, eens het programma afgevoerd is, dat U de mega dure
haut-couturejurkjes, waar U aan meebetaald hebt, niet meer zal kunnen bewonderen? 
Lacht U ook nog een beetje meewarig als U dat prinselijk nakomertje allerlei 
onzin hoort uitkramen en telkens opnieuw zonder vergelding door de regering 
op de vingers getikt wordt? Ik ben er alleszins van overtuigd dat, als onze jongste 
prins-rebel voor televisie durft vertellen dat hij zoveel meer belastingen aan 
België betaald heeft, dan dat hij ooit aan dotatie ontvangen heeft, hij duidelijk 
zuurstofgebrek bij de geboorte gehad heeft. In Antwerpen zeggen wij dan 
al ginnegappend dat we denken dat er ergens een koninklijk hoekje af is, 
of voor de Nederlanders, dat hij niet helemaal spoort. Zulke toestanden, waarbij 
een psychotisch koninklijk kakelknechtje om zich heen slaat, laten alleen maar 
zien dat deze familie niet anders is dan de onze. Alleen teert deze, niet door
het volk verkozen blauw bloed monarchie,  mee op onze portemonnee.  
Ik denk dat alleen de royalty watchers, na het afvoeren van dit VTM programma  
in zak en as zullen zitten. Nu komen ze straks niet telkens weer in beeld als 
ze langs de kant van de weg, met Belgische vlaggetjes wuivend, zich weer een 
tenniselleboog zwaaien als die koninklijke Disneyfigurenoptocht voorbij komt.
Diezelfde landgenoten klagen vervolgens steen en been, staken te pas en 
te onpas omdat de regering teveel zou uitgeven en dat zij te weinig in het 
loonzakje vinden of als pensioen  uitbetaald zouden krijgen. Vinden deze, 
in sprookjes gelovende, landgenoten nog steeds dat wij met ons belastinggeld 
het rijkeluisleventje van het ‚blauwe bloedvolkje’ moeten blijven subsidiëren? 
Pikken zij het nog steeds dat zo’n bekakt gepensioneerd Efteling-gezin 
met een zeker misprijzen naar zijn burgers wijst, omdat hun exuberante 
dotatie verminderd werd?  VTM heeft het duidelijk begrepen, wij stevenen af 
op een koningsdrama...
 
Ach, terwijl de wereld rondom ons explodeert, mensen door de klimaatopwarming 
straks gaan verzuipen, aardbevingen onze aarde hertekenen, een massamigratie 
gelukzoekers op gang komt, wij een schuldgevoel opgedrongen krijgen en 
uitgemaakt worden voor racisten, houden wij ons ondertussen bezig met 
taalbaden, BV- nitwits en voorbij gestreefde poppenkastsprookjesfiguren.

*Vorige week in de kranten

maandag 28 november 2016

RODE NEUZEN DAG KOMT VOOR HAAR EEN HALVE EEUW TE LAAT

Heel zielig lag ze daar,  mager en grauw tussen de smetteloos witte lakens van het ziekenhuisbed.
In enkele weken tijd was haar gezonde huid over alle tinten geel naar het groen grijze van de dood verkleurd.  Helemaal alleen bang afwachtend, want de stemmen die reeds van in haar puberteit in haar hoofd woonden, hadden haar verlaten.
Ze was als tiener super intelligent. Ze was zo'n prachtige jonge meid geweest en opeens was er iets finaal in haar hoofd kapot gegaan. Het duurde een tijdje alvorens haar omgeving inzag dat er werkelijk iets ernstigs aan de hand was. Plots sleepte ze zich van de ene verplichte antipsychotica spuit naar de volgende. Psychiatrie in en psychiatrie uit.
Nu het einde naderde weigerde ze alle spuiten, ook diegene die haar al haar pijn konden verzachten. Eindelijk had ze de macht om alles te weigeren.
Manlief stond naast haar bed en streelde de haren en de handen van zijn zus. Met zijn oor tegen haar mond, probeerde hij haar fluisterende woordjes te verstaan.
Een lichamelijk contact dat ze bij leven niemand, ook haar broer nooit had toegestaan.
Ze had genoeg aan haar stemmen gehad…Dwingende, lieve, vloekende en Frans sprekende stemmen. Ze kon niet werken zoals de meesten onder ons en ze ging gebukt omdat ze dacht dat iedereen het schandalig vond dat zij van een uitkering leefde.
De verschillende stemmen hielden haar gezelschap, als ze in haar kleine kamertje kettingrokend haar leven wegblies. Op de salontafel stonden grote diepe borden vol peuken en van de ooit witgeschilderde muren  droop de nicotine bruin naar beneden.
Als ze zich weer eens inbeeldde dat mensen zeiden dat ze naar sigaretten stonk, waren haar stemmen daar, die haar opdroegen wat ze tegen de nietsvermoedende medepassagiers op bus en tram moest roepen. Deze mensen begrepen het allemaal  niet…de stemmen die haar begeleidden, verplichtten haar op die manier te reageren.
Stemmen, die haar ’s avonds toeschreeuwden, dat achter de kast, grote griezelige spinnen uit de muur kwamen. Voor haar een realiteit en een rede om de kasten  van de muur te sleuren,  alles kapot te slagen, de luchter uit het plafond te trekken, en door de zittingen van de stoelen te kerven.
Stemmen, die haar dwongen om met een hamer de bankautomaat in gruzelementen te slaan, omdat deze geweigerd had, geld van haar rode rekening uit te keren.
Zich hevig verzettend, tegen elke mogelijke nieuwe opname in de psychiatrie, sloot ze de elektriciteit van haar deurbel af en duwde ze haar mobiel uit. Niemand zou haar vinden !
Ze luisterde naar de stemmen, die haar verwittigden, dat de witte mannen haar ’s nachts zouden komen halen en sliep geen enkele nacht nog normaal. Wakend uit angst,  barricadeerde ze haar deur met emmers ammoniak, klaar om de strijd aan te gaan. Ze verstopte messen in haar jaszakken om zich onmiddellijk te kunnen verdedigen.
Toen ze zich niet op tijd opnieuw in het psychiatrisch centrum  aanmeldde om haar injectie te krijgen werd ze na geruime tijd als onrustwekkende verdwijning opgegeven. Politie aan onze telefoon en verontruste hospitaalwerkers die ons trachtten te verwittigen. Maar haar stemmen hadden haar opgedragen om een tijdje te verdwijnen en zwartrijdend de trein naar Parijs te nemen.
Daar ging ze dan eens lekker uitgebreid in een chique restaurant  eten. Na de heibel om de onbetaalde rekening, werd ze dan ook onder politiebegeleiding de zaak uitgezet. Een medewerker van het Franse consulaat, die ook in het restaurant aanwezig was herkende de symptomen en organiseerde vanuit Frankrijk een ambulance, enkele reis, naar de psychiatrische afdeling van het Stuyvenbergziekenhuis* .
Er waren ook stemmen, waarmee ze eindeloze superintelligente gesprekken kon voeren en die haar een warme rode gloed bezorgden, als ze aan iemand dacht, waar ze zich goed bij voelde.
Na elke maandelijkse spuit verdwenen de stemmen.  Voor de buitenwereld werd ze dan min of meer normaal. Eenzaam en alleen doolde ze dan door de Antwerpse straten. Bij de in de metro slapende daklozen kon ze dan haar verhaal nog kwijt en zocht ze vriendschap in kroegen waar alle kneusjes en alcoholisten bijeenkwamen. Meer dan één keer had ze een einde aan dit nutteloze leven willen maken.
Ze voelde zich genezen en begreep niet waarom ze telkens opnieuw medicatie moest krijgen. Zij was diegene die gezond was en al die anderen begrepen het allemaal niet! Helemaal alleen bokste ze telkens opnieuw tegen de hele zogezegd gezonde wereld op.
Drie weken na            dat de spuit uitgewerkt was, kwamen haar stemmen als vergif opnieuw binnensluipen, maar zij was zo dankbaar dat ze niet meer alleen was om alles te verwerken.
Nooit had ze warmte, liefde en begrip gekend. Zelfs diegene die het goed met haar voorhadden, die haar op het hart drukten, dat ze zich alles gewoon in haar psychose inbeeldde, werden regelmatig door haar aangehaald en keer op keer opnieuw verstoten. Voor ons was het heel moeilijk te begrijpen.
En nu, op haar laatste reis, hadden  de stemmen, waar ze zich zo aan vastgeklemd had,  haar  één voor één verlaten, als ratten op het zinkende schip.
Zij hadden haar helemaal alleen achtergelaten met haar ziekte en de oneindige schrik voor de dood.
Marceline Vercauteren , 28/8/1950 – 1/11/2013  zuster van manlief
Stuyvenbergziekenhuis =  psychiatrische afdeling in Antwerpen  



dinsdag 22 november 2016

IK MAAK GRATIS RECLAME VOOR GEHOORAPPARATEN VAN LAPPERRE,AUDIONOVA, HANS ANDERS EN AMPLIFON!

“Zeg schatje, heb je al een idee wat ik morgen moet klaarmaken?” Mmmmm…”
“ Waar heb je nu eens goesting in?” Manlief zit in de keuken over een kruiswoordpuzzelboekje gebogen. Hij denkt heel intensief na en kribbelt lettertje na lettertje in het Zweedse puzzelboekje. Dat is de manier om zijn Alzheimer-light te bestrijden. “Mmmmm, wat?” “Wat, wat! Ik vraag wat we morgen gaan eten!” Manlief zucht en kijkt mij glazig aan: “Wat ben ik nu weer vergeten?” Vergeten, vergeten..ik trippel met lichte verontwaardiging de keuken uit. Een paar minuten later kom ik met de wasmand de trap afgestrompeld en roep heel luid: “ Moet er nog iets mee in de wasmachine?” Verrek, manlief heeft het gehoord, geregistreerd en er volgt zelfs een antwoord! “Die broek, die in de slaapkamer over de stoel hangt”. “Die zwarte? Hallo, hallo! ”Ik ga de keuken opnieuw binnen. “Die zwarte?” Ja zeg, ik ben dat gezever al meer dan beu hoor!”Welk gezever bedoel je?Ik sta al onmiddellijk in mijn startblokken om de hoorapparatendiscussie op te rakelen. “Awel, dat geleuter over die zwarte, witte, roze en roet Pieten, zo’n fait divers, waar ze zich mee bezig houden!” “Je bedoelt die schoorsteen Pieten?” “Ja zeg ik ben al lang niet meer mee hoor. Weet ik veel of je nu jaarlijks of tweejaarlijks die schoorsteen moet laten vegen? En als wij die open haard nu nooit meer laten branden, moeten wij dan die schouw nog laten kuisen?” Ik geef het op. “Verdomme je luistert weer gewoon niet hé!” Ja zeg, jij mompelt altijd zo, of je staat in een andere kamer op fezeltoon iets te vertellen. Kom eens hier in de keuken en herhaal het dan nog eens! Wat moest ik horen, wat was ik vergeten, wat moest ik doen?”Ik stond verdorie niet in een andere kamer, ik stond juist naast je oor in de keuken”.  “Oké, WAT vroeg je nu allemaal?“Wat, wat, steek je vinger in je gat, dan proef je pure chocolat…” Ik laat manlief een beetje verbouwereerd achter en ga de wasmachine vullen. Ondertussen denk ik na over de toekomstige logeerpartij in de kerstvakantie van de kleinkindjes. Als ik terug in de keuken kom, zit manlief nog steeds obsessief  in de denksport doorloper-editie lettertekens te krabbelen. “Zeg schatje,  als het weer wat meewil, kunnen we met ons prinsesje naar de zoo gaan en als straks Matteoke komt logeren, willen we dan eens naar het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel gaan? Die grote hoeveelheid dinosaurusskeletten zal hem zeker imponeren! Wat denk je ervan?” “Prima idee.” Ik kan bijna niet geloven dat mijn vraag, door het woordjes schrijvende brein doorgedrongen is. “Ik zal direct eens wat meer informatie op de computer bekijken!” Ik duw de PC open en onmiddellijk komt er een mailtje binnen.
“Schatteke, een mailtje van camping Le Boucanet. Ze mailen dat onze plaats in september gereserveerd is. Jij zal wel superblij zijn, dat je opnieuw naar je lievelingscamping kan gaan kamperen, niet?” “Ja, ik dacht het ook al, dat we beter met de trein naar Brussel kunnen gaan, je kan daar inderdaad bijna nergens meer parkeren!” Ik haal mijn schouders op en zucht gelaten: “Matteoke eet graag Italiaans, ik zal eens kijken of er Italiaanse restaurantjes of pizzeria’s dicht in de buurt van het museum zijn.”  “Italiaans, zeg keukenprinses, heb je al eens nagedacht wat je morgen kan klaarmaken? Weet je waar ik nu al dagen goesting in heb, Italiaans!  Als je nog nieuwe ideeën nodig hebt, ik heb er nog een paar”
Ik heb er ook nog een paar, een paar hoorapparaten die nutteloos in de schuif liggen.


Sim, 22/11/2016

zaterdag 5 november 2016

EEN PLAS-PIS-POEP EN KAKCONTRACT

Gisteren in de krant:

“Consternatie in Nederland nu aan het licht is gekomen dat een rusthuis van een concern dat er zeker twintig uitbaat bejaarde bewoners een “plascontract” laat tekenen. Daarin staat dat ze slechts drie keer per dag naar het toilet mogen.
Gisteren maakte RTV Rijnmond bekend dat in rusthuis Grootenhoek in Hellevoetsluis, behorend tot de groep Careyn, de bewoners op vaste tijden om 11, 14 en 18 uur naar het toilet kunnen gaan. Buiten deze tijden om is dat niet mogelijk, of doet het personeel daar moeilijk over. Soms moeten bewoners wachten met toiletbezoek totdat het personeel klaar is met de koffiepauze.”
Als U in Nederland woont, hebt U dan al samen met Uw uitvaartverzekering, een pamper rekening en een plascontract afgesloten? Als U zulke onzin van onze noorderburen leest, denkt U dan als tachtig jarige al eens twee keer na over dat euthanasiepilletje. Misschien hebt U al eens rondgekeken op welke spoorwegovergang U het best met Uw rolstoelwielen kan blijven steken voor er zo’n zelfmoordexpresstrein U uit Uw plaslijden komt verlossen. Stel je voor dat zo’n plascontract een Europese stelregel wordt! Willen wij, zelfs wanneer we gehandicapt en lichtjes dementerend zouden worden, dan nog wel op deze wijze oud worden, als anderen voor ons gaan beslissen wanneer we mogen pissen en kakken? Je moet maar toevallig in zo’n rusthuis met tweedehands verzorgers terechtkomen. Is dit misschien het begin van het opruimen van de steeds groter wordende bejaardenberg? Oké zulke maatregelen ontspruiten uit het brein van rusthuismanagers met een schrijnend personeelstekort. Ik kan me echter niet voorstellen dat zo’n rusthuisopperhoofd zijn eigen moeder of vader een halve dag met een ‘moeraspamper’ tussen zijn benen zou laten zitten! Dit idee is toch van de pot gerukt! Of juist niet, kak of gene kak, de pot op en wel op de uren die in het contract vastgelegd werden. Terwijl U drukt en tevergeefs wacht tot Meneer de Bruin zich meldt, vermindert U in één keer de werkdruk van het personeel. Als negentig jarige niet-Alzheimer rusthuis bewoonster, die echter niet meer zelfstandig uit haar bed of uit de rolstoel kan, heb je dan toch schijt aan zulke contracten! Je moet maar juist na de verversbeurt van 11 uur de drang voelen opkomen om een bruine trui te gaan breien. Moet je dan wanhopig je laxerende verteerde en gecomposteerde avondmaal zitten terugduwen totdat zo’n Nederlandse rusthuis verzorgster haar koffiekoek met bakje troost doorgeslikt heeft? Kunt U zich voorstellen hoe het moet voelen als men U, tussen de vooropgestelde uren, met een sompige naar ammoniak geurende pamper in Uw rolstoel hijst en U de gangen richting refter door duwt? Kan U ook reeds voelen hoe U tevergeefs Uw bruintje tussen de contracturen zal proberen terug te duwen? Al staat de sluitspier nog zo strak, aan Uw kont kleeft strakjes kak. Leuk dat Uw lotgenoten, die met U samen aan de 12 u lunch zitten, U al op afstand  kunnen ruiken als U komt aanrijden. Leuk om als U met zijn allen de gehaktballen met puree tussen Uw tanden zit te vermalen, de stront langs Uw steunkousen naar beneden sijpelt. Het woordje smeerpijpen krijgt dan ineens de juiste betekenis, niet?  Toen pissen, plassen werd is het gezeik begonnen! Het Nederlandse plascontract plan lijkt wel een Big Brother bejaardenaflevering. Welke incontinente, gehandicapte, Alzheimer of Korzakov dementerende houdt het langst stand zonder tussentijds onderhoudsscenario? Wie het eerst een plas of een mosterd- bruinkleurige baggervijver onder zijn rolstoel krijgt, vliegt er onverbiddelijk uit. De winnaar wint een persoonlijke toiletverzorgster, inclusief een jaar gratis pampers en mag de WC eend voeren op elk gewenst uur van de dag.
Het is onbegrijpelijk dat in een land waar, in het tijdperk van de centrale verwarming, waar kinderen nog nooit een schoorsteen gezien hebben, men zijn hoofd breekt over de Zwarte of de Schoorsteen Pieten en tegelijkertijd met zo’n bejaarden- zeikplan op de proppen komt.  Gehandicapte Senioren, AOW’s en licht dementerende noorderburen verenigt U en vraag massaal in België asiel aan een paar meer of minder zal de zaak niet maken! Wij hebben hier nog verzorgsters die met plezier Uw pamper zullen verversen!





dinsdag 1 november 2016

EEN HAAR IN DE BOTER


Hebt U dat krantenartikeltje ook gelezen? “De brazilian wax is passé, een volle bos schaamhaar is terug in de mode!” Dat wij dames daar nu zo lang moesten op wachten. En gelukkig stond het in de krant, want anders hadden wij nog steeds tevergeefs en tegen alle moderegels in blijven ontharen. We hadden er ‘so not done’ bijgelopen…
Ik weet nog goed, toen de eerste haartjes op de pubis en onder de oksels kwamen te staan, dat dit voor ons, als twaalfjarigen telkens een stap dichter naar de volwassenheid betekende.
Met argusogen werd elke groeiende stoppel met enige trots ontvangen.
Na lang sparen en puberend volwassen worden, stond er dan  eindelijk een volledige bos schaamhaar.  Samen met de eerste aandacht van het andere geslacht, moesten prompt ontharingscrèmes, scheermesjes en wax aangekocht worden en werd de strijd met al deze overbodige haargroei aangebonden. Het modebeeld wou dat zowel oksels als schaamstreek netjes onderhouden werden. Je moest het als jonge vrouw niet aandurven om met bossen onder je armen en met krullen die langs je sexy lingerie of bikini uitstaken te paraderen.
Het schaamhaar moest er volledig af  of zoals bij de poedels, getrimd worden. Brazilian wax werd razend populair. Hierbij werd alleen een verticaal streepje haar overgehouden, dat voor degenen die nog in het seksuele beginstadium stonden, de richting aangaf waar de lamp brandde. 
Okselhaar werd weggeschoren en te weelderige wenkbrauwen werden meestal met een pijnlijk proces geëpileerd. Benen moesten haarvrij en fluweelzacht zijn.
Jaren zijn we zo bezig geweest.  Komen er nu ineens een aantal Hollywood sterren, zoals Madonna, Lady Gaga en Miley Cyrus verklaren, dat zij het ongelofelijk sexy vinden als vrouwen grote bossen schaamhaar hebben en dat beharing onder de oksels alleen maar puur natuur is. Waarschijnlijk hebben deze artiestes zelf enorm last van overdreven haargroei en in plaats van urenlang op de ‘ontharingspijnbank’ door te brengen, willen zij deze verloren tijd hoogstwaarschijnlijk nuttiger invullen. Zij willen met hun uitspraken een kantelmoment bewerkstelligen over het wel of niet hebben van schaam- en andere erogene haargroei. Zij willen met deze verklaringen hun achterban en fans ervan overtuigen, dat niets zo mooi is als een donkere driehoek krullend haar. Onmiddellijk barsten er op Facebook en op allerhande sociale media discussies los tussen verschillende pro en contra’s. De meesten jonge vrouwen vinden haarloze vrouwenlichamen toch nog net iets mooier dan gorilla-ogende toestanden, een paar wollegeitesokkenbreiende feministes ten spijt.
Er komt een tijd, dat samen met de overgang , zowel op ons hoofd als op andere behaarde zones het haar dunner en grijzer wordt en de ontharingsklus dus minder intensief wordt. Alleen krijgen wij, ouder wordende dames er dan op minder gunstige plaatsen haren bij. Harde  snorharen boven en rond de lippen die een zweem van zwarte snor doen vermoeden. Lange krullende solo haren ergens op de kin of op een “tâche de beauté” worden er dan door mij dagelijks met een pincet uitgerukt. Als ik bij andere vrouwen zulke haren op de kin, samen met hun babbelende mond,  over en weer zie wippen, geraak ik gewoon gefixeerd en jeuken mijn handen om onmiddellijk deze baardgroei uit te roeien.
In 2014 won Conchita, een Oostenrijkse travestiet met snor en baard, inclusief  een sexy vrouwelijke outfit  en een James Bond girl gehalte het Eurovisie songfestival. Conchita wou met haar/zijn deelname een statement neerzetten over de steeds meer toenemende onverdraagzaamheid over alles wat niet als “normaal”  geldend is in de wereld. Van alle West Europese landen kreeg zij/hij niet alleen de meeste punten voor haar/zijn lied, maar werd er tevens een middenvinger opgestoken naar Rusland en alle landen die de holebis, transgenders  en anders geaarde opnieuw buiten de wet stellen, hen terug als criminelen behandelen en op deze manier een stap terug richting middeleeuwen zetten.
Terwijl de Oostenrijkse dragqueen de overwinningstrofee omhoogstak, haar/zijn lange haren in de ronde zwierde en tegelijkertijd over haar/zijn baard en snor wreef,  ontstond er in alle westerse Songfestivallanden een enorme grote hype.  Alleen in de bij Rusland aanleunende landen werd er lauwer gereageerd op dit behaarde gebeuren, maar waarschijnlijk vindt men daar  besnorde vrouwen al lang niet meer ongewoon in het straatbeeld.
Zoals wij in de vroege jaren zestig de feministische toer opgingen en onze bh’s over de haag gooiden, mieteren nu sinds dat Eurovisie Songfestival de meeste vrouwen simultaan, alle ontharingscrèmes, scheermesjes, pincetten, epilady’s, warme wax en scheerapparaten in de vuilbak. Vrijheid, blijheid, baarden, snorren, venusheuvels vol pels en oksels met krullende vlechten, alles kan en alles mag!
Yiehaa, ik doe onmiddellijk mee, lekker makkelijk. Eventjes op alle bikini- en badpak foto’s kijken of er weelderige krullen ontsnappen zodat vrienden en familie kunnen zien dat ik met de leeftijd mijn wilde haren nog helemaal niet verloren heb!  Na twee maanden overwinteren op Tenerife, hoop ik dan maar dat mijn kinderen en kleinkinderen die rare behaarde en besnorde vrouw, die plots voor hun voordeur staat, nog herkennen.









zaterdag 29 oktober 2016

DE EEN ZIJN DOOD IS DE ANDER ZIJN BROOD

Jaarlijks worden er in België op 1 november met Allerheiligen de doden herdacht. Dit ging vroeger misschien nog veel meer dan heden ten dage gepaard met het zetten van grote potten chrysanten op de graven. Voor de ingang van de begraafplaatsen stonden overal in het land de chrysantenverkopers, iets meer ingetogen dan op de plaatselijke markten, hun waren aan te prijzen. Destijds waren er nog geen als buxusbollen grote chrysant- planten met een overvloed aan kleine witte, gele of roestbruine bloempjes. Alleen planten met 'tennisbalgrootte' witte bloemen werden er aangeboden. De prijs werd berekend naar het aantal bloemen er op de plant stonden. Naargelang de belangrijkheid van de overledene en de financiële draagkracht van de familie werden er vervolgens bloempotten van twee tot acht bloemen aangekocht. Ik had er als zevenjarige een broertje aan dood, maar jaarlijks moest ik een week voor deze herdenking met mijn grootouders mee naar het grote kerkhof van Antwerpen, het Schoonselhof.  Deze begraafplaats is niet zomaar een plekje gewijde grond rond de kerktoren maar een immens groot park waar de vele grafperken met grote lanen en hoge bomen van elkaar afgescheiden worden. Moemoe* en Vava* wilden steevast als eersten hun pot chrysanten op de zerk leggen zodat de ganse familie, die daarna op 1 november als in een  optocht voorbij schreed, onmiddellijk kon zien dat zij nooit een dodenherdenking oversloegen. Met de tram gingen we richting stadsrand.
Toen wij aan de ingang van het kerkhof kwamen werden de bloempotten gekocht. Omdat we elk maar twee potten in de armen konden dragen, moest er soms een helpertje van de plantenzaak  meelopen. Dit waren meestal kinderen die in de vakantie en op zaterdag en zondag een centje wilden bijverdienen. Zo ook heeft manlief dit jaren gedaan. Een schriel tienjarig jongetje dat er een beetje uitzag als Ciske de Rat. Hij moest destijds eens een dame begeleiden die zwaar op een stok leunde. Hij droeg de twee grote bloempotten en kwam amper met zijn hoofd boven de bloemtrossen uit. Twee uur aan één stuk dwaalde de dame tussen de grafperken zonder het bewuste graf te vinden. Manlief, toen nog mannetje lief, had zijn armen om de planten gekneld, die stilaan voelden als lood. Toen de dame eindelijk moe gestrompeld was, draaide zij zich om en in plaats van haar geldbeugel te openen, zei ze: “Dat hij deze twee mooie planten van haar cadeau kreeg.”  Hij moest ze dan maar op een graf van zijn eigen familie zetten. Manlief was toen nog een klein braaf kereltje en nog niet mondig genoeg om alsnog achter de beloofde centen te vragen. Volledig beteuterd zocht hij toen nog een half uur lang met twee slapende armen om de gigantische potten geslagen naar het graf van zijn eigen grootmoeder.  Enfin we dwalen af..
Mijn grootouders hadden op de plattegrond van de begraafplaats een circuit samengesteld waar de ontdekkers van de wandel- en fietsknooppunten jaloers op zouden zijn. Er werd aan geen familielid voorbijgegaan. Op verschillende stukken van het traject zag je een rij zwarte auto’s, achter een met kransen behangen begrafenisauto, staan. De zwartgeklede begrafenisstoet, meestal met de pastoor voorop, schuifelde achter de kist naar de laatste rustplaats van hun afgestorvene.  De bloempotten werden op de grond gezet en Vava nam dan ook steevast uit respect zijn hoed af. (Dit respect voor iemand anders is met de jaren volledig uit het beeld verdwenen. Nu zitten ze met petten op in de schoolbanken en debiel in restaurants te eten) De grootste en zwaarste bloempotten werden als eerste bij de grafzerken van de voor mij totaal onbekende ouders en schoonouders neergezet. Hier werd, onder het plengen van een traan, een babbeltje tegen de verweerde stenen foto’s van de overledene gehouden. De grafzerk werd volledig opgekuist en de grond rond het graf van alle onkruid ontdaan.  Dan werd de rondleiding voortgezet,naar alle mogelijke voor mij vreemde broers, zusters, nonkels en tantes. Die kregen allemaal een tweebloemige chrysant op hun buik. Bij Tante Jeanne, die nog snel de week voor 1 november de pijp was uitgegaan, stond er nog een eenvoudig kruisje op de verse hoop aarde. Mijn grootouders verzekerden haar: “Dat ze volgend jaar zeker terugkwamen om te kijken wat voor een soort grafzerk er op haar lapje grond geplaatst zou zijn.” Ik wipte van verveling van het ene been op het andere en keek bedenkelijk naar deze eenrichtingsconversatie. Bij het graf van Nonkel John hadden zij het wat moeilijker. “Hallo broer” zei mijn Vava dan “Je zou steil achterover slaan als je moest weten wat jouw Roza, nu allemaal uitspookt. Al haar vrije tijd spendeert zij aan haar nieuw lief. Ze heeft ook niet lang gewacht om opnieuw te beginnen hé!”. Ik keek gebiologeerd naar de grafzerk, maar nonkel John gaf geen teken van leven, hij lag al plat en draaide zich niet om in zijn graf. De roddel was misschien niet diep genoeg in de aarde doorgedrongen.  

Om de wandeling over de dodenakker ook voor mij wat aantrekkelijker te maken, werd ik nadien door mijn grootouders op chocolademelk en een taartje getrakteerd. Eén week na 1 november moest er zonder twijfel terug naar de begraafplaats gegaan worden om te controleren hoeveel bloemstukken er achtergelaten waren. Vooral een giswerk, wie en voor hoeveel bloemen chrysanten de appreciatie voor de dode was geweest. Ik was als de dood, dat ik weer op mijn vrije schoolnamiddag deze ‘dodentocht’ moest meedoen. Er hielp geen lieve moeder aan, mijn grootouders waren mijn babysit en hoe hard kleinkind ook zeurde, ik moest mee. De meeste bloemen waren al helemaal verregend en enkele toonden al lichte tekenen van verrotting. Sommige planten waren al morsdood, zo dood als een pier. Op de controletocht werd al snel duidelijk, dat er op de oudste rustplaatsen, jaar na jaar minder chrysantenbollen te zien waren. Veel van de familieleden hadden het aardse leven al ingeruild voor een meer begraven of gecremeerde fase. Die lagen nu zelf onder hun grafzerk of uitgestrooid op eventueel familiebezoek te wachten. Soms dwaalden mijn grootouders ook af naar het perk met de eeuwigdurende grafplaatsen. Hier stonden gigantisch grote grafzerken, net huisjes met een deur, waar volledige stambomen onder begraven lagen. Zerken waren versierd met grote beelden van Jezus, Maria en allerhande engelen, die heel devoot met stenen ogen de hemel in staarden. Bij Nonkel John hielden zij terug halt. Er stonden niet alleen verschillende  chrysantenpotten maar ook een plaasteren vaas met kleurige geglazuurde bloemen, met de tekst ‘Van je lieve echtgenote’.  Vava knikte instemmend:  “Kijk John, Roza is je niet vergeten, jongen. Toch lief dat ze daar toch nog tijd voor gemaakt heeft, nu ze het zo druk heeft met die andere. Och John, die affaire zal ook wel doodbloeden!” Als ik moe werd en uit verveling teveel begon tegen te sputteren, liep Moemoe nog eventjes met mij naar een speciaal kinderperkje. Hier waren kleine steentjes versierd met Teddyberen en miniatuur engeltjes. Moemoe zei niets, schudde alleen treurig en meelevend haar hoofd. Waarschijnlijk wou ze mij er op die wijze op attenderen dat ik in tegenstelling met die arme kindjes nog levend rondliep. Daarna zweeg ik dus maar als een graf. Als afsluitstuk begaven wij ons naar het café recht over het kerkhof. In dit etablissement kwamen soms ook families bij elkaar nadat ze juist een dierbare begraven hadden. Zij schoven aan, aan de koffietafel waar de broodjes met ham of kaas al op schotels lagen te wachten en spoelden de koffiekoeken door met sloten koffie. Onder het vertellen van sterke verhalen over de gestorvene liep de zaak van het afscheid nemen soms wat uit de hand. Sommigen van de familie, vrienden en kennissen vonden dan de weg naar de toog van het café waar ze zich dan gewoon op hun eigen gezondheid lieten vollopen. Na elke necropolisuitstap dronken Moemoe en Vava in deze taverne, ook een paar Trappistbiertjes, liefst met een bodempje grenadine. De tramrit huiswaarts was dan ook altijd een behoorlijk stuk vrolijker, want het verdriet was minder pijnlijk als het weggedronken was.
* Moemoe = oma
* Vava =opa

zondag 23 oktober 2016

PEUMPERZWEUDEN



Vraagje: In wat voor ‘pampermaatschappij’ leven wij nu toch? Ik las in de krant dat men in Zweden de teruggekeerde jihadisten, gratis woonst, gratis rijbewijs en belastingvoordeel willen schenken! Zijn ze daar nu helemaal van de Zweedse pot gerukt? Ik zou nog verder gaan en ze allemaal een job geven. Vermits de doorsnee jihad- collaborateur met zijn herseninhoud zelfs geen Ikea kast in elkaar gezet krijgt, stel ik voor dat ze allemaal een militaire opleiding bij de Zweedse staat aangeboden krijgen. Bij het leger krijgen ze dan een versnelde opleiding bij de Svenska ontmijningsdienst en dan kunnen de Zweuden ze onmiddellijk terug op missie sturen. Zij weten als geen ander waar hun IS- vriendjes hun booby traps, bergbommen en springstoffen verborgen hebben en hebben voor de volgende vijftig jaar gegarandeerd werk.  Als er dan al eens eentje op een mijntje trapt is er nog geen kalf verdronken. Staan de doorsnee rökt -kaviarpastasmeerders en köttbullarvreters nog achter zulke stupide krantenuitspraken?  Vindt men in de andere Europese lidstaten niet, dat het lijkt alsof de hersens van de Zweedse politici aangetast werden door de, meestal jarenlange, thuisgestookte alcohol ? Raar dat er van geen enkele normaaldenkend Europees land commentaar kwam. Waren de Europarlementariërs allemaal teveel bezig met hun postjesstoelendans en het Canadees handelsverdrag? Zaten ze met zijn allen op de televisie naar debatten tussen de Amerikaanse presidentskandidaten te kijken en zich te verkneukelen hoe Donald modder trumpetterde over Hilary of waren ze te opgefokt door Poetin’s  spelletjes Stratego en zeeslag? Was de Russische vloot misschien via het Kanaal en de Middellandse Zee onderweg om voor ons de zuidelijke Europese grenzen eens degelijk af te bakenen?  Europa blijkt er tot op vandaag niet veel van te bakken. Tot op heden kunnen we duidelijk niet voorkomen dat dagelijks opnieuw overladen opblaasbare bootjes en luchtmatrassen vol zwarte gelukszoekers van de Libische oever weggeduwd worden en onze richting uit dobberen. Heel veel vroeger verzamelden wij, voor de arme negertjes, tonnen zilverpapier van de ingepakte repen chocolade. Wat ze daar, in dat donkere Afrika allemaal met die vrachten zilverpapier deden, bleef voor mij als kind en tot op dit moment voor mij een gigantisch groot raadsel. Toen ginds de zilverpapierberg geen echte oplossing bood, gingen de hulporganisaties allerlei evenementen bedenken om geld in te zamelen.  Het meeste bij elkaar gebedelde geld diende vervolgens om de riante lonen en het grote wagenpark van de zaakvoerende hulpverleners te betalen. Met de overgebleven kruimels besloten de humanitaire instellingen om in de Afrikaanse hongerdorpen waterputten te graven en er pompen bij te installeren.  Al na drie maanden zag je de zwarte vrouwen terug met bidons op het hoofd en emmers aan de hand, op blote voeten, twee kilometer afleggen om drinkbaar water te gaan halen. De dorpswaterput lag er verlaten bij en de mooie koperen pomp hing bij de dorpsoudste in zijn hut te blinken. Het was opnieuw een waterdruppel op de hete kokende Afrikaanse plaat. Daarna betaalden wij met zijn allen, via onze belastingen een deel aan ontwikkelingshulp. Geld dat nooit bij de noodlijdende bevolking terecht kwam, maar waarmee de plaatselijke corrupte presidenten en koningen hun kastelen nog wat rijkelijker lieten versieren. Nog een vraagje: Nu de wereld voor deze Afrikanen, via satelliet en internet zo klein geworden is, schrikken wij er dan van dat die zwarten nu de omgekeerde weg, richting noordwaarts, vanwaar het geld ooit kwam naar oorsprong, onze geldbeugel, al stappend, varend of zwemmend afleggen. Zouden wij in hun plaats niet hetzelfde ondernemen om eindelijk een stukje van de op de televisie getoonde welstand op te eisen? Van honger- naar bijstandsneger. In Antwerpen werd vorige week de eerste sigaretten- en prullariaventer in dienst van de ‘zwartemannekesleurdersmaffia’ op de Groenplaats gesignaleerd, zijn zakken vol asielweigeringen en papiertjes met: U moet ons land verlaten. Voor we het weten, zullen we niet meer ongestoord op een Antwerps terrasje een koffie kunnen drinken, zonder dat we voordurend houten maskers, speren, handtassen en namaak merkkledij onder onze neus geduwd krijgen.
Vraag drie: kijkt U al eens naar ‘De Buurtpolitie’ met zijn fantastisch nagespeelde maar soms lachwekkende en onnozele echte politiezaken?  In de krant stond te lezen dat echter de echte politiemensen en rechercheurs, en zeker diegenen die rond het Brusselse patrouilleren, regelmatig tegen een burn out zitten. Zouden jullie niet gefrustreerd raken als je het crapuul, met het middenvingertje omhoog, vrij voorbij het commissariaat ziet lopen nog voor je het proces verbaal uitgetypt hebt? Al wat deze agenten doen, is gewoon dweilen met de kraan open. Om hun werk wat op te leuken, sluiten ze nu intern weddenschappen af: De pot is voor diegene die kan raden, hoe lang in uren, minuten en seconden het duurt voordat een onderzoeksrechter het juist aangehouden boefje terug laat lopen. Wat voor watjes zijn die rechters! Het voorgeleide schorremorrie was al een veertigtal keer voor diefstal opgepakt en had met een engelengezichtje, met de hand op het hart, voor de veertigste keer aan de onderzoeksrechter beweerd dat hij het nooit meer zou doen en werd opnieuw zonder straf  door die zachte ei-rechter terug de grote boze dievenwereld ingestuurd. Krijgen wij als burger niet stilaan het gevoel, dat deze rechterlijke schijtlijsterreacties de straffeloosheid in België in de hand werken?
Je moet maar als slachtoffer, met een gebroken heup in het ziekenhuis liggen nadat dit handtassentrekkertje je onderuit gesleurd had en horen dat die wereldvreemde halfzachte rechters het gespuis, soms zelfs niet eens onder voorwaarden, terug vrijlaten. Met hun vermanende pasop- vingertje hebben ze het boefje toegesproken en wachten nu geduldig af tot het schoelje zijn 100ste diefstal pleegt, zodat ze hem een ‘volhoudingsmedaille’ kunnen uitreiken!
Nog een vraagje: Begrijpen jullie dat sommige advocaten nog de slaap der rechtvaardigen slapen?  Hebben zij misschien een duister complot met een aantal knoeiboelmagistraten, die keer op keer door procedurefouten het tuig ongemoeid moeten laten lopen?
Wat mankeert er aan ons rechtssysteem? Nu moet men mij toch eens eventjes vertellen, waarom, een jihadmoeder, die al in de gevangenis zat, midden in terreurniveau 4, terug vrij gelaten werd in afwachting van de uitvoering van een nieuw proces in beroep! Waarom worden terugkerende Syriëstrijders met een enkelbandje en de hoop dat ze uiteindelijk ooit eens gaan deradicaliseren, terug in onze maatschappij geretourneerd?

En die pedofiel, die door verschillende mensen ontmaskerd werd, waarom liet men die na ondervraging terug lopen? Waarom kunnen drugdealerkopstukken lachend het gerechtsgebouw verlaten, omdat er ergens op een papiertje een verkeerde vertaling staat?  Vragen, vragen, zoveel vragen. Gaat daar ooit een oplossing voor gevonden worden? Ik betwijfel het…meer nog ik weet wel zeker van niet! Dus laat ons al eens beginnen met aan die Zweedse idiotiska retande politiker en linkse grav laxlikkepotte te laten weten dat wij, de rest van Europa,  helemaal niet achter hun naïeve wollegeitesokken- krantenidee staan en dat ze dringend moeten stoppen met hun peumpergedeu! 

zaterdag 22 oktober 2016

HET IS DE WIND MIJN KIND!

Al enkele dagen raast de Tramontan- wind, vanuit de Pyreneeën over de camping.  Hij duwt tegen de caravans, probeert de voortenten op te hijsen en laat luifels, bomen en struiken flapperen.
Hij dendert tafels en stoelen omver en jaagt alles op zijn pad in een draaikolk omhoog de strakke blauwe hemel in.  
Als je over het strand wandelt, lichaam scherp vooruit, petten goed vasthoudend en zonnebril op tegen het opvliegende zand,  worden je benen met duizend prikken, “gemistraliseerd”.  Parasols slaan over en tollen over de plage. De zee wordt omgewoeld en koelt onmiddellijk af.
Alleen de "die hards"  hebben het strand in een mini camping veranderd.  Overal staan nu halve iglotentjes , de gesloten kant richting wind. De zonnekloppers houden met hun gewicht, de tentjes tegen de grond. Rukwindsgewijs, krijgen hun koppen en lichamen half zon, half schaduw. Maar elke straal van de reeds minder warme september zon moet zonder pardon nog opgenomen worden.
Wind of geen wind, manlief wil langs het Canal du Midi gaan fietsen ! "Je zal wel zien, eens je op het jaagpad bent, komt de wind niet meer van voor, maar langs de zijkant..."
Tararaboemtajee...Terwijl mijn Eddy Merckx, zonder problemen voort peddelt, krijg ik met moeite mijn pedalen rond geduwd. "Alez vooruit, trappen, dat is goed voor je conditie en het calorie verbranden op de buik".
Het enige wat verbrandt is mijn neus. Mijn billen kondigen een milde vorm van zadelpijn aan en mijn kuiten staan even strak als de wind. Telkens manlief een halve kilometer voorsprong heeft, moet hij wachten op zijn “copain”, die de "Vent Mentoux"*  lijkt op  te fietsen. 
Niet opgeven, niet onderdoen. We zijn er geraakt in een onmogelijk verlaten dorpje langs het kanaal de Sète, met mijn tong tussen de pedalen. Er staat één kerk, vijftig huizen en een gigantische dienst van Toerisme, inclusief een gratis museum.  Twee geïnteresseerde toeristen, wij dus, maakten de dag van de van verveling bijna ingedommelde ambtenaar, weeral goed. 
Op de terugweg was ik niet meer bij te houden. De wind duwde mij voort. de Tramontan bracht me op een Tom Boone -niveau. Ik had zelfs nog adem over om luidkeels te zingen "Hé kleine meid op je kinderfiets...., als een witte stip in het groe- oen " I love to ride my bycicle, I love to ride my bike..maar mijn aria’s gingen in de windstoten verloren. 
Terug op de camping bekeek ik mezelf in de spiegel....knalrode kop van  inspanning, een razende blik en een verwaaid, naar alle kanten stekend, uitgefoned Tina Turner kapsel, “coupe Mistral”.
Bij manlief was de wind naar binnengeslagen en kwam er s avonds hortend en stotend uit.. 
‘t Was de wind mijn kind.. 

*Vent (Frans voor wind) Mentoux” met verwijzing naar de Mont Ventoux
September 2013



zondag 16 oktober 2016

DROMENVANGER GEZOCHT

Ik scharrel door een donkere buis. Het stinkt hier enorm. Ik kruip hier niet alleen door. Achter mij grijpt een man regelmatig mijn voeten en enkels vast, duwt zijn neus tegen mijn kont. Voor mij kruipt een vrouw met een achterste als een immens grote pompoen. Zij ontneemt mij alle zicht op het einde van de enge tunnel. Het is hier verschrikkelijk warm. Het zweet druipt van mijn gezicht en pikt in mijn ogen. De ruimte is zo eng, dat ik het vocht niet uit mijn wimpers kan wrijven. Het is hier zo smal dat ik mijn armen amper tot aan mijn hoofd kan brengen. Mijn ellebogen schuren tegen de glibberige wand.  De angst omklemt mijn hart en mijn hoofd bonst alsof ik alle seconden een infarct ga maken. Heet, zo ontzettend heet. In de verte hoor ik Herbert Flack naar me roepen dat ik me moet haasten. Als ik hem terugroep dat de lamp op mijn hoofd uitgegaan is, dat ik niet meer zie waar ik kruip en dat mijn hoofd tegen de bovenkant bonkt als ik over die kolossale kont wil loeren, brult hij, dat ik mijn traumatische claustrofobie nu maar eens moet overwinnen! Hij loeit dat ik met mijn handen de wanden moet aftasten en verdomme zo snel als mogelijk in het kantoor moet komen. De vrouw voor mij stopt met kruipen, zij blijft in de benauwde ruimte vastzitten. Iemand moet haar met touwen uit de spleet trekken. De hele menselijke kruiptrein stokt. Warm, de loeiwarme temperatuur stijgt. Er is nauwelijks zuurstof meer. Het is hier om te stikken. Dorst!  Als mijn voorgangster als een gigantische ontstopper uit de rioolbuis plopt, strompel ik op handen en voeten in een immens grote hal van een grot. Flack duwt mij een draagbare pc in de handen. Mijn vingers zijn verkleumd en hangen vol smurrie, mijn knieën liggen open en in mijn hoofd suizen mijn oren een tamtamliedje. In de grote ruimte staan duizend aangezichtsloze blote mensen alleen gigantisch grote ogen staren me angstaanjagend aan en ze wijzen met hun handen naar de computer.  Verhalen, ze willen verhalen. Ik typ azerty- woorden op een querty- klavier. Geen zinvol woord komt er op het computerscherm. Het wordt griezelig stil. Angst, ik moet hier weg. De meute komt dichter en dichter en wil mij vastgrijpen. Ze verandert in de hoofddoekjesbrigade die mij, met mijn inkopen,  naar hun kassa in de winkel willen sleuren. Ik hoor ze schateren omdat ik geen religieus-loze kassierster meer vind.  Plots hoor ik een harde knal en de winkel begint in te storten. De bommen zaaien dood en verderf. Een hoop stenen en een zware balk denderen juist naast mij op een groepje winkelende mensen. Ik kan amper de afbrokkelende stenen voor mijn aangezicht wegstoten. Warm, heet, nachtmerrieachtige toestanden en ik kan nauwelijks ademen.  Ik strompel uit het stenen graf.  Overal liggen huilende, vuile en bebloede kinderen. In hun verdrietige ogen wriemelen duizend vliegen. In de verte zie ik mijn zoon staan. Niet de bijna 40 jarige bonk, die hij nu is, maar de kleuter van een jaar of 4, die hij toen was. Hij huilt hartverscheurend. Ik ren naar hem toe en sleur hem mee het winkelcentrum uit recht naar de grote marmeren trappen. Hij roept dat hij moe is en dat hij in de buggy wil zitten. Nergens vind ik een niet beschadigde kinderwagen. Als ik mij omdraai, verandert zijn gezicht in het aangezicht van mijn kleinzoontje. Ik neem hem op mijn arm en ren met hem een lange gang in. Kilometers witte wanden en overal zitten deuren. Ik open ze één voor één, aan de andere kant zie ik alleen maar rotsen en stenen maar nergens een uitgang. Enkel achter één deur vind ik een lift. Paniek bonkt in mijn keel. Tweestrijd, dilemma, red ik ons beiden? Maar ik durf de lift niet in te gaan. Liften zijn eng, traag en blijven overal hangen.  Helemaal in de verte hoor ik mijn tante roepen dat ik mij moet haasten want dat anders de boot zonder mij naar Bordeaux wegvaart. Op het allerlaatste moment kan ik nog aan boord springen. Radeloos zoek ik naar mijn kleinkind. Het schip, dat groter en groter wordt en cruiseschipafmetingen aanneemt vaart met een rotvaart van de kant weg. De boot bonkt tegen de golven in. Mijn maag ramt tegen mijn slokdarm aan. Dorst, ik moet drinken. Heet, warm, de misselijkheid golft over mij heen. Laurette Onckelinck sust mij, zij toetert wat scheldwoorden over mij heen. Het totale horrorverhaal kan niet meer erger worden. Zij troont mij mee naar een kajuit helemaal onderin het megaschip. In mijn kajuit zijn er geen ramen en staat er alleen een bed, er is geen badkamer of wc voorzien. Ik moet dringend plassen. Op zeeziektebenen ga ik op zoek naar een toilet. Het is er aardedonker. Hyperventilerend tast ik alle meubels en muren af op zoek naar de deur. Ik duw ze open, ga twee trapjes af en zet me op het toilet. Net als ik wil plassen hoor ik achter mij geroep. Het geluid komt van heel ver.
Plots steekt er iemand een licht aan en word ik wakker. Ik zit in mijn blote reet in een campingzeteltje onder de luifel van de caravan. Mijn hart gaat nog steeds van boemtataboem en mijn blaas staat op springen.
Manlief kan er niet meer om lachen. Dat is nu reeds de tweede keer deze week dat ik, na een nachtmerrie, slaapwandelend,  in het midden van de nacht mompelend de caravan uit strompel. Hij foetert dat ik moet stoppen met juist voor het slapengaan die enge thrillerverhalen te lezen!  De nacht heeft nauwelijks voor afkoeling gezorgd. Alle kampeerders liggen gelukkig nog lekker te slapen. Ik blijf nog even zitten, kijk naar de sterrenhemel en luister naar het fluiten van een nachtuil. Mijn hartritme wordt stilaan terug normaal. Ik waggel terug de caravan in en laat me op het toilet neerzakken. Ik drink een glas gekoeld water en laat me terug in het caravan-bed zakken. Manlief duwt zijn arm knuffelend over mij heen. Gered door mijn alerte bedgenoot anders had ik wel degelijk een plas door de campingstoel op het grondzeil gemaakt.
Iemand die mijn droom kan ontleden, schrijf mij gerust!


vrijdag 14 oktober 2016

CARAVAN MET EEN ECHO, MET EEN ECHO, MET EEN ECHO

Wij hebben geen ‘room with a view’, maar een caravan met een echo. De liefde van mijn leven is (stilaan) hardhorend aan het worden. Langs het ene oor trilt het trommelvlies niet meer op bepaalde klanken en in het andere oor zit er een gaatje in het trommelvlies, een regelrechte toegang naar de hersenen. Doordat ik niet goed articuleer of omdat de wind en de zee teveel lawaai maken, worden alle vragen dus twee tot drie keer herhaald. Van de oeverloze discussies over wat ik wel of niet gezegd heb, word ik zo moe!  Nu heeft manlief ondertussen hoorapparaatjes maar die liggen thuis, in België, veilig in één of andere schuif. Bewust vergeten! Zijn handicap hoeft niet noodzakelijk volledig negatief voor hem te zijn. Zo duwt hij ‘s avonds zijn goede oor in het kussen, de oor met het gaatje recht naar omhoog en creëert op deze manier een volledige rumoerloze camping. Binnen de vijf minuten hoor je hoe de slaap hem al overvalt. Dit terwijl ik nog uren slapeloos lig te woelen, omdat er ergens in de caravan een mug op hoge toon rond zoemt of omdat er ergens op de camping een kraan druppelt. Zo zie je die oorkleppen onmiddellijk toeslaan als ik weer eens begin te zeuren over al de kastjes en schuiven die dagelijks blijven openstaan als manlief iets gezocht of genomen heeft. Doordat ook thuis de radio en tv steeds te hard staan, heb ik op het laatste moment de koptelefoon mee gegrist. Dit zal me in de caravan niet gebeuren! En terwijl de voetbalploegen onder luid gejoel en gezang op het veld komen, wordt met één plug in het gaatje, de caravan in volledige stilte gehuld. De 22 spelers staan als doofstommen hun vaderlandslied te mimen, om vervolgens zonder commentaar van een sportjournalist van links naar rechts te lopen. Maar ik heb geen rekening gehouden met manlief zijn enthousiasme. Regelmatig word ik opgeschrikt, als manlief hardop orders naar de ‘buskesstampers’ roept. Deze lijden waarschijnlijk aan dezelfde handicap, want zij reageren helemaal niet op de geroepen commando's. Helemaal straf wordt het als plots door de volledige stille caravan “GOAL! GOAL!” geroepen wordt, zodat ik in mijn hoekje met mijn e-reader bijna een hartverzakking krijg. Ook babbel ik over dingen waarvan mijn schat maar enkele woorden opgevangen heeft. Met die woorden maakt hij dan zelf een nieuw verhaal. Dit verhaal hoor ik hem dan vervolgens doorvertellen aan vrienden en kennissen, met de vermelding dat het van mij komt. Ik sta er dan als een volledige idioot bij, want ik heb dit verhaal nog nooit gehoord, laat staan, dat ik dit ooit zou verteld hebben. Maar ik moet eerlijk zijn, die handicap is ook voor mij soms ook een positief gegeven. Zo wacht ik geduldig af tot het mannetje wat te lezen heeft. Eén ding tegelijk en dus wordt de bloedstroom van de hersens naar de oren onmiddellijk afgesloten. Ik begin dan mijn verhaal met wie ik nog allemaal wil uitnodigen en wat ik nog allemaal plezants wil doorvoeren. Midden in mijn betoog vraag ik dan voor alle zekerheid: "Dat vind je toch goed hé?" Met één oog op de leesstof en het andere naar mij, antwoordt hij dan: “mmmm ja,” om vervolgens zo snel mogelijk terug in zijn verhaal te duiken. Dan som ik alle nieuwe aankopen en de bijbehorende prijskaartjes op… Zo kan ik nadien, met de hand op het hart, volmondig zeggen: "Maar dat heb ik toch allemaal verteld!" Het strafste is nog steeds als ik zeg: "Zet die tv wat stiller alstublieft! "ZET DIE TV wat stiller alstublieft!" “ZET VERDOMME DIE TV WAT STILLER!” er plots een reactie komt.  "Ge moet niet zo roepen. Ik ben niet doof hoor.” Er is maar één zinnetje dat zonder problemen zijn trommelvlies al na één keer doet trillen en nooit herhaald dient te worden: "Wil je een glaasje wijn?" Je kan dus een debat voeren over 'wat is horen, niet horen of luisteren'.
Dus onze caravanbuurtjes zullen stilaan geloven dat er een echo huist in onze caravan, dat er een echo huist in onze caravan, dat er een echo…




vrijdag 7 oktober 2016

ZAKKENVULLER

Heel lang geleden, kreeg ik als 25 jarige een uitnodiging om een gratis baarmoederhalskanker onderzoek te laten doen. Gratis is gratis, en dus werd de dure gynaecoloog voor een jaartje uitgesteld. Ik maakte een afspraak in de Middelares kliniek van Deurne, meldde me een kwartiertje vroeger aan en werd prompt als eerste in een kaal wachtzaaltje gedropt met als enige troost een paar roddelblaadjes van 2 jaar geleden. De BV’s die toen kwamen verklaren dat ze de man of vrouw van hun leven gevonden hadden, waren ondertussen al luid vuilnis-spuwend en met veel publiciteit uit elkaar gegaan. Ik keek op mijn uurwerk en zag dat de vooropgestelde afspraak al met een kwartier overschreden was. Iets in het universum liet de uurwerken en klokken van patiënten en dokters niet synchroon lopen ! Ondertussen waren er al een aantal nieuwe dames uurwerk starend en mopperend bijgekomen.
Na een half uur wachten, kwam er een verpleegster mij halen en nam me mee naar het kleedkamertje, “Mevrouw Cornelis, Alleen de onderkant vrijmaken, ik kom U zo dadelijk halen”. Het deurtje ging aan de andere kant open en zij troonde mij mee in het dokterskabinet.  Ze scheurde een rol papier af op de behandelingstafel en even leek het, dat zij mij zou gaan inpakken als geschenkje. “Leg U maar hierop, de benen in de beugels, de dokter komt zo dadelijk”. Terwijl ik al geruime tijd,  een beetje verveeld met al mijn openingen bloot en bungelende benen in die stangen lag, kwam het me voor dat de uitdrukking “zo dadelijk” in geneesheren-taal klaarblijkelijk een totaal andere betekenis had. Juist toen ik de verpleegster wilde vragen, of het nog voor vandaag zou zijn, ging eindelijk de deur open en een gehaaste Alain Delon “look alike” kwam met een nog open flapperende doktersjas zijn praktijk binnen gespurt. Zonder mij aan te kijken wapperde hij me voorbij richting zijn bureau.  Toen gebeurde het onvoorstelbare…ik bleef met mijn grote teen in zijn jaszak haperen !  Een voor hem onzichtbare kracht remde zijn tocht af en trok hem terug in achteruit. De dokter keerde zich om, met een “héla héla wat gebeurt er ?” pulkte hij mijn grote teen uit zijn jaszak en ging met een zucht achter zijn bureel zitten.  Het “schaamrood” verspreidde zich over gans mijn lichaam. Hij nam gejaagd een plastiek mapje en haalde hier een dossier uit.“Mevrouw Cornelis” ?  Hij keek recht in mijn kruis alsof zich daar de bevestiging van mijn naam bevond.
Mijn onderste lippen lagen geopend in een grote O, terwijl mijn bovenste lippen in mijn tomaatrode kop gewoon dienst weigerden.  
Met toe geknoopte doktersjas zette hij zich tussen mijn geopende knieën, duwde een soort metalen eendenbek bij me naar binnen en plukte een stukje uit mijn binnenkant. Dit alles zonder mij één blik te gunnen.
Zie zo Mevrouw Cornelis, toch niet teveel pijn gedaan hoop ik” U mag zich terug aankleden” Terwijl ik in mijn blote reet terug richting kleedkamertje ging, voegde hij er nog aan toe “U mag het resultaat met de post verwachten en bij slecht nieuws, wordt Uw huisdokter op de hoogte gesteld…en in het vervolg, niet meer in mijn zakken zitten hé !
Ik durfde mij niet meer omdraaien, stotterende “dag dokter” en trok mij, met een kop zo rood als een rode biet terug in het kleedhokje. Terwijl ik mijn broeken terug opstroopte, was dit kamertje plots veel te klein en veel te heet. Mijn lichaam voelde als een uitslaande brand ! Ik geneerde mij dood ! Ik had zojuist de eerste man in mijn leven tegengekomen, die mij volledig monddood gemaakt had !
Met een kop, zo rood als een kreeft, kwam ik uit het kleedhokje en terug voorbij de wachtkamer. Vier paar wachtende vrouwenogen staarden mij aan…Een van hen, een wat oudere vrouw, wees heel opvallend naar haar uurwerk en zei: "Awel kindje, heb jij soms daarbinnen een speciale beurt gehad, dat willen wij ook wel allemaal hé dames?? Ik grijnsde naar ze, haalde mijn schouders op en schreed met het schaamrood op mijn wangen aan hen voorbij. Het gemompel en het geroddel volgde mij de ganse ziekenhuisgang door..
Laat ze maar raden wat er daarbinnen gebeurd is ! Eén voor één zullen zij zich later afvragen, “wat had zij, wat wij niet hebben”?
Ha ha, Alain Delon,  jullie zouden wel willen !




dinsdag 27 september 2016

OUDERSCHAPSEXAMEN, MISSCHIEN GEEN SLECHT IDEE?

Weten jullie, dat als de kleinkinderen op bezoek komen en ze al de ganse namiddag kissebissen en vechten over wie de tablet mag vasthouden of welk kinderprogramma op televisie bekeken mag worden, ik ze na een tijdje dreig met: “Als jullie het nu niet als de bliksem met elkaar eens worden, dan gordel ik jullie in de auto vast. Ik rij naar een leuke afgelegen parkeerplaats, liefst ergens in de gloeiende zon, sluit elektrisch de ruiten, doe de auto op kinderslot en ga dan zonder jullie twee, op mijn gemak in het winkelcentrum in alle tienerboetiekjes, waar ze alleen maatjes 34 tot 38 verkopen, op zoek naar een leuk ensemble maatje 44. Dat kan wel eventjes duren, dus tegen de tijd dat ik terugkom, hebben jullie noch drinken noch lucht en dan zullen jullie wel vanzelf stil worden!” Ze kijken mij dan vol ongeloof en angstig aan, luisteren  onmiddellijk en kijken daarna samen mokkend naar herhalingen van de oude K3 filmpjes. Dit is natuurlijk helemaal niet waar, maar in het huidige 'kinderverwaarlozings -klimaat' zou je van niets meer moeten schrikken!
Wanneer is er een mensensoort opgestaan die geen verantwoordelijkheid meer kent en die zijn eigen kinderen vergeet of vermoordt? Een telefonerende, internetende, facebook lezende en pockémon zoekende generatie ouders die alleen maar egoïstisch met zichzelf bezig is. Ik word zo razend als je die dagelijkse krantenartikeltjes leest.
Gisteren in de krant: Eén of andere tienermoeder, of bij nader inzien verander de m in een l, legt haar peuter van twee ’s nachts op de achterbank van de auto te slapen en gaat in één of andere dancing met wat vriendinnetjes uit de bol. Het kindje werd wakker, zette het op een angstaanjagend huilen en een toevallig nachtelijke passant belde de politie om het jongetje te bevrijden. Hoe debiel kan je als ‘moeder’ zijn? Zal die huppeldepup discoqueen het ooit begrijpen, dat ze haar zoon zijn ganse verdere leven opzadelt om van de ene peut naar de andere te moeten lopen om zijn opgelopen kindertrauma te verwerken? Hopelijk werd ze uit de ouderlijke macht ontzet wegens opzettelijke verwaarlozing en heeft het jongetje nu een zorgeloze jeugd bij een fantastisch kinderloos pleegoudergezin .
Hebben jullie ook in de krant of op de site die You tube film gezien van die winkelende bijstandsman? Leuk dacht ik, man doet de boodschappen. Op het filmpje was te zien, hoe die klootjesvolkvader, met beide handen zijn winkelkarretje in de supermarkt op een racetempo voortduwde. Onder zijn rechterhand hield hij echter het haar van zijn vijfjarig dochtertje geklemd en sleurde het kind krijsend voorbij de groenten- en fruitafdeling. Het kind huilde, of papa er aub mee wou ophouden, want het deed zo’n pijn! Ik word daar zo boos van. Boos, gewoon woedend en niet alleen op deze machozieke kloothommel maar tevens op die ‘iemand’ die het hele gebeuren filmde. Moet je op dat moment, in plaats van met je filmende smartphone in aanslag te staan, niet de ganse supermarkt bij elkaar gillen! Brullen, dat er een meedogenloze kinderbeul aan het werk is. Op zijn bek moest je hem timmeren! Oké, je hebt nu het bewijs en je hebt de politie gebeld en daar  komt dan zo’n aspirant- agentje op af, die zegt dat er geen klacht kan worden neergelegd, want dat het kind geen blauwe plekken vertoont. Godverdomme, dat is juist waarom die mishandelpapa zijn dochterbij aan de haren voortrekt. Lekker geen bewijsmateriaal achterlaten.
Soms kan het nog erger en kunnen de baby’s of peuters het niet meer navertellen. Ik slaap ’s nachts niet meer van verontwaardiging en woede als er in de krant of tijdens het journaal weer zo’n verhaal van kinderverwaarlozing opduikt.
Ouderechtpaar laat babytweeling achter in hete auto op de parking van het shoppingcenter en gaat lekker winkelen. Als de shopverslaafden na enkele uren terug op de parking komen, zijn ze heel verontwaardigd, eisen vergoeding en dreigen met een rechtszaak, omdat alerte winkelbediendes de autoruit aan diggelen geklopt hebben om de baby’s te redden. 
Wat dachten jullie van het artikel in een krant van deze week; Echtpaar zit bij vrienden in de zomerse hete tuin te pintelieren en ziet niet dat hun zoontje van vijf al een paar uur verdwenen is. Niemand merkte wat op, niemand miste het kleine jochie! Wat was er gebeurd? Het kleutertje was stiekem terug in papa’s auto geklommen op zoek naar zijn knuffeldekentje, dat nog op de achterbank lag. Het autoportier, met kinderslot, was terug toegeslagen en hun kind bleef uren achter in vaders zuurstofloze heteluchtoven Mercedes. Als het yuppenechtpaar niet zo, met zichzelf ingenomen, had zitten kwekken en cocktails hijsen, dan hadden ze misschien hun kleuter nog kunnen redden. Denk dat zelfs na zo’n tragedie ook het huwelijk niet meer te redden was.
Post natale depressiemoeder vergeet baby in oververhitte auto. Onmiddellijk staan we met zijn allen met onze commentaar klaar en sabelen we de vergeetmama onverbiddelijk neer. Misschien was het echter alleen een samenloop van omstandigheden. Misschien als het winter was geweest en niet die alles verterende warme hete zomer…Misschien had ze, na negen maanden met die dikke toeter te hebben rondgelopen, wel een wolk van een baby verwacht en niet die darmkrampkrijsende huilbaby. Misschien was ze al een tijdje depressief het feit aan het verwerken dat haar vrolijke Frans het sinds de eerste  huwelijksjaren al niet meer zo nauw nam met de eeuwige trouw en regelmatig het groenere gras aan de andere kant opzocht.
Misschien had ze juist ontdekt dat haar carrièremannetje vandaag niet alleen,  maar samen met zijn secretaresse op zakenreis vertrok. Die ging duidelijk niet mee om de koffers te dragen of de dossiers te sorteren. Misschien zag de mama vanmorgen het pak condooms in het koffertje tussen de pyjama zitten?
Misschien had ze een ganse nacht wiegend met een krijsende baby tegen haar boezem rond gedrenteld en zag ze nu haar workaholicventje met een huppelpasje, een zakenkoffertje vol condooms en een beginnende erectie naar zijn auto rennen terwijl hij riep: “Geen tijd vandaag om langs de crèche te rijden, breng jij Sofietje eventjes voor je gaat werken?” Misschien had de burn out -mama juist vanochtend naar haar baas moeten bellen en zeggen dat het vandaag helemaal niet ging. Maar de hypotheek, de twee auto’s, de breedbeeld televisie en de designmeubels moesten nog afbetaald worden en dus kon ze het risico niet lopen om haar job te verliezen. Dus gespte ze de maxi cosy met haar huilende dochtertje in de auto vast en reed richting kinderdagverblijf. De zonnestralen weerkaatsen reeds warm op de voorruit. Het zou opnieuw een hele hete zomerdag worden.  Onderweg hield het dreinen eindelijk op en sukkelde de baby eindelijk in ‘t slaap. Het werd rustgevend stil in de auto en mama vergat haar medepassagiertje terwijl ze snel naar het kantoor reed. De burn out werd een black out! Terwijl papa in het buitenland, tijdens de lunch, aan zijn zakenpartners verklaarde, dat hij het dessert letterlijk en figuurlijk wou laten staan, omdat hij en zijn secretaresse nog wat gegevens en andere dingen dringend moesten inbrengen, stikte Sofietje in de nog niet afbetaalde BMW.
Moeder verdrinkt haar drie kinderen omdat de vader haar verlaat en de echtscheiding aanvraagt. Vader wurgt moeder en zoontje tijdens familiedrama en pleegt daarna zelfmoord. Vader mishandelt stiefzoontje omdat het de ganse nacht huilt. Moeder bindt kind zes jaar lang aan tafelpoot vast omdat het niet luistert…Oom misbruikt nichtjes van acht en zes jaar oud, moeder was op de hoogte.
Terwijl er zoveel kinderloze ouderparen van fertiliteitkliniek naar vruchtbaarheidsbehandeling dwalen, adoptieouders maanden in het buitenland moeten logeren alvorens ze hun wensbaby mee naar huis kunnen nemen, zetten onvolwassen en onverantwoordelijke randdebielen, zonder ook maar enige gêne kinderen met een rugzakje vol miserie op de wereld!
En net toen ik dacht dat het nu weer een beetje 'krantenartikelstil' zou zijn over al die hopeloze probleemouders, las ik vandaag opnieuw in de krant, dat in Maleisië een moeder haar peuter, met zijn blote billetjes, op het hete gloeiende beton dumpte om haar parkeerplaatsje vrij te houden…Je kan het zo erg niet meer bedenken. Zou je voor zulke mensen, die zich ouders durven noemen, niet eventjes stiekem wensen, dat de hel echt zou bestaan
Onze vakantie loopt stilaan ten einde en straks zien we onze kleinkindjes terug. We hebben ze vreselijk gemist! We zullen opnieuw kunnen genieten van hun gekibbel, gegiechel en hun gegrinnik. We worden al warm van binnen als we aan hun glunderende snoetjes denken, aan hun zachte armpjes rond onze hals als ze de duizend opgespaarde zoentjes op onze wangen drukken.  Ik ga ze doodknuffelen…heuhheum…misschien niet zo’n goede woordkeuze na zo’n sombere column!


Sim, Vichy 25 september 2016