Het vliegtuig maakte een
bocht langs de Teide, de hoogste vulkaanberg en zette de landing naar de
luchthaven van Tenerife in. Het vloog uiterst langzaam over het lappendeken van
zwarte aarde, bananenplantages en huisjes die rond azuurblauwe zwembaden
gebouwd waren. Overal zag je satellietschoteltjes, als sproeten uitgezaaid, op
de daken van de witgekalkte Spaanse huisjes staan. In de verte zag je Gomera
haarscherp tegen de blauwe lucht afgetekend. De oceaan schuimde zijn golven
tegen de zwarte lavarotsen. We vlogen zo laag, dat het leek alsof we de
palmbomen konden aanraken. Nog voor het vliegtuig volledig tot stilstand kwam en
de deuren opengingen, voelden we reeds de Canarische warmte binnendringen. Het
was tien uur en meer dan 24 graden. Het was bijna ondenkbaar dat wij deze
ochtend met de eerste echte winterprik in België, met vertraging door vrieskou
en sneeuw, vertrokken waren. Toen we onze koffers in onze huurauto geladen
hadden, reden wij in de flikkerende zon richting ons Tenerifs huisadresje. Het
voelde jaarlijks een beetje als thuiskomen. Groene papegaaitjes scheerden luid
kwebbelend van de ene naar de andere palmboom. Tortelduifjes roekedekoerden
boven op de zonweerkaatsende dakpannen. De subtropische bloemen staken
bloedrood en knaloranje af tegen de bijna indigo blauwe hemel. Dit zou het
paradijs kunnen zijn.
Maar zoals elke hemel op
aarde, werd het paradijselijke gevoel verstoord toen we merkten dat de Duitse
invalide man nog steeds aan de overkant van ons huisje resideerde. Net zoals
vorig jaar zette hij keer op keer ramen en vensters open om de tabaksrook te
laten ontsnappen en keek hij televisie alsof hij met surround modis in Kinepolis
zat. Ach manlief is zelf hardhorend dus ik kon nog juist een beetje begrip
opbrengen. Vermits manlief, na zijn longoperatie, nog een beetje revaliderend
is, zaten we dus nu meer dan vroeger op
ons zonnig terrasje te genieten. Enfin dat was de bedoeling toch, want buurman
had de gewoonte nog steeds niet afgeleerd om op zo’n luide manier muziek te
spelen, zodat alle doven in het Chayofita complex verschrikt zouden wakker
worden. In de loop van de dag kwamen allerlei vol getatoeëerde Duitse
crapuulmannen bij de rolstoelbuurman op bezoek. Uitgezakte seniorenlijven met
zwarte verschenen T-shirts van AC-DC, Nirvana of Harley Davidson op
bilspleetlage uitgerafelde jeansbroeken, bellen in de oren en gouden kettingen
met kruisen rond de hals. Grijze kroezige paardenstaarten piepten onder
cowboyhoeden of vuile gevlekte petten. Het begon telkens met gezapig gezellig
gewauwel, dat naarmate de dag en de alcohol vorderde, tegen middernacht hard
afgekapt Duits geroep werd. Van respect voor andere mensen had dit tuig nog
nooit gehoord. Maar ik bleef nog steeds
vriendelijk een praatje met buurman aanknopen. Mijn geveinsde interesse zou
later, als mijn ergernis als een vulkaan zou ontploffen, nog wel eens goed van
pas kunnen komen. Het voordeel was, dat buurman nu ook regelmatig op
verplaatsing ging. Zijn Deutsche Freunden duwden de rolstoel voor zich uit en vermoedelijk
ondernamen zij de Costa del Silencio kroegentocht. Als we dan op ons terrasje
zaten, een koel rosé wijntje binnen handbereik, onze e-reader in aanslag of op
de ligbedden lagen te zonnen was het enige dat je hoorde het zoeven van de wind
en het kwinkelieren van de kanarie vogeltjes. We genoten van de stilte en de
warme rust die nu en dan enkel verstoord werd door het overvliegen van vliegtuigen
die elke dag opnieuw duizenden toeristen naar het vakantieparadijs brachten.
Sim, Costa del Silencio, 24
januari 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik hoor heel graag van jullie wat jullie van mijn verhaaltjes vinden ?