Ieder jaar opnieuw gaan we
met 3 bevriende echtparen overwinteren op Tenerife.
Eerst vertrekken wij en twee
weekjes later komt het eerste echtpaar, Rien en Nicky, ons achterna. Het zijn
twee krasse tachtigers, die qua uiterlijk en innerlijk nog veel jongelui achter
zich kunnen laten. Je zou er prompt voor willen tekenen om op deze manier oud
te kunnen worden. Ze huren, net als wij, een appartement aan de zuidkust van
Tenerife, zij met zicht op zee en een verwarmd zoutwater zwembad voor de deur
en wij met zicht op één van de drie zwembaden in ons condominium. Wij
overwinteren aan de Costa del Silencio, die helemaal niet overal verloederd is,
zoals de truttenbol ‘would be’ journaliste Annemie Struyf de Vlaamse
televisiekijkers wou doen geloven. Wij betalen tevens geen woeker huurprijzen
en Belgische menuprijzen zoals bij het door haar getoonde Westhaven Bay, maar
proberen alle gezellige terrasjes en restaurantjes in de ganse omgeving uit.
Veertien dagen later
arriveren Klaas en Laurentien. Zij prefereren om zich een maandje in een hotel
in Playa de Las Americas te laten verwennen. Met de auto is het juist een
tiental minuutjes rijden naar elkaar. We komen dan ook geregeld samen om te
wandelen, te lunchen of voor gezamenlijke tochtjes met de auto te maken.
Maar ons groepje veroudert en
er is zo’n spreekwoord dat ‘een ezel eerst aan oren en poten verslijt’. De drie
vriendinnen zijn het er ondertussen dik over eens dat wij met drie ezels op
reis zijn. Onze mannen zijn alle drie hardhorend en dat brengt natuurlijk de
nodige spanningen met zich mee. Klaas draagt zijn hoorapparaten alle dagen van
’s morgens tot ’s avonds, maar presteert nog steeds de helft van de conversatie
niet mee te hebben. Manlief zou zijn
hoorapparaten ook elke dag moeten dragen, maar zegt dat hij zulke kriebel in
zijn oren krijgt, zodat hij ze niet in kan houden. Tevens beweert hij, dat hij
alles moeiteloos verstaat, maar dat niet alleen ik, maar ook alle vrienden en
kennissen binnensmonds praten of fezelen. Zijn hoorapparaten gaan dus alleen ’s
avonds in om de nieuwslezer op de televisie te verstaan. Sommige programma’s
moeten dan, zelfs met de hoorapparaten in, met 888 teletekst ondertiteld worden.
Hoe kan je manlief dan mogelijkerwijs au serieus nemen als hij blijft beweren
dat hij alles klankklaar verstaat?? Oeverloze discussies bracht dit al met zich
mee, manlief hoort dingen, die ik niet zeg, antwoordt op totaal niet gestelde
vragen en hoort dingen niet, die ik wel zeg. Rien is nog een soort apart, die
hoort volgens eigen zeggen blijkbaar alles nog zonder hulpstukken, maar geeft
gewoon geen aandacht meer en reageert alleen nog op dingen die hij wil horen. We
zijn er echter van overtuigd dat zijn hamertje ook al lang niet meer tegen zijn
aambeeld trilt. Gelukkig zien de drie vriendinnen elkaar geregeld en kunnen wij
bij elkaar stoom afblazen alvorens de damesergernis te hoge toppen scheert. Ik
geef toe dat wij, de drie vriendinnen, misschien ook minder leuke kantjes
hebben, maar je kan nu toch moeilijk van mij verwachten dat ik ons trio een
hoofdrol in dit verhaaltje ga toebedelen. Onze mannen zorgen hier voor de meest
hilarische toestanden maar tevens voor momenten waarbij we hen naar het diepst
van de aarde zouden verwensen. Soms overstijgt wat we met ze meemaken je
eigenste fantasie.
Zo kreeg Rien een smsje van
zijn vriend “de Walter: “Ben in Los Cristianos, kunnen we elkaar ergens
ontmoeten?”.Vermits we met zijn allen juist op de wandeldijk van Los Cristianos
stonden, zei Rien :”Weet je wat, ik bel
hem gewoon even.” Hij kijkt op zijn mobieltje en vindt ‘Walter’. “Hallo Walter, hier Rien, waar ben je nu
juist?” “Heuhh, thuis in Berchem.” “Raar,
hotel Berchem, nog nooit van gehoord, waar is dat ergens”?” Thuis??In de
Roest d’Alkemadelaan!” Rien kijkt ons aan en lacht:“Walter is nooit verlegen voor een grapje uit te halen. Ja ja ik speel
het spelletje mee hoor.” En terug in de hoorn :”Hoe is het weer daar?” Even is het stil aan de andere kant van de
gsm. “Awel Rien, het strontregent hier en het is verdomme koud!” “Hahaha dat zal wel, we staan hier in de
brandende zon, met een knalblauwe hemel. Gaan we nog afspreken of niet?””Zeg
hedde gij ze nog allemaal op een rij?” De telefoon wordt uitgeschakeld. Rien is
eventjes van de kaart, kijkt ons aan en zegt: “Die Walter toch, altijd de plezantste thuis”, zoekt het binnengekomen
smsje op en beantwoordt dit.”Zijn
momenteel op de dijk van Los Cristianos, staan voor de Dienst voor Toerisme,
blijven hier nog 15 minuutjes op jullie wachten”. Na tien minuten komt er
inderdaad een taxi aangereden die pal voor de Dienst voor Toerisme stopt.
Achteraan zitten twee mensen, waarvan één druk begint te wuiven. Dat is de
Walter, maar een andere Walter dan die van Berchem. Wij gieren het uit als we
de verslagenheid op het gezicht van Rien zien. De Antwerpse Walter van Berchem,
staart nu thuis verontrust door de verregende ruiten naar buiten terwijl hij
zich afvraagt of het nog allemaal goed komt met Rien.
Manlief, die bij hoog en bij
laag blijft beweren dat hij zijn hoorapparaten niet gedurende de dag wil
aandoen, omdat hij ze volgens hem niet nodig heeft en omdat hij gek wordt van
het gejeuk in zijn oren, kwam op een avond naar bed en had gewoon vergeten zijn
attributen uit te doen. Gek, plots kriebelden ze niet meer als duizend mieren
of honderd wriemelende wormen. Zijn hoofd lag al op het donzige hoofdkussen,
toen hij zich plots realiseerde dat hij zijn hulpstukken nog in had. Na wat
gestuntel legde hij de hoorapparaten op de terrastafel, die wij in de
slaapkamer gezet hadden, omdat ik daar ’s avonds met de computer zit. De
volgende dag was hij het geklungel met de Hans Anders- oorbellen volledig
vergeten. Met een zwier werd de tafel op het zonneterras gezet en hoorde ik
ergens een ‘pok’. Hij dus niet. Eén hoorapparaat was met een ferme zwaai op de
rand van het balkon terechtgekomen. Nummer twee was en bleef zoek..Miserie.
Verdomme zulke dure spullen, ’t was altijd hetzelfde. Het
‘verlorendingenscenario’ herhaalde zich weer! En nu was dat hoorapparaat weer verdwenen.
Ik was al naar beneden gelopen om onder het balkon, tussen de struiken aan de
overkant en op het opritje van de marginale Duitser* te gaan zoeken.
Gans het terras werd
afgespeurd. Ook de slaapkamer werd centimeter per centimeter uitgekamd. Niets! Ik
was het chaotische gezoek naar alle sleutels, petten, mobieltjes, autosleutels, zonnebrillen,
shampoos en uurwerken zo beu! Op dat moment zou ik manlief het liefst aan
de hoogste palmboom van Tenerife willen hangen!
Ach alle ergernis was tevergeefs geweest, want de enige plek waar we
allebei niet goed gekeken hadden, was op de terrastafel zelf. Daar had het
hoorapparaatje zich tussen de tekeningen van het tafelkleedje verstopt.
Gisteren woei, woei, woeide
de wind rond ons huisje. Het was een loeiend gehuil dat over de Teide naar de
kust voortgestuwd werd. Het was de eerste keer na een maand dat de temperatuur
onder de twintig graden zakte. Vermits Tenerife na 5 maanden zonder een druppel
regen of sneeuw stilaan een tekort aan water kreeg, stonden er nu vermoedelijk
een paar Canaries ergens een regendans te doen. Toen we met zijn vieren
richting Klaas en Laurentien aan het hele toeristische Playa de Las America
reden, werd de lucht donkerder en onheilspellender en binnen de kortste keren zou
het gaan regenen. Vlug zochten we met zijn zessen onderdak in een cafeetje.
Daar werd de plaatselijke vrij zware en zoete Tenerifse lekkernij “barraquito”
gedronken: In laagjes geschonken gesuikerde melk, hete koffie, zoete Spaanse
quaranta tres (43) likeur en opgestoomde melk. De palmbomen zwiepten heen en
weer en de felle windstoten dreven ons in een restaurantje. We bestelden een
liter sangria om de tijd tot de lunch wat te kunnen rekken. Klaas zag al een
beetje bleekjes rond de neus maar at netjes de uiensoep met gegrilde kaas op. Toen
het hoofdgerecht geserveerd werd, schoof hij het eten van de ene kant van het
bord naar de andere kant, zonder er echter veel van te eten. Toen we vroegen of
hij geen honger had, antwoordde hij dat hij die ochtend eigenlijk al een ietsje
te veel gegeten had, namelijk; twee boterhammen met platte kaas en confituur, twee belegde broodjes met kippewit, een stuk salami, een koek, een croissant, een
kiwi, een sinaasappel en een portie churros met suiker. Aan de overvloed van de
buffetten was moeilijk te weerstaan! Klaas werd nog wat groener en zocht naar het
toilet. Daar kwam de volledige ontbijtprut, de barraquito, de sangria, de
uiensoep, de helft van de hoofdplat en zijn bovengebit eruit. Klaas spoelde het
toilet door, waste zijn handen en keek in de spiegel. Welke tandeloze man
staarde hem daar aan. Miljaar..hij had zijn bovengebit doorgespoeld, wat zou
Laurentien daar van zeggen? De man met de ingevallen bovenlip naderde onze
tafel en probeerde het verhaal achter zijn hand te lispelen. Klaas zat met een
mond vol tanden! Verdomme, in deze context uiterst slechte beeldspraak! Klaas
zat, vol ongeloof, zo vol schuld, Laurentien te bekijken. Voor de dupe van het
verhaal was het inderdaad heel triest maar voor ons zo ongelofelijk grappig!
Dit is een verhaal, dat je in het café, aan de toog, met een pint in de hand,
als mop tegen elkaar vertelt. Wij staarden met pretlichtjes in onze ogen naar
ons dessert en probeerden onze mondhoeken naar beneden te houden en de
borrelende lach binnen te houden. Stiekem
keken wij elkaar aan en durfden niet beginnen te lachen maar één hik en het hek
was van de dam. Laurentien kreeg de slappe lach en vertelde dat dit niet de
eerste keer was dat Klaas zo iets voor had. Enkele jaren geleden liep hij op
vakantie, luid babbelend frontaal tegen een verlichtingspaal, wat hem toen één
tand kostte. Alle verhalen van verloren tanden en gebitten bij familie,
vrienden en kennissen passeerden nu onze revue. Voor het tandeloze slachtoffer
was het eigenlijk een beetje triest, maar ja zulke dingen gebeuren nu eenmaal
overal…Neen, hahaha nog bijlange niet bij iedereen, alleen bij Klaas. Ja, nu
waren Klaas en Laurentien nog maar drie dagen op Tenerife en hadden dus nog meer
dan drie weekjes te gaan, er moest dus actie ondernomen worden. Met hand en
zonder tand zouden zij het verhaal van het verdwenen gebit aan de reishostess
moeten vertellen en hopen op een snelle interventie. Vanaf nu tot aan het
nieuwe gebit, zou het voor dit mieke zonder tanden alleen, havermoutpap, soep, sapjes,
puree en spinazie zijn. Dit zouden weer verhalen worden die op alle gezellige
feestjes bij ons thuis telkens weer de ronde zouden doen. Met de lippen over de
tanden naar binnen getrokken en met een soort tandeloze bekjes aan elkaar
vragen; “Walter, welke Walter?”en dan zou manlief antwoorden, met een hand
achter een oor :“Wat zegt je, komt de Walter ook?”
Alle mogelijke verwijzing
naar bestaande personen is louter toevallig.
*Lees op mijn blog “ Paradijs”.
Sim, Tenerife 21 februari 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik hoor heel graag van jullie wat jullie van mijn verhaaltjes vinden ?