woensdag 13 december 2017
zaterdag 9 december 2017
EEN COLA LIGHT OF EEN COLA ZERO NO SUGAR AUB.
Hoe is het mogelijk dat één
respectloos politiek steekspelletje mijn romantische denkwereld over de Coca
Cola reclame totaal kon verstoren.
Met een slecht stukje
amateurtoneel trachtte een rode partijvoorzitter van een Antwerpse slabakpartij
het huidige stadsbestuur onderuit te halen.
Hij alludeerde dat de volledige bedrijfsleiding van het Antwerpse schoon
verdiep, op uitnodiging, samen met een jarige bouwpromotor was gaan
corruptietafelen. Er waren zelfs onder-de-gordel en privacyloze filmbeelden van
kussende politici aan de ingang van het feestrestaurant gemaakt. De leden van
het nieuwe opgerichte Antwerpse kartel kwaakten allemaal ‘Samen’ over ongeziene
belangenvermenging. Leuk was echter toen
bleek dat de lastertong in kwestie zelf vrij nauwe banden met de
vastgoedpromotor onderhield en zich de dag na de onthulling rode vingertjes WhatsAppte, om zijn ‘bouwpromotorvriendje’ te laten weten dat deze aanval niet
persoonlijk bedoeld was en hoopte dat ze nadien liefst nog even goede maatjes konden
blijven. Hij wou alleen eventjes de Antwerpse burgemeester, voor de volgende
verkiezingen, een omkoopbaar randje aansmeren. Echt sneu voor de rode kapoen
dat zijn achterbakse correspondentie uitkwam en als een echo in alle kranten en
op televisie doorzinderde. Boem, boem, boemerang…
De ene helft van het nieuwe
samengestelde Antwerpse politiekgezinnetje werd rood van ergernis en de
kersverse aanvoerder, die zich reeds als de nieuwe toekomstige burgemeester
profileerde, kon met deze stommiteitvolle poging tot torpedering van het
huidige bestuur, alleen maar heel groen lachen. Slapeloze nachten hield hij er
aan over. De rode rakker werd op het groene matje geroepen. Er werd met hem een
hartig woordje gesproken over de toekomst van de nieuwe geconstrueerde partij. Loopt
de bekladder nu nog steeds met opgeheven hoofd rond in Antwerpen? Na heel de
commotie, weet hij nu natuurlijk al lang hoe de doorsnee Antwerpenaar hem ziet
en waar ze hem het liefst van al helemaal niet meer willen zien. En eens te
meer is het gezegde: ‘Wie een put graaft voor een ander, komt nooit in het
bestuur van het Antwerpse stadhuis!’ Dit was heel zeker een totaal verkeerde
tactiek om te solliciteren naar een jobke op het Schoon Verdiep. Dus moest er
snel een boetekleed aangetrokken worden. Maar zoals we reeds weten, wordt er
door deze verlieslijdende partij, in beiden landsgedeeltes, alleen mea culpa
geroepen, als hun gesjoemel, vriendjespolitiek en mandaatpakkerij aan het licht
komt. Anders hoor je ze niet en blijven ze ongegeneerd en ongestoord met hun
vingers in de vetpotten graaien.
Maar wat heeft zo’n politiek
gehakketak dan uiteindelijk te maken met mijn verstoorde romantische Coca Cola gedachtes
en dagdromen?
Vroeger zag ik, tijdens de
reclame, een blond bloot bovenlijf mannelijk testosteron sixpack fotomodel, met
een kratje Cola Light op zijn schouder het kantoor binnendwarrelen. Alle
secretaresses werden vloeibaar achter hun computer en snakten onmiddellijk naar
een dieetcolaatje. Vorig jaar schalde om het half uur de Italiaanse ‘come
prima’ hit door de woonkamer om Coca Cola te promoten. Twee hormonaal piekende tieners spurten zich
de benen onder het lijf om zo snel mogelijk een colaatje naar de in de tuin
werkende poolboy te brengen. En dan zag je hoe zo’n hevig zwetende zwembadkuisende
halfgod zo’n ijskoel donkerbruin cola zerootje naar binnenklokte.
En wat gebeurt er nu als ik
aan Coca Cola denk, een Cola Light of Zero no sugar bestel?? Stoorzenders
hinderen mijn visioenen van smakelijke coladrinkende stoere binken en mijn
fantasie wordt gehackt door de kop van een erg magere Bart De Wever. De Antwerpse burgemeester, die verontwaardigd in
alle media mededeelde, dat hij in het restaurant helemaal niet aan de mogelijk
compromitterende feesttafel aanschoof, maar er alleen een Cola Zero dronk.
De politiek is bedankt!
zaterdag 18 november 2017
ER ZIJN GEEN ZEKERHEDEN MEER IN HET LEVEN!
Wat is er toch gebeurd met
het Roma-zigeunervolkje? Nog maar enkele jaren geleden trokken deze nomaden in
karavaan, wonend in een caravan, gans Europa door. Aan de ingang van de
supermarkten speelden ze ongevraagd accordeonmuziek en kregen meestal alleen
van de purpergespoelde seniorenweduwvrouwtjes wat koperen centjes toegegooid.
Je zag de zigeunervrouwen, die met de grote Mercedes op de hoeken van de
winkelstraat of aan de uitgang van de metro afgezet werden, met slapende baby’s
op de schoot, huilend bedelen. Terwijl jij, al winkelend voorbij wandelde en jij
je afvroeg of die kindjes werkelijk zo ziek waren, waren de overige zigeuners
en de iets wat grotere kinderen waarschijnlijk op het dievenpad op zoek naar
loshangende koperdraad en oude licht dementerende vrouwtjes (zoals mijn eigen
moeder meemaakte) waar ze zich met een smoesje binnen konden lullen om wat
juwelen achterover te slaan. Ik wil niet veralgemenen, maar ik veronderstel
niet dat ze van het accordeon spelen of bedelen met zijn allen konden leven…
Telkens wanneer je rond 24
mei ergens in Zuid Frankrijk in de wijde omgeving van Les-Saintes-Maries-de-la-Mer
in de Camargue kampeerde, kreeg je van de kampeereigenaars de wijze raad alles
supergoed achter slot en grendel te houden of je zo snel mogelijk uit de voeten
te maken. Alle campings, de dijk en de omgeving van les Saintes stonden vol
witte kleine vrachtwagentjes, grote Mercedes- auto’s en megacaravans. Op die
datum kwamen van einde en verre alle Roma- pelgrims bij elkaar om hun zwarte
Madonna, de heilige Sara en bij legende
de twee Maria’s die aanwezig waren bij de dood van Jezus te vereren. Deze twee
laatsten zouden dan met een gammel bootje van Jeruzalem tot in de Camargue
gesukkeld zijn…Onder gitaargetokkel, dragen zigeunermannen, behangen met
dikke gouden halskettingen met daaraan
fonkelende Christelijke kruisen, dan vanuit de kerk in een processie de zwarte Sarah-pop
en het duo Maria’s naar de zee. Tegelijkertijd bedelden de kleine smoezelige
kindjes in de straten van Les Saintes en stroopten de vrouwen de straatjes af
op zoek naar lichtgelovige slachtoffers. Zij vroegen aan de naïeve toeristen om
een geldbriefje op hun hand te leggen en terwijl ze dan met wat blaasjes de
toekomst voorspelden en hoe oud je waarschijnlijk zou worden, zaten de kinderen
langs de andere kant in je handtas of pikten ze ongemerkt je portefeuille. Het
achtste gebod: “Jij zult niet stelen”, is vermoedelijk niet in hun
zigeunerbijbel opgenomen.
Als je in die periode in Zuid
Frankrijk op een camping stond en er in de omtrek rondrijzende zigeuners
geannonceerd waren, dan kreeg de campinghouder slapeloze nachten omdat hij ’s
nachts de boel extra moest observeren. Men mocht het kampeerterrein met
prikkeldraad omringen, een bareel aanbrengen, de gracht rond de camping zo diep
en zo breed maken als men wou, telkens opnieuw verdwenen er caravans die
achteraan op de camping in de winterstalling stonden. Tegelijkertijd, als een
dief in de nacht, roofden diefje en diefjesmaat, op de camping, bij hun
aftocht, uit alle voortenten en bungalows alles wat maar los en vast zat. Campingzeteltjes,
picknicktafels, badhanddoeken en kinderkleding veranderde van eigenaar, zelfs
de koelkasten in de voortenten werden leeggehaald. Aangifte bij de lokale
kustpolitie was tevergeefs, want die haalden alleen de schouders op. ‘Proces
verbaal opmaken was onbegonnen werk! Niets aan te doen! ‘t Was een jaarlijks
terugkerende plaag.’
Maar wat gebeurt er nu? In
plaats dat die zigeunernomaden in een caravanoptocht rondzwerven en, zonder
toelating van de boer, allerlei weides en akkers bezetten, kraken ze nu leuk
alle leegstaande en onbewoonde eigendommen. De gratis all in formule is in, de
caravanwoonst is out! De kans zit er in dat als je na enkele
overwinteringmaanden naar je verlaten huisje of appartementje terugkeert, er een roedel gipsy kings in je bed slapen, je gas en
elektriciteit opsouperen en met je servies, potten en pannen ‘kokenetentje’
spelen. Er is nu sinds vorige donderdag een nieuwe wet, die kraken strafbaar
maakt, maar als eigenaar heb je nog steeds niets in de zigeunerpap te brokken.
Je kan de politie bellen, maar als die vaststelt dat je eigendom gedurende een maand
of drie onbewoond achtergelaten werd, dan kan of mag de arm der wet nog steeds
niets ondernemen. Het binnengedrongen volkje krijgt bijgevolg nog een volle
week om je boel af te breken en als je pech hebt gaan ze nog pro deo, op onze
kosten in beroep tegen de uitzetting ook! Jij kan als eigenaar of bewoner van
het adresje, in afwachting van de uitzetting, nog rustig ergens een maandje op eigen
kosten op hotel gaan…
Het zou zo simpel kunnen
zijn! Politie bellen: ‘Hallo er zitten krakers in mijn huis.’ Of het nu Roma
zijn of niet, aan hen het bewijs vragen of nagaan via de gemeente of ze op dit
adres gedomicilieerd zijn. Het maakt toch niet uit of dit nu een leegstand of
bewoond pand was. Als ik thuis in mijn bed lig en er komt een crapuulboefje
binnen, dan heet dat een inbreker. Als ik niet zelf in mijn bedje lig, dan is
het een kraker die we met alle sociale egards moeten behandelen…Als zulke nieuwe
wet niet zo zielig in elkaar gestoken was, zou het om te lachen zijn. Eens
kijken of minister van justitie Geens er mee zou kunnen lachen als zijn
villaatje plots gekraakt zou blijken te zijn? Het is zelfs al zo ver dat
eigenaars hun lege woning niet meer te koop durven zetten, want die annonce
blijkt een aanzuigeffect op het krakervolkje te zijn.
Indien dat geteisem geen
domicilie kan bewijzen, dan moeten we alle mannen, vrouwen, zelfs diegenen die
op het punt staan te bevallen en kinderen onmiddellijk oppakken, met het
dievenkarreke naar een gesloten instelling afvoeren en hop terug naar eigen
land repatriëren. Vermits Roemenië wel een Europees land is maar zich niet in
de Schengenzone bevindt, moet het toch klaar en duidelijk zijn dat dit land voor
zijn eigen burgers moet zorgen.
Nu kunnen jullie zeggen, ze viseert een bepaalde doelgroep, maar buiten dat ons huis gekraakt werd, hebben wij alles zelf meegemaakt of gezien.
Nu kunnen jullie zeggen, ze viseert een bepaalde doelgroep, maar buiten dat ons huis gekraakt werd, hebben wij alles zelf meegemaakt of gezien.
Waar is de tijd dat de
zigeuners nog met caravans rondtrokken??
Er zijn geen zekerheden meer in het leven!
Sim, 18 november 2017
zondag 29 oktober 2017
# MIETOE!
Ach ik ben nog steeds een
beetje verwonderd dat er nu plotsklaps een, nu al wat oudere, generatie
actrices opstaat en luidkeels over seksuele intimidatie en verkrachting begint
te roepen. Wat heeft hen belet om destijds de sexy kat de bel aan te binden? Het
opstapje naar hun carrière? Was dit een goede rede om jaren te wachten en het
potje ongewenste intimiteiten goed ‘gedekt’ te houden? Tot ze eindelijk een
glansrol binnenpijpten of de eerste Oscar binnen was?
Wat had dat jonge vrouwelijke
aankomend talent nu verwacht als een befaamde regisseur hen in zijn suite
uitnodigde..dat dit was, om een potje UNO te spelen?
Als zo’n talentenscout, na
een avondje stappen, zo’n jong op carrière belust ding mee naar zijn kamer
uitnodigt, dan is dat meestal niet om een spelletje scrabbelen, maar om een
rondje poesje grabbelen te doen.
Alleen als je, als leuk naïef
meisje, jaren onder een steen geleefd of ergens in een donker religieus gat
gewoond hebt, dan kan ik begrijpen dat de alarmbellen niet afgaan. Maar bij
alle andere vrouwen moeten toch , bij zo’n ‘kom-je-nog-een-koffie-drinken-in-mijn-kamer-invitatie’,
de SOS tekens rond je oren vliegen! En als je dan toch in de val gelokt werd,
moest je dan als toekomstige actrice dan niet alert genoeg zijn om op tijd
tegen die smeerpoespiet te roepen MIETOE in plaats van jaren later #METOO! Natuurlijk is NEE een NEE. Er lopen inderdaad,
in het ‘t is eender welke firma of organisatie, een aantal notoire naast de
potpissers rond, die voor de kick hun Willie in het is eender welke vrouw
willen rammen. Geef die schuinsmarcheerders dan onmiddellijk lik op (hun) stuk!
Doe zoals een aantal Vlaamse actrices gedaan hebben, verwittig je collega’s en
zorg dat je nooit met zo’n op seksbeluste vrouwenjager alleen bent, tenzij je
van zijn avances gediend bent natuurlijk. Overal waar mannen en vrouwen
samenwerken, hangt er een prettige gender verschillende sfeer. En geef nu eens
eerlijk toe. Was het niet megastrelend als een roedel bouwvakkers je van op het
dak nafloten. Was het niet een reuze opsteker als een collega zei: ‘Meidje, wat
zie je er fantastisch uit vandaag.’Wil die man dan stante pede met je tussen de
lakens rotzooien? Misschien wel, maar
dat heb je dan toch zelf in de hand..
Is dit seksuele intimidatie?
Meestal waren het alleen de dames die nooit op ’t straat nagefloten werden, die
nooit enige mannelijke aandacht kregen en die na elk firmafeestje met hun
overspelvoorbereiding een blauwtje liepen, die dan ’s anderdaags met veel
verontwaardiging verhalen van ongewenste seksuele intimiteiten over de mannen rondbazuinden.
Diezelfde dames die steeds met jaloerse blikken naar hun collega’s bleven
loeren, die wel nu en dan een complimentje of mannelijke aandacht kregen. Die
hun nietsvermoedende vrouwelijke medewerksters roddelend met leugens de grond
probeerden in te boren. Wat hadden die graag, na de eindejaarsfuif een paar
graaihanden op hun achterste gevoeld. Ik spreek van ondervinding als ik
schrijf, dat ook ik door een collega lastiggevallen werd. Toen ik op de
zolderverdieping van de firma, waar de papierberg gestockeerd werd, een paar
documenten ging uitzoeken, kwam een medewerker achter mij aan en grabbelde naar
mijn borsten. Ik heb toen heel hard
geroepen dat ik niet gediend was van zulke onzin en dat hij zo dadelijk het
knietje kon krijgen. Toen hij zei, dat hij dacht dat ik interesse in hem
had,omdat ik altijd zo lief en vriendelijk lachte, kon ik alleen maar
verbijsterd antwoorden, dat ik godverdomme tegen iedereen lief en vriendelijk
lachte. Enfin, ik had misschien veel geluk dat de Romeo, zonder verder
handtastelijk te worden, teleurgesteld afdroop. Vanaf die dag, kroop hij bijna
onder de vaste vloerbekleding langs mijn zitplaats het bureel door…Veel
bedreigender vind ik, dat er nu een nieuwe lading haantjes opstaat, die onze
meisjes, met een kort rokje of een hotpants aan, naroepen dat ze een hoer zijn…Het zelfs
aandurven die meisjes lastig te vallen, en als de rest van hun rondhangende
schorriemorrie er op staat te kijken, om met hun hand onder die rokjes te
wiebelen…Cool hé!
Dus aan alle vrouwen die soms
ongewild in zulke situaties terecht komen, laat jullie niet vangen met de vraag
om een laatste afzakkertje in zijn kamer. Het enige wat waarschijnlijk zal
afzakken is zijn broek. Wees assertief, reageer onmiddellijk, nagel ze met hun
kruis aan het kruis en vooral BENEN TOE EN BOVEN ALLES MIE TOE!
Sim, Edegem
29 oktober 2017
maandag 9 oktober 2017
MON FRANCAIS PREFERE...
Deze brief schreef ik, in
juli 1993 van mijn campingadres te Argeles-sur- Mer, naar mijn toen zieke en
bedlegerige hartsvriendin Laura te Deurne.
In Frankrijk hielden een hoop
heethoofdtruckers, al enige weken, alle autostrades richting zuiden
geblokkeerd. De meeste toeristen werden letterlijk, met hun kleine kinderen,
een dag in de hete zon en een nacht in hun auto gegijzeld. Mobiele telefoontjes,
internet thuis en wifi onderweg bestonden toen nog niet en wij hadden al onze
vakantieplannen dan ook per brief via de post gereserveerd. Onze toenmalige
plooicaravan had de ganse winter op een Zuiderse gardiennage in Palavas
doorgebracht en we hadden die mensen dan ook verwittigd dat wij onze rijdende
villa op een vaste dag zouden afhalen om er verder richting Argelès-sur –Mer,
tegen de Spaanse grens, te rijden. Om alle stakingsproblemen te vermijden
boekten wij dan ook nog snel een slaapcompartiment op de autoslaaptrein
richting Narbonne.
Hier begint de brief, die
volledig in twee kleuren balpen geschreven was:
Hallo Laura (en ook een
beetje Henri)
Zijn jullie al eens “genaaid” geweest in Zuid Frankrijk? Ik
wel! Een humoristische vingergevoelige Fransman deed het met mij. Meer over
deze unieke ervaring, later in dit verhaal. Zo blijft het een beetje spannend
niet?
Nadat we de auto op de trein
achterlieten, begaven wij ons naar een terrasje in Schaarbeek. We konden zien,
dat de zon hier nog veel heviger geschenen had dan in Deurne, want er liepen
hier allemaal bruin mannen rond. Onze witte zonloze armen en benen staken heel
erg af tegen de huidskleur van de meeste inwoners van deze gemeente. Terug op
de trein hadden wij een wilde wiebelende nacht met de mannen van de spoorweg en
’s morgens kwamen we aan in een zeiknat Narbonne.
Om terug te komen op die naaipartij, kan ik je vertellen
dat mijn Français, uiterst zorgvuldig, behendig en prikkelend te werk
ging. Eerst stuurde hij mijn man en zoon
wandelen, om mij daarna in mijn volle lengte op zijn bankstel neer te vleien.
Enfin, tout doucement, deed hij zijn rubber..De rest later in deze brief,
spannend hé?
Aangekomen in Narbonne, reden
wij in soortelijk Belgisch regenweer, richting Palavas, waar we ons koekedoos-plooicaravanneke
ophaalden.
Hoe meer we toen richting
zuiden reden, hoe meer de zon door de wolken piepte. Zonder veel
noemenswaardige ‘bouchons’ kwamen wij aan op onze camping Le Soleil in Argelès.
Enfin, nadat hij zijn rubbertje omgedaan had, begon hij mij
te betasten. Lichtjes beroerde hij mijn lippen. Een prikkelend gevoel
overspoelde mij. Hij murmelde zachtjes: ‘Tu n’as pas peur?’ Waarop ik mijn ogen
naar hem opsloeg en mompelde: ‘Non, mais c’est bien ma première fois!’
Nadat wij de caravan geopend hadden, kwam er ons een vreselijke
grondgeur tegemoet. Wij hadden tijdens de wintermaanden ‘caravan-house sitters’
gehad.
Pa muis had, met mooie beloftes, ma muis in onze caravan gelokt. In onze
mousse kussens hadden zij een knus nestje gebouwd van alles wat zij maar aan
zacht materiaal konden vinden. Grote gaten in onze slaapzakken, handdoeken,
washandjes en overgordijnen gaapten ons aan. Ma muis had gewillig de acte van
trouw beloond met een worp mini muisjes. In onze vouwcaravan was pa muis echter
de weg kwijtgeraakt en alhoewel hij overal een spoor van muizenstrontjes
achtergelaten had, had hij zijn kroost niet met eten kunnen bevoorraden. In een
kleurrijk holletje in onze caravankussens vonden wij het integrale stinkende en
volledig verdroogd muizenfamiliegraf. Onze caravan had nu 5 grote gaten extra
en in de vuilbak belandden 3 handdoeken, 2 washandjes en één juist vorig jaar
nieuw aangekocht hoeslaken.
Hij drukte zijn materiaal, glinsterend en hard als metaal,
op mijn borst. Toen ik hem wilde helpen zei hij zacht: ‘Non, non, ne touchez
pas!’ Zijn naald, rechtop, priemde voor mijn….Ach ik weet dat je nu alles
dringend wilt weten, Laura, maar nog eventjes geduld…
Nadat we de stank van de
muizendood en de vuiligheid van een jaar openlucht caravanstalling in Palavas
verwijderd hadden, nam stilaan het vakantiegevoel toe, maar ook de wolken aan
de hemel. De eerste vakantieavond brachten wij zeurend, klagend en zagend in
een door wolkbreuken overspoelde caravan door.
Vive la France en vive camping Le Soleil, zonder soleil! De volgende
morgen scheen echter de Zuiderse zon in al haar glorie. We gingen op onderzoek
de camping rond, het zwembad en de fitnesstoestellen keuren, naar het strand
kijken en wat later met de auto boodschappen doen, richting Argelès-Plage. Maar Alfa Romeo’s en ik, schenen geen goede
combinatie te zijn. (Het jaar daarvoor had ik zelf een Alfa Sudje in elkaar
gereden) Dus ik open de deur van de nieuwe wagen, die groter bleek dan ik
vermoedde en BENG met de zijkant van het portier tegen mijn voorgevel. Met een
ingescheurde lip, een eerste verplichte uitstap, naar le médicin. Hier werd ik
dus voor de eerste keer in mijn (toen 42 jarige) leven zonder verdoving
genaaid!
Voor deze intieme behandeling
mocht ik prompt 240 Franse Franken, van ons vakantiebudget, neertellen en kreeg
ik een prehype lippiercing, die gewoon op een niet afgekuiste chocomond leek.
Mijn mondhoek trok een beetje pijnlijk naar omlaag.
En ik die dacht dat ik met
mijn wulpse vormen, mijn Farah Fawcett haren en met die genaaide chocomond alle
aandacht trok had het volledig mis. Alle mensen staarden mij aan en lachten
daarna om die twee André Van Duin imiterende schuine bekken trekkende mannen,
die achter mij aansloften.
Maar lachen, eten en drinken,
alles functioneert nog zoals het hoort en misschien is zo’n littekentje op mijn
lip later wel enorm sexy…
Ik heb mijn Fransman daarna nog één keer teruggezien, toen
mijn draadjes eruit getrokken moesten worden. Opnieuw deed hij zijn rubberen
handschoenen aan, maar het was toen niet meer om te naaien maar eender om te
strippen.
Bisous en ik duim dat je weer
helemaal genezen bent als we terug in België zijn!
Sim, 12 juli 1993 Argelès-sur-Mer
donderdag 28 september 2017
HET KUNNEN NIET ALLEMAAL JOVIALE KAMPEERNEDERLANDERS ZIJN...
Op de terugweg naar het
noorden, hadden wij ons op de camping te Tournus, al een plaatsje voor één
nacht mogen uitzoeken, inschrijven zou na de lunch gebeuren. Toen ik ons later
aan de campingreceptie aanmeldde, kwam er een volgende caravan de camping
opgedraaid. Een ventenkop-haartooi- vrouw kwam de receptie binnengestoven,
duwde me bijna omver en kwetterde in het Hollands-Frans: ‘Amplasemant ici, oké amplasemant?’,
terwijl ze druk met haar arm naar hun caravan zwaaide. De man achter de receptie bleef heel kalm en
zei dat ze eventjes moest afwachten want dat hij nog met een vorige cliënt
bezig was, maar dat zij straks aan de beurt was. Ik vermoedde dat ze niets van
het Frans verstaan had, maar ze draaide zich hevig zuchtend om en haar mond vertrok
in een grimmig ontevreden streepje. Ik dacht nog: ‘Wat lijkt me dit een kreng,
je moet er maar mee op vakantie en in het zelfde caravanbed moeten slapen’. Ik had
nog niet het hele verhaal aan manlief vertelt en zat nog net niet naast hem in
het zonnetje voor onze caravan, toen de Nederlandse sleurhut juist naast onze
caravan tot stilstand kwam. Het ‘amplasemantkreng’ kwam op ons af en vroeg of
wij onze caravan niet ergens anders konden neerzetten. Wij bekeken elkaar,
vroegen ons af of we dit wel juist gehoord hadden en negeerden de nieuwkomers
een beetje. Op de ganse camping waren er op de kop af vier plaatsen bezet en
zo’n honderd kampeerplaatsen vrij. ‘Nou, hoe lang blijven jullie hier staan?’’
Wij staan hier voor één nachtje en gaan morgen weer verder noordwaarts’. ‘Wel,
wij staan elk jaar steeds een paar nachtjes op deze camping en wij staan altijd
op dit plekje!’ “Wel, zei manlief, dan zal U deze keer eens op een
ander plekje moeten gaan staan, keuze genoeg, kijk maar, alles vrij” “Maar wij hebben een goede rede om
altijd op deze plaats te staan!” Mijn fantasiehoofd sloeg op hol. Ik
kon wel duizend redenen bedenken waarom dit zeurvrouwtje juist op onze plaats
wou staan. Misschien had één van beiden een prikkelbare darm of de ziekte van
Crohn en moesten ze om de haverklap naar de toiletten lopen? Maar we stonden
helemaal niet zo dicht bij het sanitair er waren er minstens tien veel dichter!
Misschien had één van beiden pleinvrees en kon de camping niet diagonaal
richting douches overgestoken worden? Was er misschien sprake van een milde
vorm van claustrofobie omdat er onder een boom moest gekampeerd worden? Hadden zij, ergens in het verleden, de as van
hun overleden hond juist op kampeerplaatje 46 uitgestrooid? Of stonden ’s nachts op deze plek de sterren in
de juiste verhouding tot elkaar, zodat mevrouw met haar overleden zuster kon
communiceren…Ik kon nog wel duizend fantasieverhalen bedenken, maar hield
wijselijk mijn klep dicht, want het caravanwijf begon, omdat ze zag dat wij
totaal niet reageerden, met een verbitterde streepjesmond opnieuw hoog van de
Hollandse toren te blazen: ‘Nou Gerrit, wij staan altijd op deze plek,niet,
zeg het ze dan! Steeds wanneer wij op deze camping overnachten, staan wij
altijd op deze plaats, nummer 46, al jaren!’ Gerrit knikte heel
overtuigend.
Manlief bleef heel rustig
onder het Nederlandse offensief, haalde zijn schouders op en reageerde wat korzeliger:
‘En wat is dan die goede rede waarom U steeds op plaatsje 46 moet staan
Mijnheer?’ Hierop riep Gerrit: ‘Nou Mijnheer, dat ga ik dus niet aan Uw
neus hangen, dat ben ik helemaal niet aan U verplicht!’ Manlief zijn
stemgeluid ging nu ook een beetje de hoogte in.‘Hebt U dan een reservatie
gemaakt? Neen? Bent U eigenaar van dit stukje campinggrond, neen, spijtig
dan..maar wij stonden er eerst en blijven hier staan. Het was al verwonderlijk
dat deze nare Hollander ook Gerrit heette, want de Gerrit die wij kenden, was
een uiterst fantastische Nederlander. Ook begon ik al een beetje nieuwsgierig en
met andere ogen naar ons plaatsje 46 te kijken. Wat kon hier nu zo speciaal aan
zijn. Het was gewoon een plekje als alle andere kampeerplaatsen.
Nu kunnen wij aannemen dat
wanneer je al jaren een ganse vakantie doorbrengt op één en dezelfde camping,
je heel graag steeds op datzelfde kampeerplaatje wilt staan, waar je elk jaar
je terugkerende vakantievrienden opnieuw aantreft. Dat ene vertrouwde kampeerplekje,
op een mooi horizontaal grasperkje, waar je in het zonnetje of bij hitte lekker
onder een boompje in de schaduw kan kruipen, kortom het ideale caravanplekje waar
je je thuis voelt. Zulke plaats reserveer je dan ook ruim op voorhand! Dat je
zulke trammelant gaat maken op een transitcamping, waar je hoogstens één, twee
of maximaal drie nachtjes onder zeil gaat, dat is voor ons onbegrijpelijk. Manlief
ontplofte bijna en riep: ‘Mijnheer U bent een echte zeikerd, de camping is
nagenoeg leeg, kijk, alles vrij, kies een andere plaats, wij blijven staan,
punt’. De Nederlanders, die juist naast ons kampeerden en die de discussie
grinnikend gevolgd hadden, maakten met hun wijsvingers het universele ‘die-
zijn- zot- gebaar’. Ik kon het verbitterde Hollandse zeikvrouwtje bijna niet
meer aanhoren en deed een paar passen in haar richting. Eventjes zag ik haar
ogen oplichten, toen ze dacht dat ik haar alsnog het verlossende antwoord kwam brengen,
dat we dan toch zouden verkassen, maar het enige wat ik zei, was: ‘Hopelijk
hebt U, nu U op zo’n wereldvreemde plek moet kamperen, alsnog een goede
nachtrust!’ Gerrit kroop mokkend terug in zijn auto en trok zijn caravan vier
plaatsen verder. Maar zijn halve trouwboekvrouwtje wist van geen ophouden en
krijste nog naar manlief: ‘Nou, U bent een typische asociale Belgische
hufter, ga op de markt wat staan roepen’! Dat is weer wat nieuw. Nu is
manlief door Nederlanders al met Tom Jones vergeleken en vinden sommigen dat
hij met dezelfde humor en met hetzelfde stemtimbre van Urbanus praat. De meeste
Nederlanders, die wij kennen, vinden ons echte gezellige sociale Bourgondiërs.
Ook hebben wij aan onze meeste verre reizen en kampeervakanties een hele leuke
bende Nederlandse vrienden overgehouden. Maar dit hadden we nog niet op het
palmares staan; Manlief is een typische asociale
Belgische hufter…! Mogen wij dit als een racistische uitroep betitelen?
Dit kutkampeervrouwtje viseerde met haar uitroep wel een ganse Belgische
gemeenschap! Een hoop Belgen zullen zich hierdoor vreselijk gekrenkt voelen.
Moest de Antwerpse burgemeester De Wever zo’n uitspraak doen, dan stond gans
België en de ganse politiek op stelten!
Toen wij de volgende ochtend,
in de dikke mist, met aangekoppelde caravan vertrekkens klaar stonden, moest ik
toch de neiging onderdrukken om niet eventjes op hun caravandeurtje te gaan
aankloppen met de vraag of ze de nacht alsnog goed doorgekomen waren.
Ik hoop dat de mist, als een
dikke erwtensoep, minstens drie dagen en nachten boven Tournus blijft hangen, dat
ze op plaatsje 50 opgevreten worden door de muggen, dat ze diezelfde dag nog omringd
zouden worden door tien gigantische caravans
en megacampers, met de meest luidruchtige Belgen, dat ze op weg naar huis,
vanaf het moment dat ze de Belgische grens overgaan, bumper aan bumper
oeverloos moeten aanschuiven tot aan de Nederlandse grens. Voor deze laatste
toverbezwering zal ik niet heel erg mijn best moeten doen, want iedereen die
langs Wallonië het land binnenrijdt, staat uren stil aan wegwerkzaamheden waar
je drie man ziet werken!
Sim, echtgenote van de
typisch asociale Belgische hufter,
Liverdun 27/9/2017
maandag 18 september 2017
KWAK KWAK, DIE EEND IS DOEIT!
I
Iedereen die fan was van Toon
Hermans, kent zeker nog zijn fameuze zinnetje: ‘Die duif is doeit!’ Wel hier, in
Grau du Roi in de Langedoc, is het van: ‘Die eend is doeit!’ En niet alleen de
eend, maar ook het warme zomerse septemberweer is volledig dood! De twee
laatste weken van augustus waren in de Ardèche zo loeiheet, dat je speeksel in
je mond verdampte. Je haardos verschroeide en je mond riep constant om water. Met
38 graden in de schaduw en 48.8 graden in de zon, kon je amper je ene voet voor
de andere zetten zonder blaren op je voetzolen te krijgen. De enige optie was
je in de rivier onderdompelen, die als warm badwater aanvoelde. Maar hoe meer
de dagen vorderden hoe meer ook in de Ardèche de herfst voelbaar werd en de
bomen vroegtijdig verkleurden. De eerste week van september werden we na een
paar zonnige dagen aan de Middellandse zeekust al na een paar dagen getrakteerd
door de Tramontan, de koelere wind die zich in de Pyreneeën opbouwde en die nu
over de stranden raasde. Eens die wind tot rust kwam, dreven er sombere grijze
wolken over het normale door de zon overspoelde toeristenstrand en was er nu en
dan een wolkje dat persé het vakantiegevoel moest weg pissen. Zoals in de
meeste streken van Europa, was ook hier in mei en juni het toerisme veel te
vroeg verzomerd. In juli en augustus was de natuur door de regenloze hitte in recordtempo
gewoestijniseerd. Volgens de niet tevreden lokale horeca waren de Franse en
Europese toeristen verder richting Spanje getrokken. Dat was natuurlijk niet
alleen te wijten door de extreme hitte maar tevens door de in de horeca tot
afpershoogte aangepaste drankconsumptieprijzen. Het was tot hiertoe het eerste
jaar dat september in zuid Frankrijk niet meer het eeuwige zomerse seizoen was,
er een extra dekentje op het bed gelegd moest worden en wij ’s nachts de pyjama
moesten uitgraven. Gedaan de zwoele zomeravonden en terwijl er deze ochtend met
amper een 15 a 17 graden een zeikregentje op de caravan neer druppelde, leek
het er meer op dat we in de Ardennen kampeerden in plaats van aan de
Middellandse zee. Een langebroeken- en fleecetruitjes-wandeling op de promenade
in het mondaine La Grande Motte had meer weg van een winterse Noordzee dijkwandeling
in Knokke. Misschien dat de uitlopers van de Amerikaanse tornado’s wereldwijd
zo’n luchtveranderingen teweeg brachten, dat men ook hier van een degelijke
klimaatwijziging kan spreken. En daardoor zijn de eenden er misschien
vroegtijdig van door gegaan, gone with the wind! In het zuiden van Frankrijk is
het jachtseizoen al enkele dagen geopend. Regelmatig horen wij heel vroeg in de
ochtend geweerschoten. Waar die jagers nog achteraan gaan is ons een raadsel,
want buiten een paar meeuwen, mussen, flamingo’s en kraaien hebben wij hier in
de directe buurt van de camping nog geen enkel opjaagbaar diertje kunnen
spotten. De eendenpopulatie heeft waarschijnlijk een vakbond opgericht en onder
impuls van een paar heethoofden het zuidelijk Franse halfrond voortijdig
verlaten. Noch in de lucht, noch in de vijvers en al helemaal niet in blik ‘Les
saveurs du territoir’, bij de Lidl supermarkt, is er nog een eend te zien, laat
staan een ingeblikte eendenbil te vinden. Alle nabije kustfilialen van de
desbetreffende supermarkt hebben wij bezocht,met een arendsblik en met een
vergrootglas als een echte Sherlock Holmes de rekken afgeschuimd, maar nergens was nog een goedkope versie van
‘confits de canard’in de schabben te vinden. Duurdere blikken in super dure
supermarkten deden ons nog wel eventjes twijfelen, maar voor die prijs kan je
ze rond kerst ook bij ons in België in de betere detailhandel vinden. Alle
vorige septembervakanties namen wij, neen dat is totaal niet het juiste
werkwoord, sleurden wij een grote voorraad ‘eendenbilletjesblikken’ voor etentjes
met de ganse familie en vriendenkring in onze caravan mee de grens over. Lekker
makkelijk klaar te maken. Blik opendraaien, eendenvet verwarmen, afgieten en
bijhouden, de confits in de microgolfoven opwarmen, kleine aardappeltjes in het
vrijgekomen eendenvet bakken, wat champignons of rode kool erbij of lekkere
knapperige Belgische frietjes en taddaa, je fabriceerde à la minute een menu
met Likoké, Oud Sluis, The Jane of Fornuis allures. De thuisblijvers zullen nu wreed
teleurgesteld zijn! Deze keer hebben wij onze wagen volgeladen…met vissoep,
olijven met ansjovissmaak, nougat de Montelimar en oude wijven…als ze aan de
markt kwamen, begonnen ze te kijven van…geen confit meer te vinden!
Ach ik heb er begrip voor dat
die eenden elkaar er zo snel mogelijk kwak, kwak van op de hoogte brengen om er
als de bliksem van vanonder uit te muizen. Ze worden massaal zij aan zij in een
schuur opgehokt, hun lever zodanig opgepimpt zodat wij die als een foi gras-crème,
met een uiencompôtje of een veenbessenconfituurtje als delicatesse op onze
toastjes kunnen smeren. Ofwel belanden hun lijfjes als magrêts in de koeltoog (ook
lekker met warme mango schijfjes in wijnsaus met honing) of duwt men hun billen, met hun eigen vet, in
een blik. Maar zoals reeds eender gezegd, is het aanbod drastisch
teruggeschroefd. Geen goedkope ‘confits
de canard’ meer te vinden. Ofwel werden de eenden de voorbije jaren door een
jagersbende compleet uitgemoord, ofwel hebben ze voor het jachtseizoen het
hazenpad, sorry eendenpad, gekozen. Misschien
is de Lidl supermarkt er nu eindelijk na jaren achtergekomen, dat deze 6 Euro
kostende blikken met een inhoud van 4 billen, massaal buiten gesleurd werden
door de restaurants in de buurt, waar ze als locale superlekkernij aan 15/20
Euro per bil op het menu werden gezet. De grootste afzetters, en jullie mogen
dat woord ook letterlijk nemen, waren voornamelijk de marktkramers. Deze
laatste weekten de etiketten er af, plakten er dan een fotokopielabeltje met
een Donald Duck-achtig tekeningentje en hun eigen naam op en gingen dan aan E
25 per blik op één of andere artisanale markt hun frauduleus verkregen ‘confits’
als hun persoonlijke klaargemaakte eendenbillen verkopen. Dus nu, moeten wij, arme caravantoeristen, niet
alleen de wind, wolken en miezerregen er bij nemen maar tevens met lede ogen
aanzien hoe de ‘smaken van de streek’-schabben’ leeg blijven. Kwak, kwak, die
eend is weg, die eend is doeit! Morsdood!
Sim, 18 september 2017
vrijdag 15 september 2017
SATELLIET TELEVISIE OP REIS
Het is niet omdat wij hier in
Zuid Frankrijk in de zon liggen te braden, soms wandelen of nu al een paar
dagen door de Tramontan wind van onze fiets geblazen worden, dat wij niet graag
op de hoogte blijven wat er allemaal in de rest van de wereld en ons thuisland is
gebeurd. Via de satelliet halen wij, in onze caravan, om zeven uur het Vlaamse
VRT nieuws binnen. Ergernis troef! Zo zagen wij op het journaal de beelden, hoe
de politie in Borgerocco weer door de lieverdjes uitgejouwd, geduwd,
aangevallen en met eieren bekogeld werden.
Ik kan me niet inbeelden hoe
dat dan in zijn werk gaat. Ik veronderstel dat de Borgerhoutse hooligans niet
constant met een vol rugzakje eieren rondlummelen tot er misschien eens een
politieteam in hun Turnhoutsebaan- buurt komt patrouilleren. Bellen dan die Marokkaanse
haantjes naar elkaar: ‘Kom vlug, de politie ‘onze’ vriend is in onze straat een
arrestatie aan het verrichten, ’t is weer het moment om ons nog eens negatief
in de Antwerpse kijker te zetten! Breng snel allemaal jullie bakje eieren mee,
liefst bruine!’ Het ergste van al is het
feit dat die kleine crimineeltjes, die een ganse gemeenschap in een slecht
daglicht zetten, steeds bij het gerecht bekend zijn en zogezegd opgevolgd
worden. Als dan de burgemeester van Antwerpen in een interview, na de
terreuraanslagen in Barcelona, opmerkt dat er in Antwerpen in de omgeving van
de Turnhoutsebaan ook zo’n duizend soort vriendelijke jongens rondhangen,
waarvan men ook niet, net zoals in
Spanje, kan vermoeden dat deze lieve jongens in een mum van tijd
geradicaliseerd zouden kunnen worden, dan zijn de linkse journalisten er als de
kippen bij om deze uitspraak uit zijn context te rukken en er juist deze ene
zin van te maken: “De Wever zegt: Op de Turnhoutsebaan lopen er duizend
mogelijke terroristen rond!” Wie het
schoentje past, trekke het aan, maar het zullen heel grote schoenen moeten
zijn, want deze probleembuurtmannetjes hebben daar heel lange tenen. In plaats
dat deze gemeenschap hun crapuuljongeren bij de oren trekt, hun vertelt dat
zulk gedrag in onze cultuur en in hun gemeenschap niet getolereerd wordt en
zich voor hun gedrag verontschuldigt, organiseren ze samen met een rood groene
linkse wollegeitesokkenachterban een mini-optochtje om aan te tonen hoe mooi en
liefelijk het is om in de buurt van de Turnhoutsebaan te wonen. Ze laten geen
enkel moment onbenut om regerende partijen pootjelap te zetten en aan te tonen
hoe verkeerd de Antwerpse Burgemeester, van een in hun ogen verwerpelijke
partij, wel weer geweest is. Met op kop Mita Van der Maat, in een vroeger tijdperk,
een redelijke gekende toneelspeelster, die waarschijnlijk nog eens graag voor
de camera’s stond, maar die daar in Borgerhout in feite niets te zoeken had, want
ze woont zelf in een mooie bel-étage woning in een residentiële wijk in Edegem,
waar er praktisch nog geen hoofddoekjesgezinnen wonen. Soit hun Antwerpse
burgemeester- afbraakoptochtje heeft niets uitgehaald, want een week later had
men hetzelfde eierenkegelende politie-interventie-scenario in deze toffe
vreedzame buurt. Als De Wever insinueert dat er een paar duizend lieverdjes op
de Turnhoutsebaan rondlopen, dan vergeet hij nog de andere probleembuurten te
vermelden, die wij als echte Antwerpenaren jaar na jaar zagen verloederen. De
mooie winkelstraten met bloeiende handelszaken, zoals de Antwerpse Kielse
Abdijstraat, de Berchemse Drie Koningestraat, de Offerande- schoenwinkelstraat,
de Merksemse Bredabaan, de Turnhoutsebaan, de straten rond het Sint Jansplein,
Deurne, de Seefhoek en de Stuyvenbergpleinbuurt zag je volledig veranderen in
Midden Oosten enclaves. Toen mijn moeder eind jaren tachtig op het Antwerpse
Kiel ging wonen, riep daar al een tienjarig jongetje tegen haar: ‘Dat ze daar
nogal zouden opkijken als ‘zij’ het
later voor het zeggen zouden hebben’ en hij maakte daarbij met zijn duim over
zijn keel een onthoofdinggebaar. Waar hoorde zo’n snotneus zulke uitspraken? En
bij ons in Edegem, nadat men met de nieuwe sociale woningen ook de sjaaltjesvrouwen
en bijbehorende satelliet antennes, gericht op TV Marocco binnenhaalde, riep
een blijkbaar nog niet geheel geïntegreerd teenager moslimhaantje, een in korte
rok fietsend elfjarig buurmeisje na, dat ze
een hoer was! Dus met duizend eventuele probleemjongeren te vermelden,
benoemt De Wever nog niet eens het topje van de ijsberg. De authentieke
Antwerpenaar, die in den beginne al die vreemde culturen en mensen wilde
omarmen, zag het gebeuren, keek ernaar en zweeg want anders kletste de
nieuwkomers gesterkt door de linker achterban onmiddellijk met de woorden
racist en racisme rond zijn oren.
En dan vandaag hebben wij opnieuw
een terroristische islamaanval in de Londense metro via de satelliet
binnengehaald. Gelukkig geen doden, maar toch weer een aantal mensen die door
die religieuze islamterreur voor het leven getekend zijn. Verdriet,
verontwaardiging en ongeloof troef!
Maar het is niet alleen
ergernis via de satelliet tv. Soms is het ook heel erg lachen. Moesten jullie
ook zo gieren om het toneelstukje van de socialistische Waalse politica
Laurette Onckelinx, gekend voor haar viswijvengeroep in de Kamer, die heel
emotioneel kwam verklaren dat ze de politiek vaarwel zegt. Spijtig voor ons nog
niet onmiddellijk, maar dan toch binnen twee jaar. Er vloeiden nu al wat
afscheidstraantjes. Ik moest vooral lachen om de passage, waarmee ze heel
emotioneel verklaarde, dat ze zou stoppen voor haar kinderen en terwijl ze een
biggelende krokodillentraan wegveegde, herhaalde zij het nog eens opnieuw, omdat
het bij ons heel goed zou doordringen: ‘ Voor haar kinderen!’ Kom zeg, die
comédienne is binnen 2 jaar een 60 jarige seniorendame..welke kinderen? Nu de
PS door alle schandalen, fraude en graai-evenementen in het Waalse
landsgedeelte zware klappen krijgt, wil deze diva misschien trachten voortijdig
en in alle schoonheid het Franstalige socialistisch zinkende schip te verlaten
en eventuele nog mogelijke beerputten met de bijbehorende rioolputgeurtjes
gedekt houden. Misschien krijgt ze nog links of ‘zeker niet’ rechts ergens een
goedbetaald rood baantje aangeboden. Ik had graag de reactie van, de beste
stuurman die aan PS wal stond , Di Rupo willen zien. Kreeg die een
hartverzakking toen hij over het nakende afscheid hoorde? Hij heeft, sinds hij eerste
minister af en met zijn partij in de oppositie beland is, nog geen Franstalige
bek meer opengetrokken. Hij liet gewoon Laurette mitraillet roepen en tieren. Je
zag hem, maar je hoorde hem niet meer. Twee naast elkaar zittende vriendinnen,
die good cop, bad cop speelden.
Het zal heel stil worden tijdens
de vergaderingen van de Federale regering. Als nu die groene Calvo er nog zijn onvolwassen
kwek wil houden, dan kan er misschien voor de verandering nog eens echt geregeerd
worden. De satelliet tv brengt dus in onze caravan, niet alleen ergernis, verdriet,
verontwaardiging en ongeloof, soms mogen de lachspieren ook nog eens werken. Dag
Laurette rettekentet.
Sim, 15 september Grau du Roi
zaterdag 9 september 2017
DE RARE KAPSELOORLOG
Terwijl de orkanen Harvey en
Irma hevig huis houden, blijft de president van de Verenigde Staten volhouden,
dat er niets aan de hand is met de opwarming van de aarde. Op CNN toonde men,
hoe Trump, de man met een kapsel alsof hij net in het oog van de tornado
gestaan had, omringd door een hoop jaknikkers, de ergste problemen van de
verwoesting zou oplossen. Hij vroeg aan de ganse Amerikaanse bevolking om van
volgende zondag een dag van extreem bidden te maken. De Rode Kruisdame en de
priester die naast hem stonden, riepen nog net geen halleluja, maar zouden
diezelfde avond zonder twijfel gekluste hersens en hoofdpijn hebben van het ja
schudden. De priester begon de Heer te prijzen omdat zijn land toch zo’n fantastische
leider verkozen had. Je kan het dat narcistische miljonairtje bijna moeilijk
kwalijk nemen, dat hij zijn land op deze manier wil redden, want hij is blond,
héél erg blond! Ik ook en mijn kapsel ziet er soms ook erg verwaaid uit, dus
misschien kan ik nog wel een gooi doen naar het volgende presidentschap?
En terwijl de volgende
dodelijke storm over de wereld raast, bijna 6 miljoen mensen moeten geëvacueerd
worden, begonnen ze met zijn allen
samen, inclusief de staatsidioot, op vrijdag al voor televisiekijkend Amerika,
een pregebedje te prevelen omdat God de Vader de dodelijke Texaanse slachtoffers
in de hemel zou willen verwelkomen. Ook nog een gebedje er bovenop om de
overlevenden genoeg sterkte te willen geven om deze catastrofale zondvloed te
kunnen verwerken. Hoe de zondaggebedsdag er zou moeten uitzien is mij een
raadsel. Hoe bid je, als je alles, maar dan ook werkelijk alles verloren hebt
en je tot je navel in het water staat? Wat vraag je dan in je gebed? Vraag je
dan aan die sprookjesfiguur daarboven eventjes waarom hij je hele hebben en
houden verwoest heeft? Of bid je omdat je hem dankbaar bent dat jij nog leeft
en die 47 anderen niet? Vraag je hem dan om je verdronken zoon of dochter daarboven
te omarmen?
Lees juist in de krant, dat één
of andere Amerikaanse nitwit beweert dat dit hele orkaangebeuren
ontegensprekelijk de straf van God is, omdat er homo’s in de wereld zijn en
omdat er ergens in de VS een lesboburgemeester(es) aan het hoofd staat..Hoe
achterlijk kan een volk zijn? Dus
doordat God niet aan het idee kan wennen dat mensen anders kunnen zijn, straft
hij een hele nietsvermoedende gemeenschap. Goed bezig daarboven, beetje
sadistisch niet? Zal de Heer er misschien nog een levensbedreigende tornado
bovenop gooien, een José of een Katia, zodat wat paradijselijke Caraïbische zeespiegeleilandjes van de aardbol gaan verdwijnen?
Miljoenen mensen op de vlucht voor water, wind en verwoesting, let’s pray to
God. Miljoenen mensen alles kwijt, maar er is, volgens de grote staatsleider absoluut
niets mis met het milieu! ’t Is de wil van God! Als nu de Heer met een orkaan
in Florida alleen het golfressort van Trump van de kaart zou willen vegen en de
rest van de bevolking ongemoeid zou willen laten en het Witte Huis een beetje
door elkaar zou willen laten schudden in plaats van weer duizenden mensen in
Mexico door een aardbeving dakloos te maken, dan en ik zeg, dan alleen, zou men
mij misschien nog een beetje aan het twijfelen kunnen krijgen of er daarboven
dan toch iemand iets geniaal aan het orkestreren is …
En terwijl de president van
de Verenigde Staten, nog net niet op zijn knieën, in een journaal voor
televisiekijkende burgers, gebedjes zit te prevelen, stuurt die andere mafkees
aan de andere kant van de wereld, maar eveneens omringd met een nest geïndoctrineerde
jaknikkers, een paar pestraketten de lucht in. De binnenlandse spleetoogtiran
laat zijn bevolking niet bidden, want hij is er stellig van overtuigd dat hij
God zelf is. Weer zo’n randdebiel met een opvallend kapsel, alsof een kernkop hem juist zelf geraakt heeft. Wat
is dat toch met die hersenloze mannen met die idiote coiffures, die elkaar steeds
maar blijven uitdagen? Zijn die regerende haantjes soms jaloers op elkaars
kapper? Wat gebeurt er dan met ons, als er één van die verwaaide kapselmannen,
door een goddelijke ingeving, plots op die rode atoombomknop gaat drukken? Kernexplosie, boem, over en out…en hoe gaat
die oorlog dan de geschiedenis in; De rare kapseloorlog van 2017?
Sim, 9 september 2017 Grau du Roi/Zuid Frankrijk
dinsdag 29 augustus 2017
TROUBLE IN PARADISE
Onze eerste caravanstop, eind
augustus, was camping Les Arches in het zuidelijk deel van de Ardèche. Volgens
het kampeerboekje moest dit een rustige camping zijn, waar kamperen nog echt
kamperen was. Hier zag men inderdaad geen blitse megagrote campers, maar alleen
kleine bescheiden Hollandse caravannetjes en authentieke tentkampeerders. Nog
nooit, op geen enkele andere camping hadden wij zoveel Hollanders in zoveel
verschillende grote bungalowtenten tot mini kruip-iglotentjes bij elkaar
gezien. De kampeerdrift had hier werkelijk toegeslagen en het leek hier wel
alsof Nederland hier zijn dertiende provincie geannexeerd had. Het bleek een
volledige kindvriendelijke kampeerplaats te zijn, waar, volgens ons, de
volledige Nederlandse populatie kleutertuin- en lagere schooljaar kinderen nog vakantie
vierden. Overal zag je kleine blonde
hummeltjes met ma en pa rondstappen met emmertjes, visnetjes, kleine
omblaasbare bootjes en zwembandjes. Met een dam was er in de rivier een fantastische
zwempoel gemaakt. Er was een groot zwembad, diverse zandbakken, trampolines,
voetbal- en volleybalvelden, en om de tien meter een grote speeltuin. Het was
hier een waar kinderparadijs.
Als je als senior nog lyrisch
wordt van kindergelach, geroep, gebrul, gehuil, gejank, gegrien en gekrijs dan
is deze camping the place to be!
Voor de zoveelste keer had ik
weer een allergische reactie op een insectenbeet. Juist op het uiterste puntje
van mijn elleboog, had een paardenvlieg zich weer tegoed gedaan aan mijn
blijkbaar onweerstaanbaar gesuikerde bloed. Mijn gewricht zwol op als een
jeukende oververhitte onplooibare balk, zodat het leek dat ik bij het eender
welke uitleg een soort Hitlergroet bracht.
Het was ’s avonds nog
bloedheet in de caravan. De hitte en mijn opgeblazen rood ellebooggewricht
verhinderden me om in een diepe slaap te vallen. Maar ergens onderweg de nacht
had mijn kloparm dan toch het onderspit moeten delven en was ik onrustig
ingedommeld. Het was nog pikkedonker toen ik in het midden van de nacht wakker werd
door een doordringend gegil. Het was een baby in de tent die naast onze caravan
stond. Het was niet een gewoon huilen maar een gekrijs alsof het kind levend
gevild werd. Ik hoorde de moeder sussen
en na wat kindergesnik werd het eventjes terug stil. Een uurtje later herhaalde
het gegil zich en mocht papa bemoederen. Een half uurtje later een compilatie
van de twee vorige huil- en krijsbuien.
En zo modderde de ganse nacht aan. Doezelen, gekrijs, wakker, doezelen,
gehuil, wakker. Toen rond een uur of vier het licht in de dag kwam, hadden twee
duiven juist op de takken in de boom boven onze caravan besloten om hun
territorium af te bakenen of elkaar het hof te maken. Misschien vertelden ze
elkaar wel: ‘Hoor jij ook het gebrul van dat mensenkind?’ Wie zal het zeggen. Het
monotone roekoekke, roekoekke, roekoekke ging eindeloos door. Met moeite kon ik
mijn moordneigingen onderdrukken. Gelukkig voor die twee roekoerende duiven en
die verdomde huilkinderen was ik eigenlijk net iets te moe om mijn bed uit te
strompelen en, à la minute, iets of iemand te gaan vermoorden. Ik moet toch eventjes
ingedut zijn, want toen ik zo’n uurtje later wakker werd, dribbelden twee pyjamakleuters,
luid zingend van ‘papegaaitje leef je nog ijadeejaa, ja meneer ik ben er nog
iejadeja..’ tussen de tenten en de caravans door. Zij klonken op dit vroege uur
als een veel te vroege ingestelde klokradio. Zij dribbelden achter elkaar aan. Het
brillenjongetje voorop met een plastiek pijl en boog naar de hemel wijzend en
daarachter zijn babyzustertje die haar slaapkonijn aan één oor vasthield en de
rest van zijn al groezelig vuile buikje door het stoffige bruine strogras
sleepte. Toen ze mijn verkreukelde hoofd door het caravandeurtje zagen
verschijnen, stopte de mini fanfare. Broertje verklaarde me ongevraagd, dat
papa een filmpje gemaakt had en dat hij dit straks naar Tante Annie ging
versturen, want die miste hen zo erg. Ook de kleine meid stopte haar paradepas
en begon met een heel ernstig gezichtje een uitleg te doen. ‘Me mama seg ikke
moet doechje, maar ikke eerst spele en dan doechje’. Daarna stak ze haar duim
in haar mondje en trippelde achter grote broer aan.
Rond tien uur zagen we de
ouders van de krijsbaby doodvermoeid, met zulke grote wallen onder de ogen dat ze
er bijna over struikelden, uit hun tentje komen kruipen. Mama was een uiterst
lieve vrouw, die wel duizend keer ’s ochtend sorry kwam zeggen. Toen ik eventjes
informeerde of de baby misschien ernstig ziek was, antwoordde de mama dat zij
normaal nog borstvoeding gaf, maar dat de melktoevoer om één of andere reden tijdens
het kamperen plots gestopt was en dat baby nog niet van plan was om zich op een
andere manier te laten voeden. Zij vond dat het voor ons nog meeviel, driemaal
op rij ’s nachts wakker gegild worden,terwijl zijzelf al meer dan twee weken
niet meer kunnen doorslapen hadden. Toen ik informeerde hoe oud de baby dan wel
was, antwoordde zij, anderhalf jaar. Wablief, één jaar en een half en nog aan
de moederborst?? Hoe haal je het in godsnaam in je hoofd om met zo’n uit de
kluiten gewassen moedermelkbaby, in een oververhitte tent ergens op een bloedhete
Zuid Franse camping rond te kruipen en iedereen rondom je de nachtrust te
ontzeggen? Hoe noem je dat? Eventjes
ontsnappen uit de dagelijkse sleur? Leuk met vakantie? Elke nacht opnieuw dat
gehuil. Ook lekker voor de buren die juist naast je kamperen. Wij dus…Maar manlief
had door alle heisa heen geslapen en begreep totaal niet waarom ik zo krikkel
en moe was. Zalig zijn zij die slecht
horen, want die laten hun nachtrust niet verstoren.
Net toen ik in de namiddag in
de relaxzetel ging zitten in de hoop wat slaap in te halen begon een ander
kindergezeur in stereo. In het huisje naast onze caravan woonden een slome
slakmoeder en een voze raapvader, de ouders van de twee ochtendzangertjes.
‘Mama, gaan we zwemmen?Mama wanneer gaan we nu zwemmen? Maammaaaa gaan we nu
zwemmen?’ Mama keek heel traag op van haar tablet en antwoordde: ‘Vraag het
eens aan papa.’ ‘Papa wanneer gaan we nu zwemmen? Papa gaan we nu naar het
zwembad? Paaapppaaaa, misschien zwemmen in de rivier?’ Papa keek eindelijk op
van zijn smartphone: ‘Ik zal er eens
over nadenken, straks misschien..’ Maar papa!…En toen kwam er ‘Mama ik moet
poepe!’ en plots was er actie, maar gezwommen werd er die dag niet meer, alleen
verder gezeurd! Net toen ik dacht dat het eventjes stil zou zijn, liet een
klein jongetje zich huilend op de campingstraat neervallen. Hij stampte met
handen en voeten op de grond: ‘Ik wil niet naar de tent!’ en dan begint daar zo’n
wollegeitesokkenmoeder, een meer dan een
halfuur durende dialoog met Brammetje. ‘En waarom wil Brammetje niet naar de
tent?’ Gebrul: ‘Ik wil niet naar huis’. ‘We wachten allemaal daarboven op Brammetje,
hoor. Jij bent toch een grote jonge, niet Bram…?’ Brammetje krijste alleen nog
harder. Komt daar ineens een wat oudere man aan, die grijpt Brammetje bij zijn
lurven en roept: ‘Als je nu niet als de sodemieter recht staat en als de
bliksem naar mama en papa’s tent gaat, dan krijg je er verdorie van opa nog een
pandoering bovenop.’ Brammetje schrikt van opa’s gebiedende stem maar huppelt dan
plots gedwee toch richting tent. Eindelijk is het stil..eventjes toch..
Naast onze caravan loopt kleine
zeurzus veel te snel achter een bal aan, struikelt en zet het op een wenen, dan
is het eventjes heel verdacht stil en dan volgt, na de nodige zuurstof inname,
de huilsirene en volgen de waterlanders. Dikke tranen lopen over haar
gezichtje. Grrr Roekedekoe, roekoeke, roekoeke, doen de
duiven. Roekoeke, brul, krijs, gehuil, roekoeke, blèr, jank, jank.. Ik ken nu
ondertussen alle werkwoorden die huilen betekenen. Maar soms kan dat kleine grut je ook enorm
vertederen. Vooral als ze ’s avonds, moe van het spelen en het zwemmen, lichtroze, proper recht onder de
douche uit, met de pyjama aan een fopspeen in het mondje en hun knuffel
richting slaapplek gaan. Soms hoor je dan nog heel ergens in de verte een
tegensputterde huilbui, maar meestal is het na een uur of half negen zalig
stil…
Het gegil van het tietenkind,
dat niet meer aan de tepel kan, weerklinkt weer bij het ochtendgloren…Nog één
nachtje geduld en dan vertrekt deze ex-melkmachine met man en kinderen, net
zoals meer dan de helft van de kamperende Nederlandse invasie, met hun schoolplichtige
kinderen, richting huis ergens in hun overige twaalf provincies. Overal zie je
tenten opbreken, auto’s en caravans worden ingeladen en de modeste sleurhutten verlaten
één voor één het kampeerterrein. Hopelijk wordt het vanaf nu een pak rustiger slapen
op de camping. Het kinderparadijs wordt dan uiteindelijk toch nog het grote
mensenparadijs. Roekedekoe, roekoeke, roekoeke. Ik stuif op uit de zetel en
vorm met mijn rood jeukerige uitgezette arm een vuist naar de twee duiven
terwijl ik roep: ‘Morgen schiet ik jullie uit de boom!’. Als antwoord en dank
scheten de grijze geschelpte pigeons twee
glibberige grijs-witte duivenstronten op onze auto…
Sim, St.
Jean-le-Centenier 25/8/2017
zondag 13 augustus 2017
VAN DE PRINS GEEN KWAAD WETEN
Dus vanaf dit najaar moet
Laurent naar de voedselbank. Eindelijk hebben de Belgische burgers de moed
gehad om ’s lands grootste 'werklozensteuntrekkende' nutteloze sprookjesfamilie
aan de kant te schuiven. Ex vorstenpaar,
ma en pa rentenieren in Zuid Frankrijk of in Italië, met het door ons
gesponsorde, riante familiefortuin. Broer en zus belegden hun dotaties en leven
nu rijkelijk van de intresten. Maar zoals in elke gewone doorsnee familie is er
wel een zwart schaap te bespeuren en dat is nu eenmaal de gewezen prins rebel.
Hij zit gehurkt tegen de muur van het Brusselse Noordstation en zet ietwat
verlegen zijn kleine zwarte hoedje voor zich neer. Reizigers die hem
voorbijsnellen, bekijken hem meewarig. Zij kunnen hem echt niet direct
plaatsen, maar het gezicht van die haveloze dikke dakloze komt hen wel ergens
bekend voor. Is dit een te vroeg uitgedijde werkeloze televisievedette van
Temptation Island? Was het een charmezanger die na één hitje de mist in gegaan
was? Was het een failliete nitwit van het ‘Sky is the limit’ programma? Veel
tijd om erover na te denken hebben deze treinreizigers niet, want de job roept.
Een passant kan zijn ergernis niet onderdrukken en roept: ‘Ga godverdomme
werken zoals wij, in plaats van hier je botten te schuren!” Laurent beseft dat
het helemaal verkeerd afgelopen is. Hij knikkebolt. Hij droomt van dat
fantastische dutje dat hij had, op de Belgische nationale feestdag, toen hij
mee de militaire défilé moest aanschouwen. Geeuwverwekkend saai vond hij dat.
Zijn broer en schoonzus hadden hem verontwaardigd op het Koninklijke matje
geroepen, de halve Belgische koningsgezinde bevolking had schande geschreeuwd,
terwijl de andere helft juichend geroepen had, dat het tijd werd om die vorstenhuisfamilie
eruit te flikkeren. Laurent gniffelt als hij bedenkt dat het ordinaire
burgervolkje nu zelf voor een geldverslindende president zal gaan stemmen. Krijgen ze straks zo’n
Moe Merkel, die alles schafft, aan het roer of zo’n Trump-a-like die al
twitterend en klimaatopwarming ontkennend zijn eigen ondergang bewerkt. Hij heeft voor alle zekerheid zijn
Laurent- twitteraccount snel afgesloten. Laurent begreep het allemaal niet meer
zo goed. Toen hij zijn boekje ‘de hond als gids’ schreef, noemden men hem
vertederend ‘Prins Woef’. Nu hij zich wat op serieuzer diplomatieke zaken had
toegelegd, was men ineens zijn fratsen beu en werd hij plots, ‘de prins met het
hoekje af’ genoemd. Oké, hij was soms eventjes depressief geweest, je zou van
minder met zo’n Koninklijke pokkenfamilie. Hij heeft het nooit ten volle beseft
maar hij werd al eens om één of andere reden kunstmatig in een coma
gehouden. Maar hoe hij ook stuntelde, hij
deed het toch allemaal maar voor België. Aanwezig zijn op de 60e
verjaardag van het Chinese leger, met zijn stichting in het Midden Oosten wat
bomen gaan planten en ja inderdaad, hij had vroeger wat schimmige uitspraken
over de Belgische regering durven maken.. maar om hem hiervoor nu ineens zo te
straffen en zijn dotatie af te nemen!! Dotatie, dotatie, alimentatie, alimentatie,
man, man, man! Hij zucht en denkt aan
zijn drie kinderen die nu bij zijn ex vrouw wonen. Claire werkt terug en dreigt
ermee dat hij zijn kinderen niet meer te zien krijgt zolang hij geen
alimentatie betaald! Hij kan toch moeilijk reclamefoldertjes in de brievenbussen
gaan steken, aan de lopende band gaan staan, achter de vuilkar gaan lopen, want
hij kent niets! Hij is alleen een steuntrekkende prins geweest.
Hij zakt wat verder weg tegen
de stationsmuur en mijmert over zijn tijd in villa Clémentine. Waar was de tijd
toen hij hottel de bottel verliefd was op dat zwartharige fotomodel-
zangeresje. Die wist van wanten! Hij was
voor haar de prins op het witte paard. Jarenlang
heeft het Belgische volk zijn hypocriete vader onderhouden. De koninklijke
schuinsmarcheerder, die het vertikte om zijn liefdeskind te erkennen en juist
deze, naast de pot pisser, had het lef om een stokje voor zijn kikkerprins romance
te steken.
Als kind werd hij telkens bij
oom Boudewijn en tante Fabiola gedropt. Elke dag als hij eens wat kattenkwaad
uitgehaald had, moest hij op zijn blote knietjes in de Koninklijke kapel voor het grote
christelijke kruis om vergiffenis vragen voor zijn zonden. Heel zijn leven
lang, voor alles wat hij zei, deed of dacht heeft hij tegen iedereen sorry moeten
zeggen..
Hij kijkt in zijn hoedje waarin
alleen een luttele hoeveelheid koperen centjes liggen. Hij kruipt omhoog, trekt zijn te smal
geworden jas wat dichter rond zijn buik en wankelt onzeker richting
Maximiliaanpark. Hier schuift hij mee aan, met de honderden vluchtelingen aan
de voedselbedeling van de ngo’s. Hij voelt zich wat onwennig tussen al die
zwarte transitmigranten. Slapen in het park durft hij nog niet. Als straks de
honger Afrikaantjes te weten komen dat hij een directe familiebloedband heeft
met de Congo uitbuiter, de exploiterende, handen afhakkende Koning Leopold II, gaan
de poppen aan het dansen. Waar kan hij, als ex prins, asiel aanvragen? Ma en pa
hebben hem verstoten en dobberen bruinend op hun jacht in de Middellandse zee. Broer,
schoonzus, zus en schoonbroer kijken hem met de nek aan. Zij hebben zich een
jetset leventje toegeëigend. Alleen zijn halfzuster Delphine wil hem nog
kennen, maar alleen dan als hij zijn dna wil afstaan. Wie wil hem nog? Wie wil
deze kikkerprins nog kussen? Ach volgens hem hebben de Belgische burgers het
prinsenkind Laurent prematuur met het badwater weggegooid! Hij, Laurent van
België had een fantastische koning geweest!
zaterdag 5 augustus 2017
VAN DIE BOER GEEN EIEREN!
Eindelijk is ma kip afgekickt
van haar dioxineverslaving of moet ik zeggen, afgekipt. Zonder dat er een haan
naar kraait, worden er duizenden kippen door zo’n pluimveehouderboertje in één
ruimte bij elkaar gedreven. De kakeldames staan daar pluim tegen pluim en als
ze hun pootjes twee centimeter willen verzetten botsen ze tegen elkaar op, dat
noemt de boer dan scharrelen. Dus vandaar de naam: scharreleieren. Scharrelen,
foefelen en leggen zoals de kiekens, zonder papa haan. Zij drummen en lopen als
kippen die hun ei niet kwijt kunnen. Door het plaatsgebrek pikken de hennen
elkaar kaal, maar dat pikt de boer niet. Zelfs een kale kip kan nog leggen! Moederkloek
is er nog steeds van overtuigd, dat zij met elk legsel voor haar nageslacht
zorgt, terwijl ze echter alleen aan onze voedselketen doneert. En nu heeft die
kiekenboer ontdekt dat er een luis in de pels zit..de leghennen hebben bloedluizen
in de pluimen! Niet echt luizen, maar vogelmijten die zich overal in hun
kippenparadijs nestelen. Bloedluizen
vormen een vervelend probleem voor de kippenhouders. Kippen die gebeten worden,
leggen daardoor minder eieren en dat betekent op termijn dat de scharrelkweker
minder in het laatje krijgt. Om te
voorkomen dat de eierenboer, zonder actie te ondernemen zijn kip met de gouden
eieren zou slachten, koos hij snel eieren voor zijn geld. Als een kip zonder
kop gaf de Nederlandse kiekenbaron zijn scharrelkippen een ‘anti bloedluis
bestrijdingsmiddel Fipronil douche’. Nederland stond op zijn kop! Volgens het
Nederlandse voedselagentschap was er Fipronil vergif in de eitjes
terechtgekomen en dat was gevaarlijk voor de volksgezondheid. De Belgische
pluimveehouders zouden het gifbadschuim niet over hun kakelhennen gesproeid
hebben maar er alleen de nesten, zitstokken en voederbakken in de kippenhokken
mee behandeld hebben. Toch kwam er een hoeveelheid mijtenshampoo in onze
Vlaamse eitjes terecht. Het Belgisch Voedselagentschap, dat al meer dan twee
maanden hiervan op de hoogte was, beweert echter dat er met onze eitje niets
gevaarlijks aan de hand is. Wij mogen lustig ons gekookte eitjes blijven
uitlepelen en probleemloos ons cholesterolgehalte blijven opdrijven. Als U dan
zo, ’s zondagsmorgens uw reepje brood in de gele dooier duwt, denk U dan nu ook
niet spontaan aan een geel zwavelmeer? U
kan er vergif op innemen dat U onmiddellijk verbanden gaat leggen met de
volgende eigerechtjes: Opgelet, dit wordt een kippenboeren-gif-omelet! Of er is
geen smaakverschil aan een roerei met Fipronil. Of een broodje Russisch ei op
een bedje van sla met mijtenvergif. Ei
benedict, ‘t is nu geen mosterd maar Fipronil dat pikt. Gebakken paardenoog, sunny
side up, met snuifje zout en gemalen mijtenkorrels. En als dessert meringues
met bloedluizensuiker.
De Fipronil fraude is stukken
groter dan gedacht. De pluimveesector beweert dat de kippenboeren heel goed
wisten waarmee ze bezig waren en nu worden de voor de bevolking ‘onschadelijke’
vergiftigde eieren alsnog uit de Belgische winkelrekken gehaald en preventief vernietigd.
Zijn wij zulke zachte eitjes
geworden, dat wij alles letterlijk en figuurlijk blijven slikken?
Dioxinekippen, gekke koeienbiefstukken, slechte kwaliteit olijfolie met een
label van extra virgine, hinnikend paardenvleesgehakt in de rundvlees-hamburgers
en diepvrieslasagnes, salmonella in de zalm,
nepchianti in de wijnrekken, kortom fraude, list en bedrog op ons bord…en dit alles
voor het grote geld.
En dan stellen wij ons plots
de vraag, waar komen toch al die kankers vandaan? Ach ik heb deze ochtend
lekker een zachtgekookt eitje weg gesopt en ik voel me nog steeds kiplekker en
U??
Sim, 5 augustus 2017
zondag 16 juli 2017
DE HEILIGE KOE
Nog maar een paar jaren
geleden, bevestigden wij onze fietsen achter aan de auto vast en reden richting
één of ander fietsparadijs. Nu, vandaag de dag, draaien wij onze straathoek om
en staan in de file. Of je nu rekening houdt met de huis- werk- spitsuren of
niet, om de hoek sta je stil. Want er zijn veel teveel mensen en veel teveel
auto’s. Als wij op familiebezoek willen gaan,
van de zuid- naar de noordkant van
Antwerpen, rekenen wij er sowieso al een half uur extra rijtijd bij, want je
mag door de drukte op de autostrade op sommige stukken nog amper 70 km, in
plaats van de toegelaten 120 km, per uur rijden. Kriskras wriemelen de wagens
van het ene naar het andere baanvak, want het lijkt er immers altijd op, dat waar
jij rijdt het veel trager en soms helemaal niet vooruitgaat. Met een beetje
geluk rij jij zelf juist voor die ene wegpiraat die zigzaggend, zelfs over de
pechstrook, van rechts naar links een ongeval uitlokt en de autobaan na zich, in
een regelrecht compleet verkeersinfarct achterlaat. Want er zijn teveel mensen,
teveel auto’s, teveel files en teveel wegpiraten . Als je vanuit het Antwerpse
een daguitstapje naar de Belgische kust plant, moet je alle inzittenden voor de rit onderweg van een noodrantsoen
eten en drinken voorzien. Al snel wordt het drie uren autostradebumperen in de
blakende zomerzon. Gezellig kleef je uren achteraan dezelfde auto, waar lieve
kindjes door de achteruit wuiven, obscene gebaren maken of je het vingertje
geven. Per meter vooruitgang, houd je het hart vast, want in de
achteruitkijkspiegel, zie je telkens die vrachtwagenmastodont gevaarlijk dicht
achter je bumper remmen. Als je twee linkerbaanauto’s voorbij treuzelt, kom je
steevast telkens opnieuw naast die ene neuspeuteraar of die rijdende daverende
discobarbolide te staan. Op de autoradio kwebbelt een stem een tiental minuten de
verkeersinformatie en alle files aan elkaar. Zij vertelt je, veel te laat,
juist voorbij die ene afslag, waar je het beste de autostrade kon verlaten. Volgens
de radiodame zou je dan uiteindelijk langs de gewestwegen, door steden en dorpjes,
via rotondes en verkeerslichten sneller je eindbestemming kunnen bereiken. Wie
had er jaren geleden gedacht dat het woordje “snelweg” de autolading
helemaal niet meer zou dekken. Want er zijn teveel mensen, teveel auto’s,
teveel files, teveel wegpiraten en teveel vertragingen. Als je de pech hebt dat
je gemeente bestuurt wordt door een “Groene”, dan zie je al snel dat alle
tweebaanswegen, waar je vroeger vrolijk door kon rijden, herschapen worden tot
één- baanvak trajecten waar, de kop staart aanschuivende auto’s, de bestuurders
met de meest uiteenlopende uitlaatgassen elkaar trachten te vergiftigen. Want
er zijn teveel mensen, teveel files, teveel wegpiraten, teveel vertragingen en
teveel versmallingen. Ook in onze achterafstraten worden er, om het verkeer te
vertragen, veel te hoge drempels aangelegd, waarover je, als je er iets sneller, dan de toegelaten 30 km per uur, overheen gaat, als een stuntrijder omhoog
gekatapulteerd wordt. Een ietwat geoefende fietser zoeft je met zijn twee
vingers in zijn neus vrolijk voorbij. Want er zijn te veel mensen, teveel
files, teveel wegpiraten, teveel vertragingen, teveel versmallingen en teveel
drempels. Nu moesten wij laatst van Edegem richting Boechout rijden om iets uit
de caravanstalling te halen. Maar in de gemeente Hove, die er juist tussenin
ligt, presteerde men het, al meer dan anderhalf jaar, overal wegdek- en
rioleringswerken tegelijkertijd uit te voeren en allerlei omleidingen uit te
stippelen. Langs dit omleidingsparcours stonden er, om en om, langs beide kanten
van de rijbaan overal ineens gigantische betonnen geel geschilderde bloembakken, zonder
enige reflecterende signalisatie. Als een rallyrijder moest je door de velden,
tussen de boerderijen en recente nieuwbouwwijken slalommen. Bijna verwonderlijk
dat hier ’s nachts niet meer bloempotcrashes voorkomen. Een ritje dat je,
normaal ruim berekend, op maximaal 20 minuutjes reed, duurde nu meer dan één
uur en twintig minuten. We hadden het gevoel dat we heel Vlaanderen gezien en
bereden hadden, want ergens onderweg was er in geen einde en verte nog een
omleidingssignalisatie te bespeuren. Verder wordt je ook constant door een
doemdenker weerman aangemaand niet met je wagentje de weg op te gaan als er
ergens ten lande een onweersbui of sneeuwvlaag kon vallen of indien bevroren ijzel het wegdek in een ijsbaan kon veranderen. De strooiwagen kan dan immers
ook niet strooien, want hij staat in de file. Als je dan toch, op eigen risico,
meer varend, schuivend en sleerijdend, besluit met je auto aan te sluiten aan de
meest dramatische langste file ooit, dan kan je alleen maar hopen dat je zonder
enige blikschade je eindbestemming bereikt.
Ook in Antwerpen graaft men
alle straten tegelijkertijd open. Het is zelfs zo erg dat mensen die in de
haven werken nu niet meer met de auto op hun werkplek geraken, zonder eerst een
rondje sightseeing fileleed te ondergaan. Sommigen hebben, uit pure ellende,
zich een elektrische fiets aangeschaft waarmee ze langs de omgespitte putstraten
kunnen manoeuvreren. Want er zijn teveel mensen, teveel files, teveel
wegpiraten, teveel vertragingen, teveel versmallingen, teveel drempels,
bloembakken en teveel omleidingen. En juist nu wordt die brug over het kanaal
afgebroken, die ene brug die voor de inmiddels helft fietsende Antwerpenaren
een behoorlijke shortcut bleek te zijn. Tot maart volgend jaar moeten ook de
E-bike trappers een alternatieve fietsroute uitdokteren. Als je dan toch
besluit, omdat je fiets ergens gepikt werd, opnieuw met je autootje richting
stad of haven te pendelen, ben je uren zoet met het vinden van een
parkeerplaats. Je bent in een wip een fortuin kwijt aan parkeergarages,
parkeermeters of boete schrijvende parkeerwachters. Want er zijn teveel mensen, teveel files, teveel
wegpiraten, teveel vertragingen, teveel versmallingen, teveel drempels en
bloembakken, teveel omleidingen en te weinig gratis parkeerplaatsen. Als enige
tijdrovende alternatief heb je dan nog het openbaar vervoer. Dus je stapt op bus
en tram en laat je statussymbool onbewaakt op je oprit of in je straat
geparkeerd staan. Bij je thuiskomst kan je dan alleen maar vaststellen, dat
tijdens je afwezigheid, dieven, je
velgen, je voor- of achterbumpers van,
en je gps- systeem, je radio, zelfs je airbag en stuur uit je auto
gestolen hebben. Je auto-onderdelen rijden nu vermoedelijk, gedemonteerd, in
een Oostblokvrachtwagentje richting rommel- of zwarte markt . Want er zijn
teveel mensen, teveel files, teveel wegpiraten, teveel vertragingen, teveel
versmallingen, teveel drempels en bloembakken, teveel omleidingen, te weinig
parkeerplaatsen en veel te veel crapuul. Je wordt nog aangemaand om een nieuwe
minder vervuilende auto te kopen, zodat je zonder problemen in de Antwerpse
lage emissie zone binnen mag, maar je kan er nergens meer mee rijden, laat
staan parkeren! Iedere burger zijn eigen auto. En daarom staan we nu met zijn
allen uren met onze auto’s en camions benzine verdampend in de rij, stil, heel
stil, onbeweeglijk, onveranderlijk, roerloos, stokstijf stil…
En juist op het moment, als
je dan uiteindelijk uit pure ellende beslist om je auto dan maar aan de kant of
in je garage te laten staan, je de wandelschoenen wil aantrekken en te voet in
de omgeving wil gaan rondstappen, valt er de jaarlijkse autoverzekering en de autobelasting
in de brievenbus, de heilige koe moet gemolken worden….Want met die taks moet
men de straten vernieuwen, versmallen, overal drempels en bloembakken plaatsen,
omleidingen aanleggen, weg- en rioolputten graven, aan elke nog vrije
parkeerplaats parkeermeters plaatsen en de lonen van de parkeersmurfen betalen..
Sim, op zondag wandelend door
Edegem 16/7/2017
maandag 10 juli 2017
STRINGELING
Het is midden juni en de
oceaan is al behoorlijk opgewarmd. Het is de eerste keer dat wij zo laat op het
seizoen op Tenerife zijn. Voor het eerst zien we de lokale bevolking tijdens de
weekeindes naar de strandjes naast het stadje Las Galletas afzakken. In de voor
ons, in de winter, zo verlaten kreekjes krioelt het nu van locals met tentjes,
picknicktafels, bbq’s, kinderen en honden. Bijna nergens op de toeristische
stranden van Los Cristianos of Playa, zag je ze, maar hier kan je er niet naast
kijken. Het lijkt plots alsof de tijd hier een 3decennia heeft stilgestaan. De
revival van de monokini-string !
Zo’n dertig jaar geleden
moesten wij vrouwen op de zuiderse stranden
allemaal met de billen bloot. Nu hadden wij eerst jaren besteed aan het
bruinen van onze twee koplampen en nu kwam daar zo’n blote-gat-mode bij.
Alvorens wij onze eerste
stappen met zo’n kontreepje op een zonnig strand zouden zetten, gingen er eerst
maanden van voorbereiding aan vooraf. Er werd gedieet, vetverbranders,
hongerstillers en waterafdrijvende pillen geslikt. Wij gingen naar de fitness
en onder de zonnebank en tubes zelfbruinende crèmes en tonnen afslankzalven werden
tevergeefs over striemen en cellulitis gewreven, om toch maar straks met dat
strakke kontje langs de vloedlijn te kunnen lopen. Maar doordat onze
vooruitstekende en achterste lichaamsdelen praktisch nooit voorheen aan de zon
blootgesteld werden, bleven ze dan ook, al onze inspanningen ten spijt flauw
roze afgietsels in plaats van een Cécémelk- kleurige borstpartij en een krokant
chocoladebruin poepegatteke.
En dan was daar eindelijk het
vakantiemoment, dat je op de allereerste dag in monokini met je allereerste
reetveter en met je alsnog uiterst melkwitte toeters en je marmerwitte
krentenbroden in de brandende zon richting zee kon schuifelen.
Als je na het zwemmen als een
halfblote nimf uit de golven herrees en je de sexy, geile machoblikken van de
mannelijke zonnebaders langs je lichaam voelde glijden, ging je heupwiegend
terug richting strandhanddoek. De ellende begon maar pas als je je per ongeluk
naast je badhanddoek in het warme zand liet neervallen. Nat zand schuurde van voor
naar achter tussen je zwetende twee konthelften en maakte je doos en je plooirokje tot gloeiende vulkaanrandjes. Je kon aan die gatflosser trekken zoveel je wilde, met elke beweging striemde de binnenkant van je dijen van blaarroze tot ‘rauwrood’. Na een dagje zonnen kan ik jullie verzekeren
dat de aftocht met je twee flashy voorbumpers en een duo knalrode krentenbollen
richting douche een martelgang bleek te worden. Het leek alsof er een
fietsketting tussen je twee halve manen op en neer ging. Al meteen na de eerste
stranddag werd het stringmarteltuigje verbannen en kwam de oerdegelijke bikini
terug uit de koffer.
En nu, op dit Tenerife strand,
leek het alsof de modewereld eventjes 30 jaar had stilgestaan of dat deze
Canarische dames de renaissance van de string een nieuw leven inbliezen. Een
nieuwe tendens was gezet. Er waren geen bikini ensembles meer te zien, maar de boven-
en onderkanten moesten minstens in twee totaal verschillende kleuren of diverse designs hebben.
Jong, oud, anorectisch,
mager, perfect geproportioneerd, mollig, dik en moddervet, iedere vrouw met een
tatoe op zijn gat had zich in een monoreepje gewurmd. Tatoeages van een
scheelogend madonnahoofd, een Jezus of indianenkop, een christelijk kruisbeeld,
Micky Mouse (die volgens mij eerder vooraan had moeten staan), een adelaar, hartjes
met letters, allerlei bloemen en onleesbare tekens versierden de halve manen.
Soms was de tatoeage-inkt zodanig uitgelopen, dat er alleen nog een handgrote
blauwzwarte vlek op de kwabberkonten te zien was. Diegenen die zich nog niet
aan het kontkoordje waagden, hadden tekens en teksten op hun armen, buiken of
kousenbanden op hun benen staan. Het was onsmakelijk leuk als je zo’n vier prentenboek
beschilderde stringelings naast elkaar met de voeten in de branding zag staan.
Een beweeglijke cartoon. Nog leuker werd
het als ze zich naast elkaar in het water en daarna in het warme zwarte
lavazand lieten zakken. Daarna was er altijd wel een Spaans machomannetje dat
zich overgaf aan de plaatselijke sport, het naar elkaar gooien van zwarte
lavamodder. Frunnikend aan het schurende
konttouwtjes en met een pijnlijke grijns liepen ze over de vulkaanstenen terug
naar hun strandplaatsjes.
Ik had meteen een
binnenpretje. Ik wist al hoe hun dag zou eindigen..net als de mijne zo’n 30
jaar geleden, met woest ontstoken dij binnenkanten…vanavond zou er niet gevogeld
worden.
Sim, zonder string, terug uit Tenerife 8/7/2017
zaterdag 24 juni 2017
WANNEER GAAN DE 'GELOVEN' ER EINDELIJK AAN GELOVEN?
Elke week lezen wij in de
kranten of horen wij op het journaal wel items waar spontaan onze broek van afzakt. Als ouders,
voor het beginnen van het is eender wettelijke Belgische vakantie, hun
schoolgaande kinderen enkele dagen vroeger thuishouden, omdat dan de
vliegtuigreizen nog betaalbaar zijn en omdat het dan een goedkoper vakantiebudget
betekent, juist dan wil de Minister van Onderwijs dit absenteïsme bestraffen.
Als het Islamitische Offerfeest juist voor de eerste wettelijke schooldag in
september valt, dan gaan sommige scholen de aanvang van het schooljaar enkele
dagen later laten starten!! Begrijpen wie begrijpen kan. Duidelijk twee maten
en twee gewichten! Als er in Londen een volledige woontoren afbrandt, is er in
einde en verre, zelfs geen eerste minister te bespeuren om met de slachtoffers
te praten. Als er een Brit aan een moskee een aantal islamieten omver tracht te
kegelen, dan staat daar ’s anderdaags kroonprins Charles op de drempel om met
de plaatselijke imam te overleggen. Dit zijn zo van die ‘desintegratiepamperregeltjes’
die de autochtone Europeanen in de gordijnen jaagt.
Deze week blies Islamitische
Staat hun eigen werelderfgoed, hun toren van Pisa, de scheve moskee van Mosoel
op. Het was duidelijk een explosie die van onderaan kwam en geen bombardement,
waarvan ze beweren dat de US of de coalitie ze uitgevoerd zouden hebben. Is dit
misschien een voorbode van een aantal in de toekomst, IS aanslagen op Roomse
kerken? Ach IS strijdertjes, maak geen onschuldige slachtoffers! Ergens in
Midden Europa ligt het rijkste ministaatje ter wereld. Daar zit zo’n Rooms
Christelijk kliek in een basiliek, volgens de islam ‘ongelovigen’ pedofielen,
homofielen en seksloze mannen bij mekaar…Oei,
oei, Ik werd duidelijk slecht begrepen, want ik las juist deze ochtend in de
krant dat een groep terreurbomgordeldragertjes de Grote Moskee in Mekka wilden opblazen.
Jezus..ik bedoelde bij MEKAAR en
niet MEKKA!Vindt jullie grote baas
het nog steeds oké, dat jullie elkaar nu beginnen uit te moorden?
Nergens horen wij of ze zelf
nog in de moskee van Mosoel aanwezig waren. Het gaat daarboven in de Allah-
hemel uitzonderlijk druk worden. Ik kan best begrijpen, dat de 72 maagden, bij
het horen dat er weer zo’n 150 à 200 uit elkaar gereten martelaren, naar boven
komen zweven om hun orgasmen op te eisen, acute of chronische hoofdpijn of
zelfs migraine gaan voorwenden. Of spreekt men al van maagden als het om acht-
en negenjarige kinderen gaat? Zat daar een
paar eeuwen geleden toch niet zo’n pedofiele moslim, met een negenjarig
kindbruidje in de woestijn de ware islam te prediken? Moesten daarom de vrouwen
volledig gesluierd rondlopen omdat hij het aanzicht van een echte vrouw niet
kon verdragen?
Wanneer gaan ‘de geloven’ er nu eindelijk eens aan
geloven?
Nog nooit werden er zoveel
oorlogen gevoerd, waren er nooit meer religieuze vluchtelingen en werden er mensen
vermoord, als in de naam van één of ander geloof!
Vanaf het moment dat de
mensen op aarde kwamen en ze hun één hersencel probeerden te gebruiken, moesten
zij in iets bovennatuurlijks kunnen geloven. Zij konden zich niet inbeelden,
dat er niets meer na dit leven kwam. Dat zij gelijk waren aan de olifanten,
tijgers, koeien, varkens, vogels, muggen en vliegen. Dat, gedaan ook daadwerkelijk
gedaan was. Dus als er ergens een schizofrene stemmen horende jandoedel, in een
barre zandvlakte wat stond te oreren, zagen ze er onmiddellijk het teken van de
hemelgoden in. Al diegenen die daar macht en geld inzagen, applaudisseerden op
de achtergrond mee en zochten stante pede naar een welwillende uitgever om een
paar horrorsprookjesboeken uit te geven,
die als leidraad door het godvrezend volkje
moesten gelezen worden. Wie er
nadien op het idee gekomen was, dat Roomse Katholieke mannen niet meer mochten
neuken, is een raadsel. Welke gezonde man doet vrijwillig afstand van het
plezier dat God aan hen geschonken heeft..’gaat en vermenigvuldig U’…
Als dan zo’n religieuze
kerel, zonder ooit gepijpt te zijn geworden, na jaren van devote onthouding, uiteindelijk
de pijp uitgaat met zijn eerste en waarschijnlijk ook zijn laatste orgasme,
denk hij dan niet; “Hoc notum nisi me!”
Had ik dat maar geweten!
De Joodse, moslim,
gereformeerde en evangelische antiseks verenigingsregeltjes, die zeggen dat er voor
het huwelijk niet aan elkaar gefrunnikt mag worden, zijn toch werkelijk om te
lachen. Eens deze godsvruchtige jongeren het boterbriefje kunnen klasseren,
gaan ze als konijnen te keer en proberen op zo’n kort mogelijke tijd zoveel
mogelijk toekomstige geïndoctrineerde kindjes op de wereld te zetten, die er dan
weer voor moeten zorgen dat hun godvrezende clubregeltjes nog eeuwen blijven
bestaan.
Hoeveel pretentie moeten deze
religieuzen hebben om te beweren dat alleen hun godsdienst de enige echte
religie is en hun god de enige ware.
Hoeveel arrogantie om te pretenderen
dat atheïsten niet kunnen weten dat er geen God en geen hemel is en dat zij dit
dan maar eens zouden moeten bewijzen...Imaging there is no heaven, above
us only sky! De ongelovigen moeten het grote niets bewijzen??
Heeft Einstein soms zo’n een natuurwet uitgevonden? Dit bewijs
vragen de vrome simpele van geest, die overtuigd zijn, dat er in de Allah-
hemel, telkens een verzameling van 72 nieuwe maagden klaarstaat die hun
uiteengereten, gebombardeerde en afgestorven ledematen alsnog moeten proberen te
bevredigen. Door joden, die hun volledige leven in functie stellen van het hun
beloofde hiernamaals. Door kerkse mensen die nog steeds geloven dat er eeuwen
geleden een loebas opstond die water in wijn kon veranderen, die met een
simpele handoplegging mensen kon genezen, over water kon lopen, zijn grafsteen
kon opzij duwen en vleugelloos ten hemel ging…Ja inderdaad ook de atheïst kan
ergens in ‘geloven’; in de natuurwetenschappelijke verklaring en bewezen
evolutietheorie. En spijtig genoeg lijkt, volgens ons, de evolutie van de mens
stilaan de verkeerde kant op te gaan..terug naar af.
Maar gisteren gebeurde er
iets verbluffend, manlief riep God aan! Ik dacht eventjes dat de hemel zou
invallen. Wij hadden ons huurautootje ergens geparkeerd en waren met stoeltjes,
parasol, pak en zak de lavaheuvel naar het strand afgedaald. We hadden net onze
strandstoeltjes opengeklapt, toen manlief zijn short wou uitdoen en aan mij
vroeg op ik de autosleutel had..Niet dus..en toen gebeurde het! Manlief riep, God,
God, godmiljaarde, God, godverdomme, godjummenas er is een gat in de zak van
mijn short. Zonder iets tegen mij te zeggen, keerde manlief terug op zijn
passen, klom, terwijl het 35 graden in de schaduw was en met anderhalve
revalidatielong terug de helling op. Ik berustte al een beetje in het lot, want
door de jaren heen waren er al diverse, petten, truien, mobieltjes, sleutels en
autosleutels ergens ten velde verdwenen, maar soms ook wel al eens
teruggevonden. Na een tiental minuten stond manlief, als Mozes, terug boven op
de berg en wuifde met in de ene hand de autosleutel en aan de andere hand een
opwaartse duim..Als je maar hard genoeg roept, helpt God misschien soms wel een
beetje, of niet?
Sim, Tenerife 24/6/2017
Abonneren op:
Posts (Atom)