Dit jaar gaan we met de
voorjaarsvakantie niet met onze krent in het warme Zuid Franse zand zitten,
maar opteren we voor een “slankmakende”(hmm hmm) wandelvariatie in de Vercors,
de Drôme-Provençal en de Alpen. Overal in Europa viert men het einde van de
tweede wereldoorlog en de bevrijdingsdagen. Hier in Frankrijk viert men dit op
8 mei en dit levert samen met de feestdag van 1 mei, de Fransmannen nu voor de
tweede keer een verlengd weekeinde. Bij zoveel vrije tijd krijgen de
Fransmannen onmiddellijk een opstoot van groepsactiviteiten, teambuilding en het
daarbij horende kuddegevoel. Terwijl wij van de Vercors richting de Provence
rijden, bromt ons een groep van een 25tigtal ouderlingen op zware moto’s voorbij.
Op een bepaalde mijlpaal in hun leven
moesten zij een indringende keuze maken: een minnares of een moto. Vermits de
meeste van deze grijze koppen het seksuele geile hoogtepunt al ruim voorbij
zijn, hijsen ze zich liever in een lederen pakje, met doodshoofden op de rug en steken ze een
Harley Davidson of een zware BMW tussen de benen.
Alvorens het enige vervoer op
hun oude dag, een rollator of een volautomatische scootmobiel wordt en ze de
rest van hun dagen gepamperd tussen bejaardengezeur moeten slijten, willen ze
nog eenmaal in groep de macho uithangen en van een zweempje voorbije jeugd genieten.
Vanuit de tegenovergestelde
richting komt er een kudde hoogrode fietsers met veelkleurige helmen de berg
opgezwoegd. Een vijftiental mannen dragen blauwe, gele, rode, roze en bolletjestruien
met op de rug de naam van de sponsors,
‘Le Bonbon, Le meilleur nougat de
Montelimar en Carrefour’. Hoe ouder de fietsers, hoe meer de pedaaltrappers
over de weg zwijmelen en hoe groter de afstand tot het vooruit sprintende peloton
wordt. Dit is nog maar een oefenwedstrijdje, morgen gaan ze met zijn allen de
Mont Ventoux op.
We stallen onze caravan in
Buis-le-Baronnies, een toeristisch Provençaals stadje in de schaduw van de Mont
Ventoux en het Mekka van de bergbeklimmers. Overal zie je ze tegen de steile
berghellingen aan de touwen hangen.
Voor de lila- blauwe
lavendelvelden is het nog te vroeg op het seizoen, maar de Provence zorgt voor
een explosie van allerlei andere geuren. Het aroma komt je tegemoet..als je het
deurtje van de caravan opendoet..het is de lente! We wandelen in een Van Gogh
schilderij tussen eeuwenoude knoestige olijfbomen tussen grote velden blauwe
irissen, bloedrode papavers en purperrode valeriaan. Heel het wandeldecor, met
zicht op de Mont Ventoux geurt naar moerbeibloemen en naar bloesems van acacia-
en seringenbomen. De blaadjes aan de lindebomen komen frisgroen kijken en de
fruitbomen vormen na hun roze bloesemknoppen hun eerste kleine groen- rode
vruchtjes. Bloeiende tijm, rozemarijn en grote struiken gele brem trillen van
de zoemende bijtjes die op de honinggeur afkomen. Geen enkele grote ‘neus’ van
de parfumstad Grasse kan zo’n prachtig delicaat geurenpallet samenstellen.
Als we van de wandeling
terugkomen, zijn er op de camping een aantal weekeindtoeristen in de bungalows getrokken
en staan er overal minitentjes van de jonge klimmers. Schuin over ons is een familie grootouders,
ouders en kleinkinderen gearriveerd. De opa, pappie, is een schriele vent die
met een fotocamera en een ADHD- ritme non stop van de ene naar de andere kant
van de camping spurt. Hij draagt een veel te ruime geruite short met daarboven
een kleurrijke t-shirt met bloemen en dolfijnen. In zijn open sandalen draagt
hij witte sokken. De oma is van een gans ander kaliber. Eerst zie je twee
tepels en vijf minuten later komt daar de rest van mammie, gekleed in een
zilverglanzende jurk, achteraan. Hoe kunnen zo’n kleine voetjes, magere
beentjes en dunne billen, een tegengewicht bieden voor zo’n bombastische
voorkant. Hoe komt het dat mammie, met zo’n bos hout voor de deur, niet alle
twee passen frontaal tegen de vlakte gaat? Dit is wat wij in Antwerpen “veel
volk in de statie’ noemen. Veel volk? Een gans Centraal station van Antwerpen
of Amsterdam volgepakt met een massa drammende reizigers, roltrappen vol, hun
neuzen gedrukt tegen de glazen inkomdeuren. Er kan geen passagier meer bij. Ik
veronderstel dat zij een Lola Ferrari beha- model met ingebouwde katrollen
draagt. Manlief spiedt vol ongeloof en angst naar dit natuurfenomeen. Hij
vergelijkt mijn, sinds de overgang al flink toegenomen beha- maat met de
voorbij deinende tietenmassa. “Hoe kan
een man daar aan beginnen zonder te verdwalen op deze Mount Everest? Je hebt
minstens een pikhouweel, koorden en de nodige musquetons nodig om deze
vleesberg te beklimmen! Niet moeilijk dat pappie als een ‘vliegende Fransman’
over de camping raast!”
De 30 jarige zoon werd waarschijnlijk tijdens zijn jeugd erg met de
omvang van zijn moeder gepest en heeft zich uit frustratie volledig laten vol tatoeëren.
Hij draagt een zwart ‘marcelleke’ en het kruis van zijn jeansbroek hangt tussen
zijn knieën. Hij is kaalgeschoren en alleen een klein sikje haar siert zijn
kin. Op een gezapig tempo verslijt hij de onderkant van de uitgerafelde
jeanspijpen. De twee- en vierjarige
kleinzoontjes zijn langs de zijkant kaalgeschoren en hebben nog alleen een kaketoekuif boven op hun hoofdjes. Ze lijken zo uit een indianen-
sioux- film weggelopen. Mama is een kleine magere grijze muis. Ze past helemaal
niet in dit driedaags familie-uitje, maar wie weet staat ze bol van speciale
slaapkamerwensen. Onze televisie- modegoeroe, Jani zou bij het zien van deze
hotemetoten een spontane hartverzakking krijgen.
Na twee brugnachtjes is de
rust op de camping teruggekeerd. De tentjes en campers zijn verdwenen, de
chalets terug onbewoond en de kuddes zijn terug naar huis afgezakt. De Provence
geurt weer uitsluitend voor ons beidjes!
Sim, 10 mei 2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik hoor heel graag van jullie wat jullie van mijn verhaaltjes vinden ?