We gaan iets meer dan 40 jaar
terug in de tijd. La Couronne was toen nog een ‘toeristenloos’ klein gehuchtje.
In de kreek tussen de twee in de zee uitlopende rotsen lag een verlaten,
volkomen leeg strandje. De doorsnee juli- augustus vakantieganger had dit deel van Zuid Frankrijk
tussen Martigues en Marseille nog niet ontdekt. Er stonden 8 bungalowtjes,
praktisch op het strand, waar ik als 18 jarige in logeerde. Diegenen die de column
‘summer of ‘68’ uit mijn boek ‘het scharnierend schuurtje I’ gelezen hebben,
begrijpen dat ik uit een soort jeugdsentiment, manlief overhaalde om nog eens
een keer deze kant uit te gaan.
De 8 houten bungalowtjes zijn
ondertussen verdwenen en verruild door een compleet hotel -en bungalowcomplex. De
pijnbomen, de vallei in, zijn gerooid en vervangen door gigantisch parkingbeton
voor zo’n 450 betalende auto’s. La Couronne, dat ondertussen behoorlijk
uitgedijt is, is uitgegroeid tot een volwaardige vakantiebestemming. Wij
arriveren één dag voor Hemelvaartdag en het strand en het parkeerterrein zijn
volledig leeg. De terrasjes liggen er wat onbemand en lusteloos bij.
De toenmalige camping van de
familie Turc bestaat niet meer, maar nauwelijks over de heuvel, aan de volgende kreek, zijn er
vijf verschillende nieuwe campings en bungalowparken uit de grond gestampt. Elk
van deze vakantieparadijzen vermelden in hun reclamefolder dat het strand van
Sainte Croix op een wandelboogscheut van hen verwijderd is.
En inderdaad op donderdag 14 mei, Hemelvaartsdag,
slenteren wij voor de eerste keer, met onze stoeltjes richting strand. De
Fransmannen hebben voor de derde keer op rij een lang brugweekeinde. Dus samen
met ons zijn alle vaste kampeerders, de campinggasten, allochtoontoeristen en zigeunerpassanten van
Martigues, Marseilles en omstreken als spreeuwen op het strandje neergestreken.
Ze sleuren tafels, stoelen, parasols, luchtmatrassen, handdoeken, frigoboxen, thermosflessen,
grote winkeltassen met stokbroden, gasvuurtjes, waterpijpen, beachball setjes,
ballen, buggy’s, kinderen, emmertjes, schepjes en niet te vergeten hun
telefoons het zand op. Vanaf het moment dat de strandpicknick geïnstalleerd is,
begint de telefoonterreur. Ingeoliede en zonnencrèmeglanzende mannen en vrouwen
telefoneren, sms’en, maken selfies, facebooken of twitteren. Overal hoor je
telefoongerinkel en heel bizarre ringtones.
Het wordt een geweldige beursdag voor de Franse telefoonproviders. De
ééndagstoeristen krioelen over elkaar. Het strand lijkt één kleurrijk ‘handdoeken
–patchwerk handwerk’. Het enige zand dat nog zichtbaar is, is het opstuivende zand,
dat door een pamperbaby met zijn schepje ongecontroleerd omhoog gezwiept wordt.
De omliggende zonnebaders roepen luid : “Arrète, arrète, stop” en sporen de
ouders en grootouders aan hun kleine grut in toom te willen houden. De kleurige mensenzee gaat naadloos over in
het azuurblauw van de Middellandse Zee. Bij het voetjesbaden krijg je kramp tot
achter je oren. Een paar Franse ijsberen trotseren het ijzige zeewater. Misschien
moeten ze wel een plas doen en is richting zee wel het enige alternatief. Een
paar jonge moeders schommelen met de kleine beentjes van hun enkele maanden
oude zuigelingen in het nog koude zeewater. De baby’s zetten het onmiddellijk
op een krijsen. Dikke verontwaardigde tranen biggelen over hun bolle wangetjes.
Langs de zijkant van het strand richting parking zitten een paar
zigeunervrouwen, met verdoofde slapende peuters op hun schoot, te bedelen.
“Madame, svp madaam, le bébé est malade.” De gipsymannen zitten in de schaduw
onder de pijnbomen. Voor ons op het strand zitten drie adolescenten. Ze
proberen om beurten hun waterpijp in gang te krijgen. Eén voor één branden ze
hun vingers aan het gloeiende smaaksteentje alvorens er nog maar één een wolk stoom
uit het mondstuk kan zuigen. Het strand ruikt naar appelrook, coconut zonnecrème
en wiet. Achter ons horen we muziek en zien we dat vier mannen en één vrouw nog
een vrij strandplaatsje zoeken. De mannen laten zich op hun standlakens
neerzakken maar de vrouw blijft staan wiebelen. Uit de radio schettert steeds hetzelfde
bonkdeuntje. De vrouw is een ‘overgeïntegreerde’ allochtone, met lang donker krullend
haar, dat er in een poging tot blonderen, op sommige stukken als plukken
uitgerafeld touw uitziet. Zij beweegt heel zinnenprikkelend haar mini
bikinilichaam heen en weer. Zij wenkt met beide handen naar één van haar
begeleiders. Op een centimeter strand beginnen ze op een heel uitdagende manier
te dansen. Hij duwt zijn bovenbeen tussen haar dijen. Zij drukt haar jongejuffrouw
tegen zijn bil aan en kronkelt met haar kont, alsof er nog een stuk in
achtergebleven is. Een moderne versie van de ‘java-dans’ wordt opgevoerd. Na
een paar erotische dansminuten laat de man zich al lachend terug in het zand
vallen. Haar partydrug, van de vorige avond, blijkt echter nog lang niet
uitgewerkt te zijn en opnieuw sleurt ze een nieuw kaalgeschoren slachtoffer van
zijn badlaken omhoog. Het seksuele ‘zandrondschuifelen’ gaat gewoon verder.
Een paar prepuberale jongens
op weg naar het water blijven verbijsterd, wijzend en grinnikend toekijken. Oma’s
sleuren hun, op het ritme wippende kleutertjes voorbij het vijftal. Een drietal
veertigers loeren naar het erotische schouwspel. Zij liggen op hun buik en draaien
ongemakkelijk op hun standlaken heen en weer. Het eentonige muziekje wordt nu
al meer dan een half uur herhaald en de buikdanseres stopt haar
vruchtbaarheidsdans nog steeds niet. Ze wiebelt en schommelt met alle vier haar
fuifbegeleiders. Haar verwachte explosieve hoogtepunt blijft echter uit. Bij de rondomliggende
badgasten gaan de wenkbrauwen regelmatig de hoogte in. Enkelen van hen nemen
hun handdoeken bij elkaar en zoeken een rustiger plaatsje om te telefoneren. De
mistralwind steekt op en hier en daar vliegen de parasols en luchtmatrassen de
hoogte in. De geïmproviseerde buitenkeukens worden in allerijl afgebroken.
Gebruinde en verbrande lichamen schuifelen richting auto’s, waar ze onder luid
getoeter naar de ‘pannier’ van Marseille en naar Martigues terugrijden. De
campinggasten sjokken als een karavaan kamelen opnieuw richting caravan,
bungalow of camper. Lang geleden dat wij, als voorjaarsvakantiegangers, in mei
nog zoveel jonge mensen bij elkaar op een strand zagen. Zo’n mierennest, het
leek wel juli of augustus. Na het verlengde weekeinde was het omgewoelde zand
van de plage van La Couronne terug het beloofde verlaten Bounty strand.
Sim, La Couronne 20 mei 2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik hoor heel graag van jullie wat jullie van mijn verhaaltjes vinden ?