Toen manlief, vorige week, zijn
grote teen tegen een steen stootte, riep hij driemaal op een niet al te lieve
wijze god aan. Ik zei dat ik veronderstelde dat god momenteel wel wat anders in
gedachte had in plaats van naar die vloekende kleine man te luisteren. Hij, god
dus, had juist de bergen in Italië wat door elkaar geschud, wat kerken en
huizen in elkaar doen storten en wat mensen verbrijzeld en levend begraven.
Gaan we aan zo’n god en zijn gelovige achterban nog hulp vragen om de boel
opnieuw op te bouwen? Gaan we in zijn kerk nog bidden en kaarsjes branden omdat
hij de zieltjes van de overledenen zonder pardon in de hemel zou
ontvangen? Of gaan we gewoonweg heel hard tegen hem roepen en
tieren dat hij een sadistisch ontoerekeningsvatbaar individu is? In een ‘godvergeten’
bergdorpje waar meestal alleen wat ouderlingen wonen, maar waar tijdens de
vakantieperiode nu de kinderen en kleinkinderen op bezoek gekomen waren, liet god
in het midden van de nacht complete chaos ontstaan. Hij had toch de aarde en de
hemel gecreëerd en als architect moet je dan toch ook de foute constructies
kunnen voorzien en de falende consequenties dragen?
Op de televisie zag men een
oude vrouw in shock met de armen naar de hemel: ”Dio, dio, dio” roepen. Riep ze
het in een hulpeloze jammerklacht, al vragend: “waarom god?” of riep ze het
razend: “Godverdomme waarom?” Ze begreep totaal niet waarom juist zij door god
gestraft werd! Door haar slapeloze nachten had ze de schokken gevoeld en gezien
hoe de brokstukken van haar huis haar man, kinderen en kleinkinderen opgeslokt
hadden. Krijsend had ze hun namen geroepen. Nog eventjes hoorde ze het gehuil
van haar kleinste kleinkind en had ze met haar blote handen, in de pikdonkere
nacht de stenen proberen weg te duwen. Alle aardse en hemelse hulp kwam echter te
laat. Met haar ganse familie had de herder nog 280 slapende burgerschapen een
claustrofobische dood bezorgd. Op één uur tijd was haar ganse bestaan van de
wereld weggeveegd. Dio, dio, dio! Zij, die steeds zo christelijk geleefd had.
Ze was gedoopt, had de communie ontvangen. Ze was in de kerk getrouwd, had
nooit seks gehad voor het huwelijk en had nooit een andere man begeerd dan haar
eigen Alfredo. Voor elke maaltijd hadden ze god bedankt voor de dagelijkse
spijzen en elke zondag was ze trouw naar de kerkdienst gegaan. Boven haar bed
hing er een kruisbeeld en in de bovenste lade van haar nachtkastje lag de
bijbel. Haar kinderen en kleinkinderen waren gedoopt en haar hele volwassen
leven had ze kaarsen gebrand voor het Maria beeldje. Dio, dio, dio! Waar was
het misgelopen? Was het een sadistische straf omdat haar jongste zoon niet meer
geloofde? God hoorde en zag toch alles? Dio, dio, dio, Gaat die Italiaanse nonna nu het stenen
Christusbeeld van zijn houten kruis slopen en met heel haar nog resterende kracht, onder zijn stenen lendendoekje tegen
zijn stenen kl…stampen? Gaat ze vervolgens, uit pure razernij de devote heilige
blik van het Marie beeld met haar vuisten bewerken, haar de hersens inslaan en
de brandende kaarsen onder haar ingebakerde kindje Jezus plaatsen. Gaat die
Italiaanse grootmoeder haar geloof vanaf nu als een kaartenhuisje in elkaar
zien vallen, net zoals de huizen van Amatrice? Gaat deze vrouw nog ooit
gelukkig kunnen zijn, verwonderd over het avontuur van het leven of gaat zij en
met haar nog vele anderen, na deze traumatische ervaring nog voor de rest van
haar verwoeste leven op de verlosser zitten wachten? Of maakt ze zichzelf wijs, als enige vorm van
troost, dat God op dat moment eventjes met iets anders bezig was. Misschien
luisterde hij wel met volle aandacht naar de vloeken en verwensingen van die
kleine atheïst met zijn pijnlijke grote teen? Of bedenkt deze nonna, omdat haar
geloof in de herder stevig wankelt, dat God eventjes niet in Amatrice aanwezig
was, dat hij er om onduidelijke redenen eventjes niet was? Eventjes niet? Al
miljoenen jaren is hij er helemaal niet!
Maar als God nu toch zou
bestaan? Zou het dan niet eens tijd worden dat hij uit solidariteit niet alleen
de aarde doet beven bij de armen en de ouderlingen, zoals in Nepal, Haïti en in
de Italiaanse bergen? Zou hij er, gewoon om de mensen te laten voelen, dat voor
hem elk individu even veel waard is, geen kleine aardbeving kunnen tegenaan
kunnen gooien in bijvoorbeeld Vaticaanstad? Gewoon het goud, zilver,
edelstenen, kunstwerken en de marmeren vloeren van Sint Pieters wat laten ineen
storten, zodat zijn vertegenwoordiger op aarde en de carnavaleske aangeklede
achterban zich een kardinaalshoedje schrikken en zich kunnen inleven in de
miserie van de echt getroffenen? En liefst geen chaos ’s nachts, wacht dan
liefst eventjes tot de Roomse bende weer een of andere seniele paus, een
pedofiele priester of een controversiële Moeder Theresa heilig verklaren, dat
zou pas een leuk bewijs van zijn bestaan zijn…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik hoor heel graag van jullie wat jullie van mijn verhaaltjes vinden ?