zondag 11 september 2016

SLAAP TOERISTJE SLAAP


Via mijn vaders genen, kreeg ik bij de geboorte de reismicrobe geïnjecteerd. Zowel hij als ik wilden de hele wereld zien en beleven. Ik ben een hartstochtelijke wereldreiziger geworden, die evenveel plezier heeft en tijd  besteed aan de voorbereidingen. Manlief noemt mij nog steeds zijn persoonlijke toeristenadviesbureau. Nog steeds plan ik, zelfs onze caravanreisjes, maanden op voorhand en er is geen bezienswaardigheid of natuurverschijnsel in de wijde campingomtrek dat aan mijn interesse ontsnapt. Dus ook nu had ik een camping gevonden die aan alle criteria voldeed. Geen animatieprogramma, geen kinderdisco, geen miss camping verkiezingen, geen kareoke en vooral pal aan het strand van de Middellandse zee. Camping La Créole in Marseillan-Plage, een camping die in zijn programma schreef dat het om elf uur ’s avonds muisstil moest zijn, dat er geen radiomuziek, geen harde televisieprogramma’s en er geen hardop praten met de campingburen getolereerd zou worden na 23uur. Dus, voor personen zoals ik, die graag op tijd in bed duikelden, veruit de meest ideale camping. Ware het niet dat er juist aan de overkant van de straat en pal voor de ingang van de camping een café/restaurant was dat zich na negen uur ‘s avonds als een openlucht dancing ontpopte. Tot ver na middernacht stond er dagelijks een Claude François look alike ‘Alexandrie, Alexandra’ te kwelen. Voor hem aan de tafeltjes zaten, zoals wij het in het Antwerps zeggen, twee man en een paardenkop. Tien man, vol getatoeëerd klootjesvolk met zelfs een baby in een buggy, die als summum van hun vakantie, naar die kontdraaiende kermisattractie kwamen luisteren en de halve camping uit zijn slaap hielden. Gek, dat je echter niet de meest stille en slaapverwekkende campings en hotels onthoudt, maar dat je steeds alleen over de meest onverwachte, wonderlijke en bizarre kampeerterreinen en hotelaccommodaties blijft vertellen.
Niet de prachtige eenheidsworst hotelkamers in het chique Thaise hotel te Chiangmai, waar de witte marmeren inkomhal volledig met grote boeketten rode rozen versierd was, maar die ene hotelkamer in Amasya, ergens in het midden van Turkije, daar praten we nog steeds over. Toen we deze Turkse kamer openden, zagen we dat de hoteleigenaar, grootmoeders donkerglimmende bombastische, vooroorlogse slaapkamermeubels, waarschijnlijk van de plaatselijke kringloopwinkel, kris kras de kamer ingeduwd had. De grote hangkast stond half voor het raam en we moesten over de commode kruipen om in het hoge dubbele bed te kunnen slapen. Het meest gekke van deze kamer was de badkamer. Deze kwam niet gewoon op gelijke hoogte in de slaapkamer uit, maar de badkamerdeuropening, trouwens zonder deur, bevond zich zo’n grote halve meter hoger boven de slaapkamervloer. Er was geen trapje noch laddertje en dus moesten we onze kont op de badkamerrichel zetten en vervolgens onze benen naar binnen zwaaien. Dit maakte, dat een nachtelijke plas een behoorlijk avontuur werd. Slaapdronken mocht je gewoon eventjes niet vergeten dat je zo’n 50 centimeter boven het slaapkameroppervlak zweefde en een slaperige stap voorwaarts in twee gebroken benen kon eindigen.



Niet één van de prachtige Best Western hotels in Amerika was echt het vermelden waard, maar dat kleine torenkamertje in Chichicastenango in Guatemala dat vergeten wij nooit. Achter het gewone hotel was nog één kamertje vrij, de torenkamer. Heel romantisch met een veel te groot bed voor in de enkele vierkante meters grote kamer. Voor de badkamer hadden ze een ongeziene oplossing gevonden. Juist naast het bed in een bijna ingemaakte kast, stond er een WC annex waslavabo. Heel ingenieus had men het bovenste deel van de spoelbak in een lavabo veranderd met daarboven een kraantje. Dus tandenpoetsen en wassen gebeurde half voorovergebogen over de wc pot. Het water liep in de spoelbak en werd later gebruikt om het toilet door te trekken. Onder het torenraam zaten een aantal hanen en wij kunnen jullie verzekeren dat Guatemalteekse hanen niet alleen kraaien bij het ochtendgloren, maar om tien uur, dan nog eens om twaalf uur, om half twee, om kwart voor twee en vervolgens was er steeds één haantje de voorste, die om het kwartier krijsend zijn bek opentrok tot de zon effectief opkwam.  ’s Anderdaags stonden wij geradbraakt op, met gigantische wallen onder de ogen en het was zeker niet van de romantiek!


Wij kunnen jullie niet meer beschrijven hoe het hotel er in Saigon uitzag, maar we weten nog heel goed hoe het in de kamer op de eerste verdieping leek alsof dag en nacht de gehele scooterende Vietnamese bevolking dwars door je kamer reed. Wat ons echter altijd zal bijblijven, was het slapen onder de blote hemel op bedjes met een muskietennet in een Homestay bij de lokale Vietnamese bevolking. Alleen het sjirpen van de nachtvogels, het blaffen van enkele nog niet opgepeuzelde honden en het gesnurk van de medereizigers weerklonk in de nachtelijke stilte.




En dan die ‘oorverdovende nachtelijke stilte’ in Malealea, in het kleine Lesotho tijdens onze Zuid Afrika reis, is onvergetelijk. Slapen in rondavels met een ijskast als nachtkastje tussen de twee eenpersoonsbedjes. Een ijskast die ’s morgens heel vroeg plots begon te rammelen en hijgen als de generator in werking gesteld werd en die ergens in de namiddag eensklaps zweeg als de elektriciteit uitgeschakeld werd. De overweldigende sterrenhemel, met vallende sterren en een blik tot voorbij het volgende galaxy, die je zonder lichtpollutie te zien kreeg! Dat zijn de dingen die wij ons levenslang herinneren!
En dan spreek ik nog niet van het meest rare voedsel dat wij gedurende al onze wereldreizen naar binnengespeeld hebben, maar daar wordt zeker nog een ander verhaaltje over geschreven. Stof genoeg!
Camping La Créole in Marseillan-Plage zal net, zoals al die andere nachtelijke lawaaikampeerterreinen in de toekomst vermeden worden en in de vergeethoek geraken.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik hoor heel graag van jullie wat jullie van mijn verhaaltjes vinden ?